direct naar inhoud van 5.7 Ecologie
Plan: Overstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00017-0305

5.7 Ecologie

Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet vereist dat inzicht wordt geboden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijke beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of leefgebied zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Wordt de uitvoering van een plan noodzakelijk geacht (maatschappelijke relevantie dient te worden aangetoond) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden verkregen en zal moeten worden voorzien in compensatie.

5.7.1 Quickscan

In 2005 is door bureau Van der Goes en Groot een quickscan naar aanwezige ecologische waarden in Overstad uitgevoerd (zie bijlage). Uit de quickscan blijkt dat vooral de aanwezigheid van algemene soorten wordt verwacht. De aanwezigheid van vleermuizen en vissen is nog niet bekend en dient nader te worden onderzocht in het geval van ontwikkelingen (sloop/aanpassing van gebouwen en werkzaamheden aan wateren). In de volgende paragraaf is aandacht besteed aan het nader onderzoek naar vleermuizen en vissen.

5.7.2 Vervolgonderzoek vleermuizen en vissen

Vanwege de verschillende ontwikkelingen verspreid over Overstad, is voor het gehele gebied een vervolgonderzoek (zie bijlage) naar de aanwezigheid van vleermuizen en vissen uitgevoerd (rapportage 7 december 2011).

In Overstad zijn geen beschermde vissoorten aangetroffen. Derhalve is voor deze soortgroep een ontheffingsaanvraag niet nodig.

In het gebouw aan de Kwakelkade 3 zijn huismussen aangetroffen waarvan de verblijfplaatsen jaarrond zijn beschermd. Als (negatieve) effecten op de verblijfplaatsen van deze soort wordt verwacht, dient een ontheffing te worden aangevraagd. In de ontheffingsaanvraag dienen passende mitigerende en compenserende maatregelen te worden beschreven. Wanneer in een ontheffingsaanvraag kan worden aangegeven dat de verstoorde vogels naar alternatieve, gelijkwaardige (eventueel aan te bieden) nestgelegenheid in de directe omgeving kunnen uitwijken, zal ontheffing niet nodig zijn, omdat geen van de verboden van de Flora- en faunawet wordt overtreden.

Daarnaast is aan de Zijperstraat een tijdelijk verblijf van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Indien er werkzaamheden worden verricht aan het gebouw waarin de vleermuizen zijn aangetroffen, dient een ontheffingsaanvraag te worden ingediend waarin passende mitigerende en compenserende maatregelen worden beschreven.

5.7.3 Conclusie

Vooralsnog zijn geen bijzondere ecologische waarden in het plangebied aangetroffen, zodat er geen belemmeringen voor de ontwikkelingen bestaan. Schadelijke effecten op beschermde planten en dieren zijn mogelijk alleen te verwachten bij ontwikkelingen aan de percelen Kwakelkade 3 en de betreffende locatie aan de Zijperstraat. Mocht er op deze locaties ontwikkeld gaan worden dan zal er een ontheffingsaanvraag moeten worden ingediend.