direct naar inhoud van 6.2 Wijzigingsbevoegdheden en mogelijkheden bij omgevingsvergunning af te wijken
Plan: Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1003BPSTD-OH01

6.2 Wijzigingsbevoegdheden en mogelijkheden bij omgevingsvergunning af te wijken

Met het bestemmingsplan wordt beoogd in het postcodegebied 1012 en in het Singelgebied de functiebalans te herstellen. Dit wordt in ieder geval nagestreefd met het zoneren en verminderen van het aantal raamprostitutievestigingen, vanzelfsprekend met inachtneming van het gemeentelijk beleid. Dit heeft geleid tot het wegbestemmen van de raamprostitutiebedrijven die zijn vermeld in de lijst van hoofdstuk 1. Natuurlijk wordt in dit bestemmingsplan aangegeven welke functies wel zijn toegestaan in de betrokken panden. Een en ander heeft ook geleid tot gebruiksregels en bouwregels.

Middelen om een bestemmingsplan voldoende flexibel te houden zijn de wijzigingsbevoegdheden en de mogelijkheden om bij een omgevingsvergunning af te wijken. Wanneer het plan voorziet in deze bevoegdheden, hoeven in voorkomende gevallen geen nieuwe bestemingsplannen in procedure te worden gebracht.
De mogelijkheden om bij een omgevingsvergunning af te wijken, zijn bedoeld voor de bebouwingsregels, bijvoorbeeld een afwijking van de maximale bouwhoogte, en voor de bijzondere gebruiksbepalingen, zoals een afwijking van het maximale vloeroppervlak.
De wijzigingsbevoegdheden zijn bedoeld voor bijvoorbeeld het toelaten van extra horeca of van een bedrijf in een hogere milieuhindercatergorie of voor het wijzigen van de orde van panden met de specifieke bouwaanduiding orde 2 [sba-2] in [sba-1], dat wil zeggen van orde 2 naar orde 1 (monumenten).
In de regels zijn de bevoegdheden van criteria voorzien. Een belangrijk criterium dat van toepassing is in het beschermde stadsgezicht, is dat de toepassing van een afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid niet tot gevolg mag hebben, dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan.

Aan afwijkingen zal niet automatisch worden meegewerkt. Wijzigingen zullen niet vanzelfsprekend worden doorgevoerd. Elk verzoek om toepassing van één van deze bevoegdheden zal aan de criteria worden getoetst. Voldoen aan de criteria betekent niet per definitie, dat een omgevingsvergunning om af te wijken wordt verleend of een wijziging wordt doorgevoerd. Ruimtelijke ordening is immers een kwestie van belangenafweging.

Artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt, dat op de procedure van een wijzigingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Dit houdt in dat het ontwerpwijzigingsplan zes weken ter inzage wordt gelegd en dat belanghebbenden hun zienswijze over het ontwerpbesluit kenbaar kunnen maken.
Er zijn dan ook geen procedureregels in het bestemmingsplan opgenomen.