direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Doelenveld Carré
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00022-0305

2.4 Gemeentelijk beleid

Visie op wonen in Alkmaar 2008-2013

Alkmaar wil een aantrekkelijke stad zijn, ook om in te wonen. In de regio neemt Alkmaar als stad een bijzondere positie in en dat komt mede tot uitdrukking in de keuze die gemaakt wordt voor het realiseren van stedelijke woonmilieus. Het geeft een beeld hoe de stad zich zou moeten ontwikkelen Deze zijn in hoofdlijnen al beschreven in een Meerjaren Ontwikkelingsprogramma dat is opgesteld in het kader van het Grote Steden Beleid. In het college-programma 2006-2010 “Alkmaar: samen werken aan vooruitgang” heeft het college haar ambities verwoord in vijf programma-onderdelen. De doelen op het gebied van wonen staan vermeld in het onderdeel Gevarieerd Wonen. Het zijn die beleidsuitgangspunten die nader zijn uitgewerkt en geactualiseerd in de nota Wonen voor de periode 2008-2013. Voor de komende jaren gelden de volgende uitgangspunten:

De woningbouw-productie moet worden voortgezet en geïntensiveerd. Keuzes maken en blijven inzetten is vooral van belang doordat de nieuwbouw de komende jaren bijna uitsluitend gebeurt op inbreidingslocaties die elk hun eigen specifieke kenmerken en dynamiek hebben.

Als groeiende centrumstad moet Alkmaar creatief met de schaarse ruimte omgaan. Daarom maakt Alkmaar zich sterk voor het stedelijk woonmilieu. Om te voorzien in de regionale woningbehoefte is het gemeentelijk uitgangspunt om binnen de stadsgrenzen nieuwe stedelijke woonmilieus te scheppen door transformatie van verouderde gebieden en door het verdichten van bestaande woonmilieus. Uitbreiding van het meer landelijk en binnen stedelijk wonen laat de gemeente over aan de omringende gemeente in het HAL-gebied.

Structuurvisie Centrumgebied

In de Structuurvisie Centrumgebied (mei 1996) wordt het Doelenveld getypeerd als een rustige stadstuin. Deze kan daarin worden ontwikkeld als een rustig plein in de binnenstad. Daarbij wordt het handhaven van de relatie met het zicht op respectievelijk de tuin van het museum en het gebouw van de stadsdoelen. Parkeren zou bij voorkeur moeten vervallen.

Het Doelenplein en de Bolwerken worden naast de pleinenreeks als 2 belangrijke ruimten genoemd. De stadstuin (Doelenplein) wordt als stille plek gekenschetst die verscholen ligt in de oude stad.

Bestemmingsplan Binnenstad Centrumgebied

Op 30 november 2000 werd het bestemmingsplan Binnenstad Centrumgebied vastgesteld. Hierin is het Doelenplein weliswaar als 'Verblijfsgebied' bestemd, maar werd al een voorschot genomen op bebouwing in deze ruimte. Het plan bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee de bestemming 'Verblijfsgebied' kan worden veranderd in de bestemming 'Gemengde bebouwing', waarin vele functies mogelijk zijn, waaronder die van wonen, bedrijvigheid en culturele voorzieningen. Na wijziging van de bestemming kan het gebied met maximaal 65% bebouwd worden.

Beleidsplan Verkeer en Vervoer, 2000/ Kadernota Duurzame bereikbaarheid

Het beleidsplan stelt voorwaarden op het gebied van verkeer en vervoer om het functioneren van het stedelijk verkeerssysteem te garanderen. De doelstelling van het plan luidt dan ook “Het versterken van Alkmaar als complete en vitale stad met een hoogwaardig woon-, werk-, en voorzieningencentrum voor de regio in het noordelijk deel van de Randstad, waarbij aandacht is voor leefbaarheid, bereikbaarheid, duurzaamheid en aantrekkelijkheid”. Het plan heeft een horizon tot 2010 en heeft als uitgangspunt om maatregelen tot 2005 vast te leggen.

In 2005 heeft er een beleidsmatige evaluatie van het beleidsplan Verkeer en Vervoer plaatsgevonden. De conclusie van deze evaluatie is dat er een nieuw beleidsplan verkeer en vervoer moet komen. Dit beleidsplan moet bestaan uit een kadernota en actieplannen. De kadernota, met de naam ‘Kadernota Duurzame Bereikbaarheid’, geeft een visie op hoe in de toekomst moet worden omgegaan met keuzen voor de bereikbaarheid van de stad. De actieplannen geven binnen die visie de uitgewerkte maatregelen weer. Deze gestelde uitgangspunten zijn in het kader van het economische functioneren van de stad, de leefbaarheid verbeteren en de natuurwaarden in stand houden. De Kadernota is in 2009 vastgesteld.

Milieubeleidsplan 2001-2005

In het Milieubeleidsplan zijn voor wonen, werken, publieke instellingen, openbare ruimte en verkeer, naar aanleiding van het energie en CO2-beleid, apart doelstellingen geformuleerd. Voor verschillende onderwerpen zijn maatregelen opgenomen: voor wonen, werken, publieke instellingen en dergelijke. De maatregelen die worden voorgesteld vallen buiten het bereik van het instrument bestemmingsplan, het gaat bijvoorbeeld om energieprestatie-eisen.

Beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019

In deze nota wordt het cultuurhistorisch beleid onderbouwd en toegelicht voor belanghebbenden en geïnteresseerden. Ten bate van bestuursefficiëntie, burgerservice en ruimtelijke ontwikkelingen zijn de werkterreinen archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg samengevoegd in een gezamenlijke nota cultuurhistorie.

Bij het behoud van het cultureel erfgoed gaat het om het geheel van boven- en ondergrondse monumenten, straatbeelden, samenhangende bebouwing, stratenpatronen, pleinen, waterwegen, historische groenpartijen etc. Alkmaar is per slot van rekening een monumentale stad. Dat wil niet zeggen dat de ontwikkeling van die stad stilstaat. Dat is ook in het verleden nooit zo geweest. Het beleid heeft daarom, naast behoud, vooral ook tot doel om de cultuurhistorie als kwaliteitskenmerk in te brengen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Waar wordt voortgeborduurd op de historische ontwikkeling van de stad behoudt zij haar kwaliteit, terwijl ook aan de eisen van een moderne centrumstad kan worden voldaan.

Om dit beleid gestalte te kunnen geven is een gedegen kennis van de cultuurhistorische waarden van essentieel belang. De afgelopen jaren is deze kennis flink toegenomen. Monumenten en beeldbepalende panden zijn geïnventariseerd en aangewezen, onderzoek op het gebied van archeologie, architectuurhistorie en bouwhistorie hebben belangrijke gegevens opgeleverd over de geschiedenis van de stad en haar bewoners. Door onderzoek blijft de kennis groeien en leidt dit steeds tot nieuwe inzichten.

Het beleid richt zich op een integrale benadering van te onderzoeken of te ontwikkelen objecten en gebieden. De initiatiefnemer krijgt hierdoor snel een heldere eenduidige visie.

Cultuurhistorie in Ruimtelijke Ordening

De nota 'Belvédère' heeft cultuurhistorie een plek gegeven in de ruimtelijke ordening. In de visie 'Modernisering Monumentenzorg' wordt ingestoken op de juridische en wettelijke verankering van cultuurhistorie in bestemmingsplannen. Op zijn vroegst zal dit half 2011 afgerond zijn. Vooruitlopend hierop en in het kader van de wettelijke verplichting de bestemmingsplannen te actualiseren, is beleid op dit vlak vastgesteld.

Archeologie

Voor archeologie is met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumenten Zorg (Wamz) per 01-09-2007 een einde gekomen aan de onzekerheid rondom de invoering van het Europese verdrag van Malta. De wet schrijft voor dat de gemeente met het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten (archeologische) monumenten.

Bouwhistorie

Bouwhistorie is het beleidsterrein dat zich naadloos voegt op het grensvlak tussen archeologie en monumentenzorg. Het versterkt en verduidelijkt de onderlinge samenhang. Het opstellen van relevant beleid is al jaren een beoogd doel, dat niet tot uitvoering is gekomen.

Monumentenzorg

Verandering in de rijksregelgeving geeft de noodzaak tot aanpassing van gemeentelijke monumenten- en subsidieverordening. Daarnaast zijn aanpassingen nodig om op een efficiënte manier de beleidsdoelen te verwezenlijken. De beleidsdoelen uit 1987 op het gebied van monumentenzorg zijn grotendeels bereikt. Voortzetting van succesvol beleid en actualisering zijn noodzakelijk. Hierbij wordt er geanticipeerd op het rijksbeleid in ontwikkeling voor de modernisering van het monumentenbeleid (MoMo).

Horecabeleid

In de notitie 'Tussen Lust en Last' (december 2003) is het horecabeleid van de gemeente Alkmaar vastgesteld. Daarin zijn de volgende algemene uitgangspunten voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen opgenomen.

De planologische “hoofdstructuur” van de horeca in Alkmaar is historisch ontwikkeld en ligt grotendeels vast. Bij het gemeentelijk horeca-beleid is een aantal planologische aspecten van belang, welke in een bestemmingsplan kunnen worden geregeld. Aanvullend kan vervolgens een aantal zaken (onder meer sluitingstijden) in de horeca-nota geregeld worden. Het is van essentieel belang dat de horeca-categorieën planologisch te onderscheiden zijn in nieuw op te stellen bestemmingsplannen.

In algemene zin vinden binnen een horecabedrijf drie soorten activiteiten plaats:

  • a. productie ter plaatse = bedrijf
  • b. verkopen = winkel
  • c. consumeren = horeca

Het is van belang aan te geven welke activiteiten in een nieuw bestemmingsplan wel en niet onder de horeca-bestemming worden gerekend. Niet onder de horeca-bestemming vallen de volgende activiteiten:

Zalenverhuur/ Sociëteit, Hotel/Pension, Catering en Traiteur. Deze activiteiten worden in andere bestemmingen opgenomen.

Binnen de horeca-bestemming is het planologisch wenselijk een viertal categorieën horeca te onderscheiden:

Categorie 1 Disco/nachtclub/bar-dancing

Categorie 2 Café/Grandcafe/Café-restaurant

Categorie 3 Restaurant, lunchroom (def.: verstrekken maaltijden, consumptie ter plaatse)

Categorie 4 Cafetaria en snackbar (def.: verstrekken etenswaren, consumptie ter plaatse en buiten).

Het onderscheid tussen deze vier horeca-categorieën is vooral gebaseerd op criteria als overlast, bereikbaarheid, parkeren, uitstraling, koppeling met andere functies, beslag op de publieke buitenruimte (terrassen), de loketfunctie en publiekfunctie op straat. Deze criteria zijn ondergebracht in volgende categorieën.

Categorie 1 met name om ruimtebeslag, parkeren en bereikbaarheid

Categorie 2 met name om ruimtebeslag, behoefte aan terrassen en conflict met andere functies

Categorie 3 zou in beginsel bijna overal kunnen

Categorie 4 met name de relatie met winkels en de ruimte-claim van loket en publiek.

Daarnaast kunnen deze vier categorieën voorkomen als onderdeel van een andere bestemming. Gedacht kan onder meer worden aan een restaurant als onderdeel van een theater, een restaurant als onderdeel van een warenhuis, een café als onderdeel van een cultureel centrum of een disco als onderdeel van een jeugdcentrum.

In de notitie 'Tussen Lust en Last' (dec. 2003) is een inventarisatie opgenomen, die is gebaseerd op deze horeca categorieën.

Voor dit plan zijn alleen horecavestigingen in de categorieën 2 en 3 mogelijk.

Beleidsnotitie antenne-installaties in Alkmaar, 2002

Door de gemeenteraad van Alkmaar is in oktober 2002 gemeentelijk beleid vastgesteld voor het plaatsen van antenne-installaties in Alkmaar. Dit beleid is van toepassing op zowel GSM als UMTS-installaties. Het beleid staat in de “beleidsnotitie antenne-installaties in Alkmaar”. Uitgangspunt voor dat beleid zijn de 'ruimtelijke effecten' die dergelijke antenne-installaties op gebouwen en omgeving hebben. De gemeente wil niet dat er overal een mast van bijvoorbeeld dertig meter hoog kan worden geplaatst. Daarvoor zijn regels. Dit kan, omdat voor het plaatsen van een dergelijke mast een bouwvergunning nodig is. Voor installaties op gebouwen is veelal echter geen vergunning nodig. Dit is landelijk zo geregeld. Wel moet dan aan een groot aantal voorwaarden worden voldaan. Wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan is de installatie vergunningvrij. Bij het gemeentelijk beleid gaat het om de ruimtelijke aspecten. Het zelfde geldt in feite voor de landelijke wetgeving. Uitgangspunt is daarbij overigens wel dat niet is aangetoond dat er schadelijke effecten zijn voor de volksgezondheid. In een later stadium is het ruimtelijk beleid door de gemeenteraad verlaten, vanwege de discussie rond volksgezondheidsaspecten.

Nota Werken aan huis

Naast de traditionele vrije beroepen is er een toename waar te nemen van beroepen-aan-huis. In de nota Werken aan huis is aangegeven dat enerzijds het beroeps- en bedrijfsmatig medegebruik van woningen stimulerend kan werken op de economische ontwikkeling. Anderzijds kan dit het woongenot van de omgeving bederven en concurrentievervalsing met zich meebrengen.

In Alkmaar was behoefte aan algemeen beleid ten aanzien van dit medegebruik van woningen. Dit beleid moet zorgen voor een positief evenwicht tussen de positieve en negatieve effecten van werken-aan-huis. Het voorgestelde beleid geldt voor geheel Alkmaar. Bij een beroep-aan-huis dient de woonfunctie behouden te blijven. Daarnaast mag de activiteit geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de woonomgeving.

In de regels zijn bepalingen en voorwaarden opgenomen voor werken-aan-huis en beroep-aan-huis.

Parkeerbeleid

De parkeernota van de gemeente Alkmaar beschrijft de achtergronden en keuzes ten aanzien van het gemeentelijke parkeerbeleid. De centrale gedachte uit deze nota is dat bij de ontwikkeling van een locatie de parkeerdruk nu en in de toekomst niet mag worden afgewenteld op de directe omgeving. Alleen in de binnenstad mag een uitzondering worden gemaakt vanwege het historische karakter. Daar behoren collectieve oplossingen in parkeerbeleid en parkeergarages tot de mogelijkheden. In de nota wordt ingegaan op parkeren in relatie tot een bepaald type voorziening.

Het bestemmingsplan heeft betrekking op een (klein) gedeelte van de binnenstad. In hoofdstuk 3 zal nader worden ingegaan op welke wijze met dit plan wordt voldaan aan het gemeentelijk parkeerbeleid voor de binnenstad.

Welstandsnota

In de ‘Welstandsnota Alkmaar’ staat het beleid en de toepassing van dat beleid beschreven op het onderdeel welstand. Bouwplannen worden getoetst aan welstand. In de nota zijn de criteria opgenomen waaraan getoetst wordt. De criteria hangen af van het soort bouwwerk en het gebied waar dit bouwwerk in gerealiseerd wordt. Zo is voor het plangebied is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Bouwplannen voor de gronden van dit bestemmingsplan worden via dat beeldkwaliteitsplan aan de welstandscriteria getoetst.