direct naar inhoud van Artikel 24 Sport-Manege
Plan: Landelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09-OH01

Artikel 24 Sport-Manege

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport-Manege aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. manege met de daarbij behorende bouwwerken;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is het wonen in de vorm van een bedrijfswoning met de daarbij behorende bijgebouwen toegestaan;
  • c. horeca;

met de daarbij behorende:

  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. water en waterpartijen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. open terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

24.2 Bouwregels
24.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • b. het bebouwingspercentage mag 100% bedragen, tenzij anders is aangeduid;
  • c. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag niet worden overschreden;
  • d. de dakhelling mag niet meer bedragen dan 60°.

24.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 650 m³ bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 meter en 11 meter;
  • e. de dakhelling van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 60°. Deze contour geldt voor ten minste twee dakvlakken.

24.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bijgebouw bij een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 60 m²;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 meter en 4,50 meter bedragen;
  • d. de dakhelling van een bijgebouw mag niet meer dan 60° bedragen. Deze contouren gelden voor ten minste twee dakvlakken.

24.2.4 Hooitorens en silo's

De bouwhoogte van hooitorens en silo's mag niet meer bedragen dan 15 meter.

24.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 6 meter bedragen;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • c. de hoogte van palen en (licht-)masten mag maximaal 6 meter bedragen.

24.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in lid 24.2.3 onder c voor het oprichten van een bijgebouw met een goot- en bouwhoogte van maximaal 4,50 meter en 7 meter;
  • b. voor het bouwen van mestopslagen buiten de bouwgrenzen, indien binnen de bouwgrenzen geen of onvoldoende ruimte aanwezig is, of realisering van mestopslag binnen de bouwgrenzen om milieuhygiënische redenen niet mogelijk is. Dit onder voorwaarde dat de mestopslag op een afstand van minimaal 50 meter van de gevel van woningen wordt opgericht.

24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

24.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 24.4.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden:

  • a. als staan- of ligplaats van onderkomens, alsmede kampeerterrein;
  • b. als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemmig gerichte beheer van de gronden;
  • c. voor het aanwezig zijn of opgeslagen hebben van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen dan wel onderdelen daarvan, alsmede het plaatsen van al dan niet gerede motorvoertuigen;
  • d. voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model)vliegsport en voor het huoden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  • e. voor landingsplaats, dagcamping;
  • f. het planten van houtgewas;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horeca-activiteiten;
  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van niet ondergeschikte detailhandel.