Plan: | Zuidelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1006BPSTD-OH01 |
Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam tot uitvoering. Grondslag voor dit plan was het denken in functiescheiding van wonen, werken, verkeer en recreeƫren. Gezond wonen met veel licht en luchttoetreding in de woning in een groene omgeving werd daarbij gepropageerd. Dit gedachtengoed had ook zijn weerslag op het denken over de binnenstad. Net als bij andere Nederlandse binnensteden werd vooral de werkfunctie geschikt geacht voor het binnenstedelijke milieu. Daarnaast stond de attractieve waarde van het centrum centraal, de binnenstad als attractieplaats voor vrijetijdsactiviteiten. Winkellinten, vermaakpleinen zijn daarmee onderdeel van de werkfunctie. De woonfunctie werd deels verdrongen door kantoren en winkels, functies die het citykarakter van het centrum moesten benadrukken. Deze vorm van "cityvorming" had op sommigeplaatsen ook sloop/nieuwbouw tot gevolg, waarbij de modern vormgegeven kloeke gebouwen verrezen. Markante voorbeelden binnen het gebied van de Zuidelijke binnenstad zijn het ABN AMRO gebouw aan de Vijzelstraat en de Nederlandse Bank op het Frederiksplein van architect M. Duintjer, de Spaarbank voor de stad Amsterdam aan het Singel van architect Sijmons. Deze grootschalige gebouwen zetten daarmee de al in de jaren twintig ingezette verbreding en schaalvergroting aan de Vijzelstraat voort.
Naast sloop/nieuwbouw werden ook kantoren binnen bestaande grachtenpanden gehuisvest. Vaak betekende dat samenvoeging van een groot aantal panden achter de monumentale gevel, waarbij er weinig overbleef van de oorspronkelijke structuur. In sommige gevallen bleef alleen de gevel behouden en werd daarachter een nieuw betonnen casco gerealiseerd.