Plan: | Oostelijke eilanden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01 |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3,5 meter.
De bebouwing van de ondergrondse parkeergarage bedraagt ten hoogste twee bouwlagen.
Voor zover kiosken, balkons, erkers, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen of andere ondergeschikte delen van gebouwen aanwezig zijn ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mogen deze geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van de in artikel 12.2 bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht.
Het gebruik als ongebouwd terras van de tot 'Verkeer' bestemde gronden is, met inachtneming van andere gemeentelijke regelgeving, toegestaan.
De gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - entree supermarkt toegestaan in de kelder op niveau -1 en parkeergarage toegestaan in de kelder op niveau -2', mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van een entree in de kelder naar de supermarkt op niveau -1 en een ondergrondse parkeervoorziening in de kelder op niveau -2.
De gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage toegestaan in de kelder op niveau -1 en -2' mogen worden gebruikt ten behoeve van een ondergrondse parkeervoorziening.
Toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18, 19 en 20.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Verkeer' te wijzigen, teneinde ondergrondse parkeervoorzieningen te realiseren, met dien verstande dat:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Verkeer' te wijzigen teneinde in de kelder, het souterrain en de eerste bouwlaag van gebouwen inpandige fietsenstallingen te realiseren met dien verstande dat: