direct naar inhoud van 6.2 De Bestemmingen
Plan: Legmeerpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11-VG02

6.2 De Bestemmingen

Begrippen (artikel 1)

hierin worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gebruikt.

Wijze van meten en berekenen (artikel 2)

hierin wordt aangegeven hoe de diverse maten worden gemeten en de inhoud en oppervlakte van bouwwerken worden berekend om zo een eenduidige toepassing van de bebouwingregeling te bewerkstelligen.

Bestemmingen artikel 3 t/m 21

Artikel 3, 4 en 5

Deze bestemming is gelegd op de nog in de agrarische bedrijfsactiviteiten betrokken gronden en gebouwen. Voor de bedrijfsgebouwen plus woonhuis is gekozen voor de bestemming Agrarisch-Agrarisch Bedrijf. In de beleidsnota "Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB)" wordt een toetsingskader geboden voor nieuwe neven- of vervolgactiviteiten in vrijkomende agrarische bebouwing. De in deze nota opgenomen 'positieve lijst' van functies die kunnen worden toegestaan is in de planregels van dit bestemmingsplan opgenomen. Middels een binnenplanse afwijking is het mogelijk nevenactiviteiten toe te staan. Middels een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk in geval van bedrijfsbeëindiging vervolgactiviteiten in vrijkomende agrarische bebouwing mogelijk te maken.

De weidegronden of graslanden voor agrarische productie zijn onder de bestemmingen Agrarisch-1 en Agrarisch-2 (A1 en A2) gebracht met als doel het huidige karakter en gebruik maximaal te handhaven. Binnen de bestemming A1 mag in het geheel niet gebouwd worden met uitzondering van terreinafscheidingen en behoudens de mogelijkheid van een binnenplanse afwijking ten behoeve van agrarische bedrijfsbebouwing met een gelimiteerde oppervlakte en een mestopslagplaats ten behoeve van een bestaand agrarisch bedrijf. Binnen de bestemming A2 mag in het geheel niet gebouwd worden met uitzondering van terreinafscheidingen.

Binnen de bestemmingen A1 en A2 is het middels een wijzigingsbevoegdheid mogelijk een volwaardig agrarisch bedrijf op te richten.

Artikel 6 Agrarisch-Glastuinbouw
Binnen de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw zijn de tuinbouwproductiegronden aangewezen. Hier mogen de bedrijfsgebouwen en kassen worden gerealiseerd. Bedrijfswoningen zijn hier niet toegestaan. Binnen deze bestemming zijn de bebouwingsregels voor de kassen opgenomen, met inbegrip van de nodige afwijkingsmogelijkheden. Deze afwijkingsmogelijkheden betreffen bijvoorbeeld het stallen van caravans en het toestaan van 'nevenactiviteiten' die gerelateerd zijn aan de glastuinbouw.


Artikel 7 Agrarisch-Glastuinbouw Bedrijfswoning
Binnen de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw Bedrijfswoning mogen de bedrijfswoningen met bijgebouwen, tuinen en erven gerealiseerd worden. Binnen het bouwperceel is het aantal bedrijfswoningen geregeld en worden goot- en bouwhoogte aangegeven, evenals de omvang en hoogtes van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen. Tenslotte worden ook hier het strijdig gebruik en de afwijkingsregels inzake de bebouwing en de bouw van een tweede bedrijfswoning geformuleerd. Indien geen bedrijfswoning aanwezig is, is het tevens mogelijk om binnen deze bestemming bedrijfsgebouwen en kassen te realiseren

Artikel 8 Bedrijf
Deze bestemming geldt voor de in het plangebied zelfstandig voorkomende vormen van bedrijvigheid. Voorts kunnen op deze gronden bedrijven worden gerealiseerd/gevestigd, welke in de van toepassing verklaarde categorieën van de bij de regels behorende bedrijvenlijst staan aangegeven. Deze lijst is zodanig ingericht, dat naarmate de te verwachten hinderlijkheid van een inrichting groter is deze inrichting in een hogere categorie is geplaatst. Deze lijst bevat een compleet overzicht van bedrijfsactiviteiten en de mate van milieubelasting op omliggende woningen en dient derhalve niet te worden beschouwd als een opsomming van de binnen de bestemming 'Bedrijf' toegestane activiteiten. Dit betekent dus dat de bedrijven die in deze lijst genoemd worden niet automatisch mogelijk zijn binnen de bestemming 'Bedrijf'.

Het begrip wat voor bedrijf geldt is: 

bedrijfsactiviteit:
de uitoefening van opslag-, handels-. transport- en industriële bedrijven, een en ander met de uitsluiting van agrarische bedrijven, zelfstandige kantoren, detailhandel, horeca, publieksgerichte dienstverlening, (medisch) maatschappelijke en culturele voorzieningen en bedrijfsmatige sportdoeleinden.

Een seksinrichting wordt binnen dit plangebied middels een wijzigingsbevoegdheid toegestaan op beperkte schaal en onder strikte voorwaarden zoals in het bestemmingsplan "Wijziging Partiële herziening bestemmingsplan voorschriften 2000" (seksinrichtingen) aangewezen gebieden worden toegelaten.

Een seksautomatenhal, een sekstheater en een seksbioscoop zijn typisch centrumgerichte bestemmingen die planologisch niet thuishoren in de aangewezen gebieden voor de vestiging van seksinrichtingen. Het voeren van een selectief beleid, waarbij bepaalde verschijningsvormen van prostitutie wel en andere vormen niet worden toegestaan is binnen het van toepassing zijnde wettelijk kader toegestaan.

Aan het weren van bepaalde verschijningsvormen van prostitutie in bestemmingsplannen mogen echter uitsluitend planologische overwegingen ten grondslag worden gelegd. Seksinrichtingen in het algemeen, waaronder de hiervoor genoemde als centrumfuncties omschreven seksinrichtingen, zijn uit het oogpunt van ruimtelijke ordening evenmin toelaatbaar midden in een woonbuurt of in de directe nabijheid van scholen en centra voor kinderopvang. Van de wijzigingsbevoegdheid zal geen gebruik gemaakt mogen worden voor de vestiging van als centrumfuncties te typeren verschijningsvormen van seksinrichtingen.

Een prostitutiebedrijf en een massagesalon zijn, als niet-centrumfuncties te projecteren in de aangewezen gebieden met de bestemming agrarisch bouwperceel.

Het loonbedrijf aan de Noorddammerweg 99 en 104 valt onder de bestemming Bedrijf-Loonbedrijf (artikel 9).  

Artikel 10 Bedrijf Nutsvoorzieningen Regelstation
Het in het plangebied voorkomende regelstation is als zodanig bestemd.

Artikel 11 Groen
Het groen binnen het plangebied is als zodanig bestemd. Het groen is mede bestemd voor bermen en beplanting, paden, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede voor verhardingen, parkeervoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en straatmeubilair. Het groen kan tevens worden gebruikt voor opstelplaatsen voor voertuigen van hulpdiensten.

Artikel 12 Natuur

Gronden met de bestemming Natuur zijn bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden waaronder mede begrepen bos en waterhuishoudkundige doeleinden. De gronden mogen tevens worden gebruikt voor extensief recreatief medegebruik (wandelen, fietsen) en extensief agrarisch medegebruik (begrazing ten behoeve van natuurbeheer). Dit extensieve medegebruik moet wel ondergeschikt zijn aan de natuurfunctie.

Artikel 13 Tuin
Op de bijbehorende gronden van de woningen met de bestemming “Tuin” mogen behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van ondergeschikte betekenis en erkers en entreeportalen geen bebouwing worden opgericht.


Artikel 14, 15 en 16 Verkeer
Onder deze bestemming zijn gebracht de verkeerswegen, straten en fiets- en voetpaden. Het verblijfsgebied, waaronder de woonstraten en woonerven hebben de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'. De toekomstige busverbinding tussen Amstelveen en Uithoorn valt onder de bestemming 'Verkeer-Openbaar Vervoer'.


Artikel 17 Water
In het plangebied is het water als zodanig bestemd. Het water kan tevens worden gebruikt door de brandweer als bluswater. De gronden met de bestemming water kunnen niet worden omgezet in groenvoorziening, terwijl de gronden met de bestemming groenvoorziening mede bestemd zijn voor water en waterpartijen.

Artikel 18 en 19 Wonen
De bestaande woningen en de bijbehorende garages in het plangebied zijn als zodanig bestemd.

Aan huis verbonden activiteiten, hierbij wordt gedacht aan een praktijk voor een (huis)arts of fysiotherapie, dan wel voor een advocaat of een juridisch of financieel adviseur, zijn mogelijk, maar het woonkarakter dient het uitgangspunt te blijven. Daarom behoren deze beroepsactiviteiten ondergeschikt te blijven aan het wonen. Dit is geregeld door het stellen van een maximaal percentage (30%) van het woonoppervlakte voor andere dan woonactiviteiten te bestemmen. Het kenbaar maken van de beroepsactiviteiten door middel van een (reclame)aanduiding op eigen terrein is in beginsel toegestaan. Wel kunnen hiervoor nadere regels worden gegeven ten aanzien van de plaats en de grootte, alsmede de kleurstelling van de aanduiding. Overwegingen van esthetische aard zijn hierbij wellicht van doorslaggevende betekenis.


Artikel 20, 21 en 22 Dubbelbestemmingen
Als dubbelbestemmingen zijn opgenomen Leiding-Gas, Waarde-Archeologie en Waterstaat-Waterkering. De primaire bestemmingen mogen de belangen welke worden behartigd binnen de dubbelbestemming niet onevenredig schaden. Hiervoor is in de planregels een regeling opgenomen.

Hoofdstuk 3 van de regels

In dit hoofdstuk is in artikel 23 de anti-dubbeltelbepaling. In artikel 24 worden regels gegeven over toegelaten overschrijdingen en aan welke criteria die worden getoetst. Tevens wordt in dit hoofdstuk aangegeven welke gronden binnen de gebiedsaanduidingen van het LIB vallen. Dit gebeurt in de artikelen 25-27.