Plan: | Oostelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01 |
De voor 'Cultuur en ontspanning-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Cultuur en ontspanning-1' bestemde gronden mogen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bouwregels.
Op de onbebouwd blijvende gronden met de bestemming 'Cultuur en ontspanning-1' mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden opgericht.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in artikel 6.2 en 6.4 bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht, dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de volgende bouwregels.
Het bepaalde in artikel 6.2.2 onder a, en artikel 6.2.2 onder b, voor het overschrijden van de bouwhoogte voor liften, trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties tot ten hoogste 4 meter en voor schoorstenen, ventilatie-inrichtingen en antennes tot ten hoogste 5 meter.
Bij omgevingsvergunning afwijken voor lift- en trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties is alleen mogelijk indien aantoonbare redenen uitwijzen dat de bedoelde onderdelen niet (geheel) inpandig kunnen worden gerealiseerd en onder de voorwaarde dat:
Het bepaalde in 6.2.3. tot ten hoogste de op de verbeelding aangegeven goot- en bouwhoogte.
Op de voor 'Cultuur en ontspanning-1' bestemde gronden gelden de volgende gebruiksregels. 2
Toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 27.
Het dagelijks bestuur is bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Cultuur en ontspanning-1' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van horeca 3 en 4, met een maximaal vloeroppervlak van 300 m2.
Nieuwvestiging is mogelijk, met inachtneming van het geldende horecabeleid voor het stadsdeel en voor zover de functiemenging wordt bevorderd en het woon- en leefklimaat niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Het dagelijks bestuur is bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Cultuur en ontspanning-1' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van horeca 3 en 4 in vrijstaande gebouwen, met een maximaal vloeroppervlak van 1000 m2. Nieuwvestiging is mogelijk mits:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Cultuur en ontspanning-1' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van horeca 5 (hotel), met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid alleen geldt voor gronden die met de aanduiding 'Bouwvlak' op de verbeelding zijn aangegeven.
Nieuwvestiging van horeca 5 is mogelijk, met inachtneming van het geldende hotelbeleid voor het stadsdeel en voor zover: