direct naar inhoud van Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
Plan: Legmeerpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11-VG02

Artikel 22 Waterstaat - Waterkering

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding door middel van dijken, dijksloten en kaden. Indien deze bestemming samenvalt met andere bestemmingen, zijn deze andere bestemmingen ondergeschikt aan de bestemming waterkering.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mogen ten behoeve van de primaire bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

22.2.2 Verhouding tot samenvallende bestemmingen

Op de grond met de bestemming Waterstaat - Waterkering mag ten behoeve van andere, daarmee samenvallende bestemmingen slechts worden gebouwd, indien en voor zover de belangen van de waterkering hierdoor niet worden geschaad.

22.2.3 Adviesprocedure

Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het water(staats)belang niet wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.

22.2.4 Ontheffing

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke ontheffing van het Hoogheemraadschap op en in de gronden die op de verbeelding zijn aangeduid als waterkering, of die aan te merken zijn als bij de waterkering behorende veiligheidszones, handelingen te verrichten waarop een verbod van toepassing is conform de keur van het Hoogheemraadschap. In de keur van het Hoogheemraadschap is aangegeven hoe de breedte van de waterkering en de veiligheidszones dient te worden bepaald. Deze breedte is afhankelijk van het type waterkering.

22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Afwijken voor bebouwing

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 22.2.1 voor bebouwing toegestaan in de samenvallende bestemmingen.

22.3.2 Voorwaarden voor afwijken

De in lid 22.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterkering. Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning wordt advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of produkten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van gronden als staan- of ligplaats, alsmede kampeerterrein;
  • d. het gebruik van gronden voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model) vliegsport en voor het houden wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  • e. het gebruik van gronden voor sport- of wedstrijdterrein, parkeerterrein, landingsplaats, dagcamping dan wel voor de ruitersport.