Plan: | Oostelijke eilanden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01 |
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven.
Onverminderd het bepaalde in artikel 43 van de Woningwet (vergunningvrij bouwen) mogen de tot 'Tuin - 2' bestemde gronden uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Voor balkons, erkers, galerijen, luifels, buitentrappen of andere ondergeschikte delen van gebouwen aanwezig zijn ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan geldt dat deze geheel worden vernieuwd, maar niet worden vergroot.
De bouwhoogte van erf- of perceelafschedingen bedraagt maximaal 1 meter indien de bestemming 'Tuin - 2' grenst aan de bestemming 'Verkeer' of de bestemming 'Groen', met uitzondering van de tuinen gelegen aan de Kraijenhofstraat en Blankenstraat, waar de maximaal toegelaten bouwhoogte voor erfafscheidingen 2 meter bedraagt. Voor het overige geldt een maximale bouwhoogte van 2 meter.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van de in de artikel 11.2 bedoelde bouwwerken, indien dit noodzakelijk is vanwege de licht- en luchttoetreding van de omringende bebouwing, dan wel vanwege de kwaliteit van het leefmilieu.
Op de tot 'Tuin - 2' bestemde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksvoorschriften.
Ter plaatse waar bebouwing op de gronden met de bestemming 'Gemengd - 1, - 2', 'Maatschappelijk' dan wel 'Wonen' in gebruik is als kinderopvang en/of school, is het gebruik van tuinen op hetzelfde perceel als buitenruimte voor kinderopvang en/of school toegestaan.
Toepassing van een wijzigingsbevoegdheid mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18, 19 en 20.
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Tuin - 2' te wijzigen, teneinde onder tuinen en erven parkeervoorzieningen te realiseren, met dien verstande dat:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Tuin - 2' te wijzigen teneinde onder tuinen en erven fietsenstallingen te realiseren, met dien verstande dat: