direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: De Nollen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00104-0305

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. beeldende kunst;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • j. ondergrondse afvalcontainers;
  • k. evenement categorie 1.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen en onderhoud gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt niet meer dan 30 m3 per gebouw;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 meter.
6.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen mag niet meer dan 6 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Evenementen

Voor de in lid 6.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

6.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend:

  • a. seksinrichtingen;
  • b. prostitutie;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • d. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het opslaan, storten of opbergen van al dan niet afgedankte stoffen op producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.