Plan: | Bestemmingsplan Water |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1103BPSTD-VG01 |
Inleiding
Een klein aantal stadswateren komt voort uit natuurlijke waterlopen. De profilering van deze waterwegen is mede gebaseerd op de oorspronkelijke breedte. Dit is het geval bij de gedempte Nieuwezijds Voorburgwal en de Amstel (die bij de stadsuitbreiding van 1663 werd rechtgetrokken en versmald). De overige stadswateren zijn geprofileerd op basis van hun functie, waarbij de schaalvergroting van (haven)functies direct in het oog valt. De Herengracht en de Keizersgracht, kregen vanwege hun functie als luxe woongebied eveneens een flinke breedtemaat.
Stadsgrachten
Bij stadsuitbreiding werden de voormalige verdedigingsgrachten in de stad opgenomen. Het profiel ontwikkelde zich hierbij van asymmetrisch naar symmetrisch. Opvallend zijn de grillige lijnen van de gedempte Nieuwezijdsgrachten en regelmatige lijnen van de Oudezijdsgrachten (mogelijk voortkomend uit de loop van natuurlijke wateren). De loop van de Amsteldijken (Nieuwedijk, Warmoesstraat en het verlengde) als ook het dwarsstratenpatroon laat een zelfde tegenstelling zien.
Van de vijftiende-eeuwse stadsmuur is in de nabijheid van het water een aantal artefacten (zoals Munttoren, Waag, Schreierstoren, Montelbaanstoren etcetera) nog aanwezig. De functie als stadsgracht wordt daarmee inzichtelijk gemaakt. Ook de Herengracht is oorspronkelijk aangelegd als een regelmatige middeleeuwse binnenvestsloot, welke met de zeventiende-eeuwse stadsuitbreiding verbreed werd tot woongracht. De Singelgracht, de nieuwe stadsgrens uit deze tijd heeft zijn asymmetrische profiel min of meer behouden, onder andere vanwege de late ontwikkeling van de negentiende-eeuwse stadsdelen. Deze voormalige vestinggracht is herkenbaar aan de knikken van de voormalige bolwerken.
Amstel
Ooit diende de Amstel als buiten- en binnenhaven. Zeeschepen konden tot aan de Dam komen. Bij de Amstelsluizen aan de zuidkant van de stad vond de aanvoer van groenten, fruit en turf plaats. Grote delen van de Amstel zijn gedempt, zodat in het stadshart het idee van de rivier als ruggengraat van de stedelijke structuur niet erg zichtbaar is. Vanaf de Munt is en blijft de Amstel de belangrijkste radiaal van Amsterdam.
Woongrachten
Een aantal grachten in de binnenstad is aangelegd ten behoeve van het luxe wonen aan het water. Daartoe werden grote diepe kavels uitgegeven, die geschikt waren voor de bouw van grote grachtenhuizen. Soms werden de grote kavels gecombineerd met kleinere kavels aan een achterstraat, waar koetshuizen, stallen en andere bijgebouwen konden worden neergezet. Deze achterstraten leidden het landverkeer weg van de woongrachten. De grachtenhuizen leenden zich niet voor fysieke arbeid, wel voor handels- en financiële activiteiten. Industriële activiteiten werden door de aanwezigheid van stenen boogbruggen afdoende ontmoedigd. De belangrijkste woongrachten zijn de Herengracht en de Keizersgracht en in mindere mate het Singel.
Werkgrachten
Vanaf de zestiende eeuw deed zich binnen de stad een scheiding van functies voor. Stad en haven onderscheidden zich van elkaar door een andere opzet. In de zeventiende-eeuwse stadsuitbreidingen is een duidelijke zonering te onderscheiden. Zoals hiervoor al is opgemerkt waren de Keizersgracht en de Herengracht bedoeld voor het wonen, de Prinsengracht en de gebieden erbuiten voor een meer gemengde functie. Bedrijven werden afgewisseld met kleinere woningen voor de stedelijke midden- en onderklasse. Op dit moment is dit aspect niet meer te onderkennen in het kadegebruik, maar wel in de bebouwing. Langs de werkgrachten staan niet zozeer monumentale woonhuizen, als wel de kleinere woonhuizen en pakhuizen. Wat betreft de kades is het opvallend dat langs de Prinsengracht, de Brouwersgracht en een aantal andere voormalige werkgrachten grote concentraties woonschepen liggen. Vanuit de hierboven geschetste functies en typologieën van het water zijn deze concentraties verklaarbaar. De historische aanwezigheid van draaibare bruggen en scheepvaartroutes met de latere relatief hogere bruggen dan elders in de grachtengordel maakte het eenvoudiger voor de latere woonbootbewoners om ligplaats in te nemen met de woonboot.
afbeelding 9: Brug van de Palmstraat naar de Binnen Dommersstraat over de Brouwersgracht; J.H. Wijsmuller, 19e eeuw
Haven
De grote zeeschepen bleven buiten de palenrij in het IJ. Kleinere schepen voeren, na de lading van de grotere schepen te hebben overgeladen, door de werkgrachten de stad binnen. Maar ook de veerdiensten hadden hun uitvalsbasis binnen de stad, waardoor de grachten nabij het IJ en het IJ zelf continu fungeerden als de haven van Amsterdam en in de zeventiende eeuw zelfs als de haven van de wereld. De Amstel was binnen deze haven de levensader en minstens even druk, zo niet drukker dan de parallelle havengrachten. De meer industriële watergebonden activiteiten concentreerden zich op de oostelijke en westelijke werkeilanden. De havengrachten kenmerken zich op een groot aantal plaatsen door de pakhuizen en andere aan de havenfunctie gelieerde bebouwing alsmede door de aanwezigheid van niet-openbare kades met (voormalige) werfterreinen (werkeilanden).