direct naar inhoud van 3.1 Lineaire structuur van dijken en waterlopen
Plan: Herbestemmen Raambordelen Binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1003BPSTD-OH01

3.1 Lineaire structuur van dijken en waterlopen

In de ontstaansgeschiedenis van het stadshart hebben de structuur van het landschap en de bodemgesteldheid een belangrijke rol gespeeld. Allereerst heeft de slingerende loop van de Amstel gefungeerd als ruggengraat van de stedenbouwkundige structuur. In de loop van de middeleeuwen werden op de stroomruggronden van de Amstel dijken aangelegd, die het beginpunt vormden van de ontginning en later de verstedelijking. De dijken dienden niet alleen als waterkering, maar ook als verbindings- en ontsluitingsweg (van noord naar zuid). De dijken - Warmoesstraat en Nes, Nieuwendijk en Kalverstraat - zijn nog herkenbaar aan het grillig verloop en aan de hogere ligging, te zien vanaf het Damrak door de stegen. Vanuit de Amstel zijn de achterliggende gronden ontgonnen.

De dam in de Amstel was het symbolische en waterbouwkundige middelpunt van een zich symmetrisch ontwikkelend stelsel van grachten, dijken en sluizen, waarmee de waterstanden konden worden gereguleerd. De Dam markeerde de overgang van zoet (Amstel) naar zout water (het IJ) en de invloedssfeer van de getijden. De stad werd uitgebreid door parallel aan de Amstel in het veengebied steeds een nieuwe gracht of burgwal aan te leggen. De burgwallen speelden daarmee een rol in de afwatering van de nieuwe bouwgronden. Maar de grachten dienden ook als riool en als vaarweg. Met behulp van sluizen kon het stadswater worden doorgespuid. De burgwallen komen samen op de plaatsen waar oorspronkelijk de stadspoorten stonden, bijvoorbeeld de Sint Olofspoort aan het einde van de Warmoesstraat. De poorten hoefden op die manier bij de uitleg van de stad niet te worden vervangen.

Tot de stedenbouwkundige hoofdstructuur behoorden ook de stadswallen en de vestingwerken, altijd gerelateerd aan de buitenste waterloop. Bij iedere uibreiding van de stad transformeerde deze waterloop opnieuw tot binnenwater en werd aan de buitenrand een nieuwe gracht gegraven. Rond 1480 werd ter plaatse van het Singel en de Kloveniersburgwal een hoge bakstenen verdedigingsmuur met torens en poorten opgericht. Hiervan zijn het waaggebouw op de Nieuwmarkt en de Schreierstoren overgebleven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A1003BPSTD-OH01_0001.jpg"

Middeleeuws Amsterdam tot aan 1587

Voor 1300: aan weerszijden van de Amstel ontstaan dijken met aan tweezijdige lintbebouwing. Het land tussen de dijk en de wallen wordt verkaveld in gesloten bouwblokken.

Voor 1400: de smalle stroken uit de periode van de vroegste uitbreiding.

Voor 1500: in de tweede stadsuitbreiding wordt aan de nieuwe zijde op dezelfde voet doorgegaan; op de oude zijde ontstaan in eerste instantie kloosters, waarvan de terreinen na de alteratie van 1578 opnieuw worden verkaveld.

Voor 1600: ook in deze periode zijn de bouwblokken aan de nieuwe zijde ondiep, terwijl aan de oude zijde een industrieel gebied ontstaat.