Plan: | Oostelijke binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01 |
De voor 'Bedrijf-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Bedrijf-2' bestemde gronden mogen, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bouwregels.
Gebouwen mogen worden opgericht uitsluitend ter plaatse waar op de verbeelding de aanduiding 'Bouwvlak' is aangegeven.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 2 meter.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen, waaronder begrepen het aantal bouwlagen en de dakconstructie van de in artikel 4.2bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht, dan wel in verband met de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de volgende bouwregels.
het bepaalde in artikel 4.2.2, onder a, voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven goothoogte met maximaal 1 meter. Bij omgevingsvergunning afwijken is alleen mogelijk voor zover het straatbeeld dit toelaat.
Op de tot 'Bedrijf -2' bestemde gronden gelden de volgende gebruiksregels.
De erven ten behoeve van een scheepswerf mogen worden gebruikt als:
Toepassing van de wijzigingbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 27.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Bedrijf-2 ' te wijzigen, teneinde in de kelder en het souterrain van gebouwen ondergrondse parkeervoorzieningen te realiseren en op de eerste bouwlaag een toegang tot deze parkeervoorziening, met dien verstande dat:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Bedrijf-2' te wijzigen teneinde in de kelder, het souterrain en de eerste bouwlaag van gebouwen ondergrondse fietsenstallingen te realiseren met dien verstande dat: