direct naar inhoud van Artikel 23 Recreatie-Verblijfsrecreatie
Plan: Landelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09-OH01

Artikel 23 Recreatie-Verblijfsrecreatie

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie-Verblijfsrecreatie aangeduide gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen, waterlopen en verblijfsrecreatie;

ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:

  • b. tuinhuisjes;
  • c. gemeenschappelijke gebouwen;
  • d. groen- en parkeervoorzieningen;
  • e. terreinverhardingen;
  • f. wegen en paden;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. waterlopen-, en partijen.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Tuinhuisjes

Voor het oprichten van tuinhuisjes gelden de volgende regels:

  • a. per volkstuin met een oppervlakte van tenminste 200 m² mag een tuinhuisje met een oppervlakte van niet meer dan 22 m² worden opgericht;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een tuinhuisje mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3.00 en 4.50 meter.

23.2.2 Gemeenschappelijke gebouwen

Voor het bouwen van gemeenschappelijke gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een dienstgebouw mag niet meer bedragen dan 60 m²;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een dienstgebouw mag niet meer bedragen respectievelijk 3.00 en 4.50 meter;
  • c. de oppervlakte van een verenigingsgebouw mag niet meer bedragen dan 750 m²;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een verenigingsgebouw mag niet meer bedragen dan 5.00 meter.

23.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen;
  • b. de hoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • c. de hoogte van lichtmasten en voor het overige mag niet meer dan 3 meter bedragen.

23.3 Ontheffing van de gebruiksregels
23.3.1 Ontheffing windturbines

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor het realiseren van windturbines met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de windturbine mag geen hinder in de zin van geluid, slagschaduw en/of gevaar voor onwonenden veroorzaken;
  • b. de landschappelijke inpasbaarheid in voldoende mate is gewaarborgd;
  • c. de bouwhoogte van de windturbine mag niet meer bedragen dan 25 meter;
  • d. de afstand van een windturbine tot de dichtstbijzijnde belendingen dient ten minste tweemaal de ashoogte te bedragen en de uiteinden van de rotor dienen ten minste 2 meter binnen de perceelsgrenzen te blijven.

23.4 Specifieke gebruiksregels
23.4.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

23.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 23.4.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het gebruik van gronden en gebouwen voor een seksinrichting;
  • c. het gebruik van gronden en gebouwen voor detailhandel;
  • d. als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  • e. voor het aanwezig zijn of opgeslagen hebben van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen dan wel onderdelen daarvan, alsmede het plaatsen van al dan niet gerede motorvoertuigen;
  • f. voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model)vliegsport en voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  • g. voor sport- of wedstrijdterrein, parkeerterrein, landingsplaats, dagcamping dan wel voor de ruitersport;
  • h. het planten van houtgewas;
  • i. het gebruik van bebouwing als hoofdverblijf ten behoeve van permanente bewoning;
  • j. het gebruik van bebouwing ten behoeve van overnachting.