direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Overstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00017-0305

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Centrumgebied Alkmaar

Voor het gehele centrumgebied van Alkmaar is in mei 1996 een structuurvisie vastgesteld. Overstad is hier een onderdeel van. De structuurvisie gaat uit van:

  • Het bestaande en het te versterken karakter van de drie deelgebieden Stationsomgeving, Overstad en Binnenstad.
  • Het geven van nieuwe inhoud en verblijfskwaliteit aan de kanaalzone tussen de drie deelgebieden.
  • Het functioneel en ruimtelijk spreiden van stedelijke activiteiten, zodat een centrumdriehoek ontstaat.
  • Het functioneel en ruimtelijk spreiden van stedelijke activiteiten zodat een centrumdriehoek ontstaat met specifieke zwaartepunten van activiteiten in de hoeken en een multifunctioneel karakter zowel in het hart als aan de 'spanningslijnen' die de centrumdeelgebieden onderling verbinden.

In de structuurvisie is aangegeven dat tot 2015 de grootste transformatie plaats zal vinden in Overstad. Hierbij spelen de volgende uitgangspunten een belangrijke rol:

  • Het ruimtelijk en functioneel afbakenen van het gebied voor de grootschalige detailhandel waarvoor een doelmatige en aantrekkelijke openbare ruimte wordt ingericht die gekoppeld is aan zowel de parkeervoorzieningen als aan de openbare ruimte van de binnenstad.
  • Het toevoegen van functies die een intensiever gebruik van de openbare ruimte met zich meebrengen en zodoende de sociale veiligheid van met name de langzaam-verkeersverbindingen richting Huiswaard 1 en 2 bevorderen (te denken valt aan een grootschalige bioscoop, restaurant, wonen etc.)
  • Zonering van woon- en kantoorfuncties om flexibel op de kansen te kunnen inspelen.

De zone langs de Hoornse Vaart wordt gevormd door een aaneenschakeling van watergerichte woonhoven in gestapelde en grondgebonden typologieën. De Kwakelkade wordt gedeeltelijk een recreatieve route.

Aan de geluidsluwe zijde zal elk woningbouwproject in zijn eigen openbare ruimte en kwaliteit moeten voorzien, zodat op termijn een centraal lint van (groene) hoven en pleintjes aan weerzijden van de Pettemerstraat een herkenbare structuur gaat vormen.

Conclusie

Een aantal ontwikkelingen is direct meegenomen in voorliggend bestemmingsplan. Hierdoor worden de eerste ontwikkelingen in het transformatieproces van Overstad mogelijk gemaakt.

2.3.2 Nota wonen 2008-2013

Alkmaar wil een aantrekkelijke stad zijn, ook om in te wonen. In de regio neemt Alkmaar als stad een bijzondere positie in en dat komt mede tot uitdrukking in de keuze die gemaakt wordt voor het realiseren van stedelijke woonmilieus. Het geeft een beeld hoe de stad zich zou moeten ontwikkelen. Voor de komende jaren gelden de volgende uitgangspunten:

  • De woningbouwproductie moet worden voortgezet. Keuzes maken en blijven inzetten is vooral van belang doordat de nieuwbouw de komende jaren bijna uitsluitend gebeurt op inbreidingslocaties die elk hun eigen specifieke kenmerken en dynamiek hebben.
  • Als groeiende centrumstad moet Alkmaar creatief met de schaarse ruimte omgaan. Daarom maakt Alkmaar zich sterk voor het stedelijk woonmilieu. Om te voorzien in de regionale woningbehoefte is het gemeentelijk uitgangspunt om binnen de stadsgrenzen nieuwe stedelijke woonmilieus te scheppen door transformatie van verouderde gebieden en door het verdichten van bestaande woonmilieus.


Hoewel Overstad nog hoofdzakelijk een bedrijventerrein is, bevinden zich aan de zuid-oostrand van het gebied ook woningen.

Conclusie

De bestaande woningen in het plangebied zijn positief bestemd. Overstad krijgt volgens de visie voor het gebied in de toekomst een stedelijk woonmilieu. Dit past binnen het gemeentelijk woonbeleid, waarin wordt ingezet op het toevoegen van stedelijke woonmilieus. Delen van Overstad hebben in voorliggend bestemmingsplan een gemengde bestemming gekregen, waarbinnen ook wonen mogelijk is.

2.3.3 Beroeps- en bedrijfsmatig medegebruik van woningen

Naast de traditionele vrije beroepen is er een toename waar te nemen van beroepen-aan-huis. In de nota Werken aan huis is aangegeven dat enerzijds het beroeps- en bedrijfsmatig medegebruik van woningen stimulerend kan werken op de economische ontwikkeling. Anderzijds kan dit het woongenot van de omgeving bederven en concurrentievervalsing met zich meebrengen.

In Alkmaar was behoefte aan algemeen beleid ten aanzien van dit medegebruik van woningen. Dit beleid moet zorgen voor een positief evenwicht tussen de positieve en negatieve effecten van werken-aan-huis. Het voorgestelde beleid geldt voor geheel Alkmaar. Bij een beroep-aan-huis dient de woonfunctie behouden te blijven. Daarnaast mag de activiteit geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de woonomgeving.

Conclusie

De huidige en nieuwe woningen in Overstad moeten de mogelijkheid hebben van een beroep-aan-huis. Dit is in het bestemmingsplan 'Overstad' dan ook direct mogelijk gemaakt.

2.3.4 Actieprogramma Economie & Toerisme in Alkmaar 2010 t/m 2015

Alkmaar is gelegen op steenworp afstand van de Randstad en oefent een grote aantrekkingskracht uit op mensen en bedrijven. De monumentale binnenstad, voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, sport, cultuur, evenementen en winkels zorgen voor grote levendigheid. Ook de aanwezigheid van bedrijven is bepalend voor het karakter van de stad. Hiermee vervult Alkmaar een belangrijke functie in de regio en is de stad attractief voor bezoekers uit binnen- en buitenland. Alkmaar heeft de ambitie om zich verder te ontwikkelen als complete en vitale centrumstad: hoofdstad van Noord-Holland Noord. Het economisch en toeristisch actieprogramma 2010-2015 geeft de ambitie weer voor het economisch en toeristisch beleid met de volgende doelstellingen:

  • Groei van de werkgelegenheid.
  • Toename van de bestedingen.
  • Versterking van het ondernemingsklimaat.

Aan het actieprogramma is een 'dynamisch uitvoeringsplan 2010 t/m 2015' gekoppeld waarin verschillende thema's en doelstellingen voor het versterken van economie & toerisme zijn uitgewerkt en worden gekoppeld aan concrete projecten.

De ambities voor Overstad liggen hoog. De bedoeling is dat op Overstad een mix aan functies mogelijk wordt, dat er een aantrekkelijk verblijfsklimaat komt en dat via terrassen en horeca een directe relatie wordt gelegd met het water. Met een gebiedsontwikkeling op Overstad wordt onder meer de winkelrouting verbeterd en de uitstraling van de openbare ruimte en de compactheid van het winkelgebied vergroot. Zo kan het gebied zich ontwikkelen tot een samenhangende shopping-mall met een regionale uitstraling. Daarbij kunnen twee delen worden onderscheiden:

Het centrumdeel van Overstad dat qua profiel aansluit bij het kernwinkelgebied en zich richt op het recreatieve bezoekmotief. En direct daaromheen een woonboulevard, waar de bezoeker kijkt en vergelijkt, doelgericht aankoopt, en wordt verleid om tevens een bezoek te brengen aan het kernwinkelgebied.

In de binnenstad is, naast verbetering van de aansluiting met Overstad, vooral winst te behalen door te voorzien in schaalvergroting van de winkelpanden, een betere routing en verblijfsklimaat.

De gebiedsontwikkeling van Overstad komt in het 'dynamisch uitvoeringsplan 2010 t/m 2015' terug in de volgende opgaven:

  • Komen tot clustervorming van creatieve bedrijven, onder andere door het stimuleren van verschillende soorten broedplaatsen.
  • Uitbouw van Alkmaar als kennisstad.
  • Faciliteren jongerencultuur (poppodium, horeca, terrassen).
  • Profilering van binnenstad en Overstad als één herkenbaar kernwinkelgebied.

Conclusie

De ontwikkelingen die zijn beoogd in het kader van het actieprogramma economie & toerisme zijn in voorliggend bestemmingsplan zoveel mogelijk rechtstreeks mogelijk gemaakt.

2.3.5 Structuurvisie Locatiebeleid Gemeente Alkmaar

De kern van het locatiebeleid van de gemeente Alkmaar is samen te vatten als: 'Het bieden van een geschikte vestigingsplaats voor iedere activiteit met economische gevolgen, te weten bedrijvigheid (in ruime zin) en grootschalige voorzieningen'. Daarbij gaat het niet meer louter om mobiliteitsaspecten die dergelijke activiteiten oproepen, maar wordt het locatiebeleid verbreed tot:

  • 1. Economische ontwikkelingsmogelijkheden (en daarmee de versterking van de regionale economie) in de vorm van het bieden van voldoende geschikte vestigingsplaatsen voor de activiteiten waarop het locatiebeleid van toepassing is.
  • 2. Bereikbaarheidsaspecten in de vorm van een doelmatig gebruik van alle beschikbare vervoersmogelijkheden (op regionaal niveau en voor de regio) voor personen en goederen over weg, spoor en water.
  • 3. Het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid in de vorm van efficiënt ruimtegebruik, van kwaliteit en variatie in vestigingsmilieus (op de vraag afgestemd) met voldoende aandacht voor functiemenging, van kwaliteit van de leefomgeving en het voorzien in op de locatie afgestemde parkeerfaciliteiten.
  • 4. Bedrijven en voorzieningen, die uit een oogpunt van veiligheid, hinder en verkeersaantrekkende werking niet inpasbaar zijn, ruimte te bieden op daarvoor te bestemmen (bedrijven)terreinen.
  • 5. Het bieden van ruimte aan bedrijven en voorzieningen, die omvangrijke goederenstromen oproepen en/of een sterke verkeersaantrekkende werking hebben, op locaties met een goede aansluiting op (verschillende) verkeers- en vervoersverbindingen.

Ten behoeve van het gebied 'Huiswaard-Overstad' wordt het volgende (op hoofdlijnen) aangegeven:

Dit gebied is momenteel aan de noordzijde hoofdzakelijk in gebruik als industrieterrein. Aan de zuidzijde is een groot deel ingevuld met perifere detailhandel. Voor het gehele gebied is inmiddels een Masterplan opgesteld. Er wordt naar gestreefd om in het gebied ruim 2.000 woningen te realiseren gecombineerd met een gebied waarin perifere detailhandel zich kan vestigen. Tevens kunnen in het gebied hoogwaardige kleinschalige bedrijvigheid, onderwijs en zorgvoorzieningen, horeca (eventueel inclusief hotelvestiging), vermaak, cultuur en kantoren gerealiseerd worden.

Conclusie

Gezien de marktontwikkelingen zijn bovengenoemde ambities bijgesteld. Wonen en ook andere voorzieningen zijn in voorliggend bestemmingsplan mogelijk gemaakt, om zo de ontwikkeling in gang te zetten. Van de realisatie van de volledige 2.000 woningen binnen de looptijd van dit bestemmingsplan is in deze mate geen sprake meer.

2.3.6 Beleidsnota kantoren 2007-2016

Alkmaar is aantrekkelijk voor kantoorontwikkeling. Dat perspectief heeft Alkmaar als centrumstad in Noord-Holland Noord. Ook de komende jaren zal Alkmaar een sterke regionale functie kunnen blijven vervullen, mits gezorgd wordt voor voldoende en aantrekkelijke vestigingslocaties.

Uit de beleidsnota Kantoren 2007 blijkt dat groei van kantoorontwikkeling wenselijk en mogelijk is. Gekozen wordt voor kantoorontwikkeling op beide stationslocaties en bij de omgeving bypass Boekelermeer/Kooimeerplein. Overigens worden andere locaties hiermee niet per definitie uitgesloten. Van deze drie locaties wordt geconstateerd dat deze gezien de kenmerken in ieder geval en bij uitstek geschikt zijn voor kantoorvestiging.

In dat kader zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd.

  • 1. Gestreefd wordt naar concentratie en massa om versnippering van kantoorlocaties te vermijden. Voorkeur gaat uit naar multifunctionele locaties.
  • 2. Gestreefd wordt naar voldoende planvoorraad via ruimtelijke plannen.
  • 3. Gemeente en marktpartijen moeten doorgaan en (extra) investeren in de plannen voor en kwaliteit van Alkmaar Centraal Station.
  • 4. Station Alkmaar-Noord biedt perspectief voor kantoorontwikkeling.
  • 5. Naast de stationslocaties wordt ingezet op één of twee locaties langs de ringweg.
  • 6. Het aanbod op beide type locaties (stations en ringweg) dient snel te worden verruimd om aan de grote directe vraag te kunnen voldoen.

Conclusie

Op diverse locaties in Overstad zijn kantoren aanwezig. In voorliggend bestemmingsplan zijn kantoren toegestaan in de bestemmingen 'Centrum - 1', 'Centrum - 2', 'Gemengd - 1' en 'Gemengd - 2'. Hierdoor is toevoeging van kantoren mogelijk in het kader van de transformatie van Overstad. In de gebruiksregels van de bestemmingen 'Gemengd - 1' en 'Gemengd - 2' is geregeld dat de bedrijfsvloeroppervlakte van een kantoor maximaal 750 m2 mag bedragen.

2.3.7 Uitwerking regionaal detailhandelsbeleid

Het gemeentelijk beleid richt zich op een versterking van de regiopositie van de detailhandel in Alkmaar. In de uitwerking van het regionale detailhandelsbeleid die is vastgesteld door de gemeenteraad op 6 januari 2009, is gekeken hoe de regionale detailhandelsstructuur kan worden versterkt en leegstand kan worden voorkomen. Dit beleid is een belangrijke bouwsteen voor de gebiedsontwikkeling van Overstad.

Om de regiopositie te versterken is het gewenst dat de binnenstad haar bestaande kwaliteiten als attractief recreatief centrum verder uitbreidt. Door de nabijheid van Overstad beschikt de binnenstad over een gebied waarin kan worden voorzien in de behoefte van schaalvergroting en ruimtevragende functies zoals parkeren. Deze bijzondere situatie kan als kans worden gezien, mits de binnenstad en Overstad zich meer als één samenhangend centrumgebied ontwikkelen. Zonder goede functionele integratie zou Overstad zich kunnen ontpoppen als bedreiging, omdat het kan gaan functioneren als een beter bereikbare, moderne tegenhanger van de binnenstad. Een consistent beleid, gebaseerd op duidelijke keuzes, draagt bij aan een gezond investeringsklimaat. Door Overstad-Centrum te herontwikkelen tot één samenhangende shopping-mall met (boven)regionale uitstraling, kan het aantal bezoekers hier sterk toenemen. Gekoppeld aan Overstad-Centrum kan een integrale herontwikkeling plaatsvinden van het aanbod binnen het thema wonen. Gekoppeld aan het themacentrum Wonen, kan vervolgens een gebied worden ontwikkeld met aanvullende pdv-branches, zoals woonwinkels, bouwmarkten en een tuincentrum. Om het thematische woonwinkelcentrum te stimuleren is het gewenst woninginrichting, keukens en sanitair op Overstad te concentreren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0361.BP00017-0305_0004.png"

Ontwikkelingsvisie binnenstad en Overstad (uitwerking regionaal detailhandelsbeleid)

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is aangesloten op de gemeentelijke uitwerking van het regionale detailhandelsbeleid. Er is daarom op delen van Overstad ruimte geboden aan detailhandel in volumineuze goederen, waaronder woninginrichting, keukens en sanitair. Voor Overstad-Centrum gelden ruimere mogelijkheden voor detailhandel, aangezien hier geen branchebeperking is opgenomen. Wel zijn in het bestemmingsplan minimale oppervlaktes per winkel vastgelegd, zodat Overstad-Centrum zich blijft onderscheiden van de Alkmaarse binnenstad.

2.3.8 Branchering detailhandel op bedrijventerreinen

De nota 'Branchering detailhandel op bedrijventerreinen' beschrijft een kort en helder beleidskader waarin het detailhandelsbeleid van de gemeente Alkmaar wordt beschreven. De nota is op 10 december 2009 vastgesteld door de gemeenteraad. Op basis van analyses van de trends en ontwikkelingen in de detailhandel in volumineuze artikelen wordt het volgende geconcludeerd:

  • Het aanbod bouwmarkten kan uitbreiden.
  • Spreiding tuincentra op het huidige niveau handhaven.
  • Beperkt aantal locaties voor aanbod ABC-goederen.

Aan de hand van deze conclusies en (onder andere) de Structuurvisie Locatiebeleid gemeente Alkmaar wordt het ruimtelijk beleidskader voor bedrijventerreinen beschreven. Detailhandel op bedrijventerreinen is in beginsel ongewenst. Uitzondering kan worden gemaakt voor die vormen van detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen niet inpasbaar zijn in winkelgebieden en de gewenste structuur niet negatief beïnvloeden.

Overstad is een PDV-locatie met een (boven)regionale verzorgingsfunctie en wordt gekenmerkt door een sterk aanbod in de branche woninginrichting. Het is gewenst deze PDV-locatie verder te ontwikkelen als een schil om het centrale deel van Overstad, waarbij het aanbod zich verder concentreert tot een herkenbaar cluster. Door de opwaardering van Overstad tot een stedelijk gebied, zal intensivering van het ruimtegebruik plaatsvinden. Door versterking van de detailhandel in woninginrichting in Overstad is het noodzakelijk nieuwe vestigingen van woninginrichting uit te sluiten buiten Overstad. Hiermee wordt tevens mogelijke duurzame ontwrichting van de aanbodstructuur in deze branche in de toekomst voorkomen.

Het centrale deel van Overstad (Koopstad) wordt onderdeel van de binnenstad van Alkmaar. Daar geldt evenals voor de historische binnenstad een algemene detailhandelsbestemming.

Conclusie

In bestemmingsplan 'Overstad' is aangesloten op het gemeentelijk detailhandelsbeleid voor Overstad: inzetten op detailhandel in woninginrichting en voor het centrale deel een algemene detailhandelsbestemming toekennen.

2.3.9 Klimaatagenda & Warmte- en Koudenota

In de Klimaatagenda 2009–2012 staan doelstellingen op het gebied van klimaatproblematiek en duurzaamheid van de gemeente Alkmaar. Het duurzaamheids- en klimaatbeleid is verder uitgewerkt in het Programma Duurzaamheid & Klimaat Alkmaar 2010–2012. In de Warmte- en Koudenota Alkmaar van 6 april 2009 staat het gemeentelijke beleid ten aanzien van warmtelevering door HVC en duurzame koeling.

Bij nieuwbouw en vervangende bouw op Overstad ligt de nadruk op de (toekomst)-waarde die wordt gecreëerd door energiezuinig bouwen en gebruik van duurzame energie. De gemeente heeft hierbij de volgende beleidslijn voor ogen:

  • 1. Belang van isolatiewaarde (kwaliteit van het 'casco') van gebouwen staat voorop.
  • 2. Voor verwarmingsdoeleinden wordt gebruik gemaakt van het restwarmtenet van de HVC.
  • 3. Financieel rendabele duurzaamheidmaatregelen worden genomen.
  • 4. Zo veel mogelijk gebruik maken van de mogelijkheden die de locatie biedt om efficiënt duurzame energie op te wekken.
  • 5. Gebouwen worden zo ontworpen, dat nu nog niet rendabele maatregelen zonder belemmeringen later kunnen worden aangebracht.
  • 6. Niet alleen goede plannen, maar ook goede uitvoering: de kwaliteit van het bouwproces waarborgt de juiste uitvoering en bij oplevering telt het gemeten resultaat.

Aansluiting op het warmtenet is op basis van artikel 2.7.3A van de Bouwverordening verplicht voor nieuwbouw op Overstad. Verder geldt voor Overstad een gebiedsgerichte afspraak om een EPL van minimaal 7,0 te halen en te streven naar een EPL van 7,5. Met de aansluiting op het warmtenet en inmiddels in het Bouwbesluit doorgevoerde aanscherpingen van de EPC mag echter worden verwacht dat aan de EPL-afspraak wordt voldaan. Voor het overige geldt dat het niet gaat om bindende richtlijnen maar om ambities die worden nagestreefd. Gemeente wil samen met de marktpartijen invulling geven aan deze ambities met als uiteindelijk doel een energieneutrale stad.

Conclusie

De ambities op het gebied van duurzaamheid voor Overstad zijn vastgelegd in de Bouwverordening. In dit bestemmingsplan zijn geen specifieke regels opgenomen.

2.3.10 Kadernota Duurzame Bereikbaarheid

De gemeente Alkmaar heeft in september 2009 de Kadernota Duurzame Bereikbaarheid vastgesteld. Deze kadernota stelt voorwaarden op het gebied van verkeer en vervoer om het functioneren van het stedelijk verkeerssysteem te garanderen. De doelstelling van de kadernota luidt:

'Het bereiken van duurzame bereikbaarheid door middel van een goede balans tussen economie, leefbaarheid en milieu.'

Een goede balans tussen de mens, de economie en de natuur creëert een duurzame, bereikbare stad. Voor de toekomst beschrijft de Kadernota twee infrastructuurmodellen: een ringenmodel en een sectorenmodel. Op 29 september 2011 heeft de gemeenteraad het ringenmodel vastgesteld, met uitzondering van de Kanaalkade. Op dit moment wordt gewerkt aan besluitvorming over de Kanaalkade. Om de doorstroming te verbeteren is de Noorderstraat weer geschikt gemaakt voor tweerichtingsverkeer.

Conclusie

Voorliggend bestemmingsplan maakt plannen rondom de Centrumring en het in twee richtingen open stellen van de Noorderstraat mogelijk. Binnen het kader van het bestemmingsplan zijn diverse scenario's mogelijk.

2.3.11 Parkeernormen 2007-2015

De nota Parkeernormen 2007–2015 van de gemeente Alkmaar beschrijft de achtergronden en keuzes ten aanzien van het gemeentelijke parkeerbeleid. De centrale gedachte uit deze nota is dat bij de ontwikkeling van een locatie de parkeerdruk nu en in de toekomst niet mag worden afgewenteld op de directe omgeving. Alleen in de binnenstad mag een uitzondering worden gemaakt vanwege het historische karakter. Daar behoren collectieve oplossingen in parkeerbeleid en parkeergarages tot de mogelijkheden. In de nota wordt ingegaan op parkeren in relatie tot een bepaald type voorziening.

Voor Overstad gelden ten opzichte van de binnenstad hoge parkeernormen. De parkeernormen zijn uiteenlopend en gelden per type voorziening en per oppervlakte van een woning.

Conclusie

De actuele parkeernormen worden gehanteerd om bij nieuwe ontwikkelingen een toename van de parkeerdruk op de omgeving te voorkomen. Voor de ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in bestemmingsplan 'Overstad' wordt een toetsing aan de parkeernormen uitgevoerd.

2.3.12 Parkeren in balans (2009)

De nota Parkeren in Balans is op 19 juli 2009 vastgesteld door de gemeenteraad. De nota bevat een aantal mogelijke maatregelen om het evenwicht in parkeren (beleidsmatig en financieel) te herstellen voor de periode totdat de Schelphoekgarage gereed is (2013). De nota is vooral gericht op de situatie in het noordwestelijk deel van de binnenstad en geeft een gewenst eindbeeld van het parkeren in Alkmaar vanaf 2012 en hoe dat bereikt kan worden. Het parkeerbeleid zal sterk vereenvoudigd en verduidelijkt moeten worden. De kwaliteit en de gebruikswaarde van de binnenstad worden verhoogd door herinrichting van de Kanaalkade, Hofplein, Doelenveld, Laat, Paardenmarkt, Gedempte Nieuwsloot en Dijk met als gevolg dat een flink aantal parkeerplaatsen verdwijnt. De bestaande parkeermogelijkheden kunnen effectiever benut worden. Daarnaast heeft ook het oplossen van een aantal knelpunten in het parkeren een belangrijke aanleiding voor optimalisatie van het parkeerbeleid gevormd.

In Parkeren in Balans zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • 1. Mogelijk maken van een deel van de kwaliteitsverbetering van de binnenstad.
  • 2. Voldoende inkomsten om alternatieven te kunnen bekostigen.
  • 3. Betere verdeling van de parkeerdruk.
  • 4. Wegnemen van onduidelijkheden op straat.
  • 5. Uniformiteit in beleid met mogelijkheden voor maatwerk per wijk.
  • 6. Betere benutting van bestaande parkeercapaciteit.

Overstad voorziet in een deel van de parkeerbehoefte van de binnenstad van Alkmaar. In het gebied is voldoende ruimte om te parkeren. Veel werknemers staan op de eerste plaatsen waar vrij parkeren is (Zijperstraat, Kwakelkade, Koedijkerstraat). Bewoners parkeren in principe op eigen terrein en niemand komt in aanmerking voor een straatvergunning. Er is vooralsnog geen aanleiding om het parkeerbeleid te wijzigen.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan 'Overstad' zijn (openbare) parkeerplaatsen voldoende mogelijk gemaakt, zodat ook hierin voldoende ruimte wordt geboden om het parkeerbeleid te handhaven en indien nodig te optimaliseren.

2.3.13 Groenbeleidsplan Alkmaar 2004-2014

Het groenbeleidsplan Alkmaar 2004-2014 bevat de hoofdlijnen van beleid voor de groenstructuur en het groenbeheer. Groen (parken, groene verbindingen, bomen en plantsoenen) is essentieel voor de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving. In het Groenbeleidsplan Alkmaar wordt gestreefd naar het beschermen en ontwikkelen van een heldere, stabiele, groene structuur.

Groene hoofdstructuur

Alkmaar streeft naar het in stand houden, ontwikkelen en creëren van een groene hoofdstructuur. De hoofdgroenstructuur heeft betekenis voor iedereen in de stad, voor sfeer, herkenning en voor het recreatieve gebruik, zoals wandelen, fietsen en verblijven.

De groene hoofdstructuur bestaat uit:

  • Parken en/of ecologische kerngebieden.
  • Groen lineair netwerk van bomen, landschappelijke lijnen en groenstroken als bermen.
  • Blauwe lijnen die bestaat uit het waternetwerk met oevers.

Het groenbeleid richt zich op het in stand houden van de essentiële waarden van deze hoofdstructuur. Deze waarden worden gevormd door de omvang, de aaneensluiting, de verdeling en de samenhang van de gebieden, de leeftijd en de resultaten van (langdurige) ontwikkelingsprocessen. Het resultaat zijn waarden ten aanzien van cultuurhistorie, ecologie, gebruiksmogelijkheden, beleving en structuur die zich niet laten vervangen of compenseren. Alkmaar moet zuinig zijn op het groen en daarom de hoofdgroenstructuur beschermen om onherstelbare verliezen te voorkomen.

Overstad maakt geen deel uit van de hoofdgroenstructuur van Alkmaar. Wel maakt het Noordhollands Kanaal onderdeel uit van de regionale/provinciale ecologische verbindingszone en heeft de Hoornse Vaart een ecologische betekenis in het gemeentelijk waterplan.

Conclusie

In dit bestemmingsplan zijn groenvoorzieningen voldoende mogelijk gemaakt, zodat hierin ruimte wordt geboden voor de uitvoering van het groenbeleid.

2.3.14 Een Waterplan voor Alkmaar 2002-2012

De stad Alkmaar heeft van oudsher een band met water. Alkmaar staat de komende jaren voor de taak om de wateropgave in het stedelijk gebied op te lossen. De gemeente werkt daarom vanaf 2002 onder de titel 'Alkmaar, stad aan het water' samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aan een integrale visie. De visie vormt de leidraad voor het omgaan met water in de ruimtelijke ontwikkelingen en bij een goed stedelijk beheer. Veel van de karakteristieke elementen van Alkmaar hebben van oudsher een relatie met water, zoals de grachten in de binnenstad, de diverse molens in de stad, de waterrijke parken en de ligging aan het Noordhollands Kanaal. Bij het oplossen van de wateropgave wordt aansluiting gezocht bij deze elementen.

In het Nationaal Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om wateroverlast te voorkomen. Het stedelijk watersysteem van Alkmaar is aan deze afspraken getoetst in de studie Bescherming Wateroverlast Noorderkwartier van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Hieruit blijkt dat er extra waterberging moet worden gerealiseerd in enkele polders in en rondom Alkmaar. Binnen de bestaande stad gelden maatregelen die in het Waterplan zijn overeengekomen. In deze visie zijn maatregelen beschreven die uitgevoerd moeten worden om een optimaal en duurzaam ingericht watersysteem te krijgen met aandacht voor waterkwaliteit, waterkwantiteit, ecologie en recreatie. Het watersysteem zal niet alleen aan de veiligheid in de stad bijdragen, maar ook aan de belevingswaarde, de gebruikswaarde en de natuurwaarde voor de komende generaties.

De visie en de uitwerking per deelgebied zullen voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen het kader vormen voor de watertoets.

Alkmaar, stad aan het water is geenszins een 'af ' plan maar vormt een leidraad voor toekomstige ontwikkelingen en brengt afzonderlijke projecten in onderlinge samenhang. De visie is richtinggevend voor stedelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat bij stedelijke ontwikkelingen uitgegaan wordt van het oplossen van opgaven en benutten van kansen zoals aangegeven in deze visie.

Met betrekking tot Huiswaard Overstad is aangegeven dat bij een mogelijke herinrichting van het industrieterrein er goede mogelijkheden zijn om de waterkwaliteit verder te verbeteren door alleen schoon regenwater rechtstreeks naar de sloten af te voeren. Er wordt naar gestreefd van het huidige gemengd rioolstelsel naar een gescheiden stelsel te gaan.

Conclusie

Voor het plangebied zijn in het Waterplan geen concrete opgaven benoemd. Bij de nieuwe ontwikkelingen wordt een watertoets verricht, zodat op een verantwoorde wijze met de wateropgave wordt omgegaan. Onderzocht worden de mogelijkheden naar een gescheiden systeem en mogelijkheden om de infiltratie te gaan vertragen.

2.3.15 Beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019

De gemeenteraad heeft op 10 september 2009 de Beleidsnota cultuurhistorie 2009-2019 vastgesteld. Bij het behoud van het cultureel erfgoed gaat het om het geheel van boven- en ondergrondse monumenten, straatbeelden, samenhangende bebouwing, stratenpatronen, pleinen, waterwegen, historische groenpartijen etc.. Alkmaar is per slot van rekening een monumentale stad. Dat wil niet zeggen dat de ontwikkeling van die stad stilstaat. Dat is ook in het verleden nooit zo geweest. Het beleid heeft daarom, naast behoud, vooral ook tot doel om de cultuurhistorie als kwaliteitskenmerk in te brengen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Waar wordt voortgeborduurd op de historische ontwikkeling van de stad behoudt zij haar kwaliteit, terwijl ook aan de eisen van een moderne centrumstad kan worden voldaan.

Om dit beleid gestalte te kunnen geven is een gedegen kennis van de cultuurhistorische waarden van essentieel belang. De afgelopen jaren is deze kennis flink toegenomen. Monumenten en beeldbepalende panden zijn geïnventariseerd en aangewezen en onderzoek op het gebied van archeologie, architectuurhistorie en bouwhistorie heeft belangrijke gegevens opgeleverd over de geschiedenis van de stad en haar bewoners. Door onderzoek blijft de kennis groeien en leidt dit steeds tot nieuwe inzichten.

Het beleid richt zich op een integrale benadering van te onderzoeken of te ontwikkelen objecten en gebieden. De initiatiefnemer krijgt hierdoor snel een heldere eenduidige visie.

Cultuurhistorie in Ruimtelijke Ordening

De Nota Belvedere heeft cultuurhistorie een plek gegeven in de ruimtelijke ordening. In het kader van de Modernisering Monumentenzorg wordt ingestoken op de juridische en wettelijke verankering van cultuurhistorie in bestemmingsplannen.

Archeologie

Voor archeologie is met de invoering van de Wet Archeologische Monumenten Zorg (Wamz) per 1 september 2007 een einde gekomen aan de onzekerheid rondom de invoering van het Europese verdrag van Malta. De wet schrijft voor dat de gemeente met het vaststellen van bestemmingsplannen rekening moet houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten (archeologische) monumenten.

Monumentenzorg

Verandering in de rijksregelgeving geeft de noodzaak tot aanpassing van gemeentelijke monumenten- en subsidieverordening. Daarnaast zijn aanpassingen nodig om op een efficiënte manier de beleidsdoelen te verwezenlijken. De beleidsdoelen uit 1987 op het gebied van monumentenzorg zijn grotendeels bereikt. Voortzetting van succesvol beleid en actualisering zijn noodzakelijk.

Conclusie

In het bestemmingsplan 'Overstad' dienen eventuele aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden te worden beschermd. Hierop wordt nader ingegaan in de betreffende paragrafen in het hoofdstuk 'Milieu en waarden'.

2.3.16 Horecabeleid

Op Overstad zijn op dit moment met name wat grotere winkelbedrijven gevestigd. Het plan is om Overstad te ontwikkelen tot een nieuw deel van het centrum, onder te verdelen in een multifunctioneel centrumgebied (A) en een (waterrijk) woongebied (B).

afbeelding "i_NL.IMRO.0361.BP00017-0305_0005.png"

Splitsing Overstad in een multifunctioneel centrumgebied (A) en woongebied (B)

Uitgangspunt voor het horeca-beleid op Overstad is dan ook dat horeca verspreid kan plaatsvinden binnen Overstad, behalve daar waar alleen wonen mogelijk is. Binnen het plangebied Overstad worden op termijn veel woningen gerealiseerd. Het is dan ook wenselijk om mogelijke overlast van horeca zo veel mogelijk te beperken. Daarom worden in het gebied horecacategorieën III en IV toegestaan met sluitingstijden tot maximaal 1:00 uur. Onder categorie III vallen een restaurant en lunchroom. Het gaat hierbij om het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse. Onder categorie IV vallen een cafetaria en snackbar. Het gaat hierbij om het verstrekken van etenswaren voor consumptie ter plaatse en elders dan ter plaatse.

Alleen in het centrumgebied van Overstad is het mogelijk dat horecazaken direct aan elkaar grenzen. Het centrumgebied van Overstad is goed aangesloten met de binnenstad en vormt hiermee een geheel. Op Overstad is het mogelijk om een totaal vrijetijds uitgaansconcept (zoals een amusementshal, een bioscoop of een combinatie van meerdere vrijetijds uitgaansconcepten) te realiseren binnen de bovenstaande voorwaarden; daarbij zijn ook categorie II inrichtingen toegestaan (aanvullend op het vrijetijds uitgaansconcept).


Buiten het centrumgebied van Overstad is het gelet op de gewenste spreiding van horecazaken niet wenselijk dat er horecazaken naast elkaar zitten. Per zijde van een bouwvlak kan maximaal 10% van het aantal panden met horeca worden ingevuld. Indien aan een zijde van een bouwblok bijv. 7 panden zijn mag toch 1 horeca inrichting aanwezig zijn.

Conclusie

Bestaande horecavestigingen in Overstad zijn positief bestemd met een passende horecacategorie. Op een beperkt aantal locaties, waaronder delen van het centrumgebied, is nieuwvestiging mogelijk gemaakt.

2.3.17 Hotels en Bed & Breakfast Alkmaar

Met de 'Beleidsnota Hotels en Bed & Breakfast in Alkmaar 2010 t/m 2015' beschikt de gemeente over een actueel, verantwoord en faciliterend hotelbeleid, waarin inzichtelijk is gemaakt wat de (ruimtelijke) mogelijkheden zijn voor de vestiging, of uitbreiding van hotels en bed & breakfasts in Alkmaar.

Hotels

In 2005 is een vijftal gebiedslocaties aangemerkt als geschikte hotellocaties, te weten Kooimeerplaza, Huiswaard-Overstad, het stationsgebied, Westrand Alkmaar en de binnenstad. Voor deze vijf locaties geldt dat hotels in de ruimtelijke plannen mogelijk zijn of mogelijk gemaakt worden door bij actualisatie van de bestemmingsplannen deze flexibel in te richten.

Wanneer een hotelaanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, kan een afzonderlijke planologische procedure worden doorlopen. Per hotelaanvraag kan de gemeente bepalen of toepassing wordt gegeven aan de mogelijkheden om van het plan af te wijken.

Bed & Breakfast

Om het onderscheid tussen bed & breakfast en hotels te verduidelijken wordt de volgende omschrijving met voorwaarden voor 'Bed & Breakfast' gehanteerd door de gemeente Alkmaar.

Een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, overnachtingaccommodatie gericht op het verschaffen van veelal kortdurend verblijf (logies) en ontbijt. Dit is toegestaan binnen de woonbestemming. De ruimte beslaat maximaal 30% van de woonruimte of maximaal 60m². De Bed & Breakfast biedt plaats voor maximaal 4 personen. De Bed & Breakfast is onderdeel van het hoofdverblijf en beschikt niet over een kookvoorziening.

Wanneer een Bed & Breakfast, of Logies met ontbijt past binnen deze beschrijving, wordt deze toegestaan binnen woningen.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is aangesloten bij bovenstaand beleid, de vestiging van een hotel wordt mogelijk gemaakt in de bestemming 'Gemengd - 2' en bed en breakfast wordt mogelijk gemaakt in de bestemmingen waarin wonen rechtstreeks is toegestaan.

2.3.18 Evenementenkader

Voor evenementen geldt het Evenementenkader (vastgesteld op 10 oktober 2007) als beleidskader. In het Evenementenkader zijn de evenementen ingedeeld in 3 categorieën:

  • categorie 1: Evenementen met onversterkte (straat)muziek, achtergrondmuziek en beperkte spreekinstallaties.
  • categorie 2: Evenementen met spreekinstallaties, versterkte (live) muziek, orkest, taptoe, etc.
  • categorie 3: Evenementen zoals popconcerten, live optredens, housepartys, DJ's, Rap, dance-events, muziekprogramma's van radio en TV-omroepen, etc.

Zoals aangegeven in het Evenementenkader wordt het aantal evenementen van categorie 2 en 3 nog per locatie bepaald. Voor categorie 1 evenementen gelden in principe geen beperkingen. Deze kunnen op grond van het beleid in principe in de hele stad worden georganiseerd, onder de voorwaarden die in het Evenementenkader zijn gesteld. Zo wordt er restrictief beleid gevoerd voor evenementen in ondermeer woonbuurten en parken.

Omdat het vanuit een goede ruimtelijke ordening wenselijk is om het aantal en de locatie van evenementen te begrenzen, is in dit bestemmingsplan bepaald dat evenementen van categorie 2 en 3 alleen zijn toegestaan op de voormalige Vegro-locatie en op het openbaar gebied bij de NoorderArcade en het Noordhollands Kanaal. Het evenemententerrein nabij de NoorderArcade en het Noordhollands kanaal (op de verbeelding aangeduid als 'evenemententerrein 2'), is ondergeschikt aan de functie en maakt een voortzetting mogelijk van de evenementen zoals die jaarlijks plaatsvinden. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de Nostalgische kermis, de Drakenboot Race en de Karavaan. Het evenemententerrein op de voormalige Vegro-locatie (op de verbeelding aangeduid als 'evenemententerrein 1'), is ondergeschikt aan de functies in de bestemming 'Gemengd - 2'. Op deze locatie is het de bedoeling dat er onder meer een bioscoop en een hotel gerealiseerd worden, waardoor het gebruik als evenemententerrein feitelijk een tijdelijk gebruik is. De tijdsduur is afhankelijk van de planontwikkeling op deze locatie.

In de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Alkmaar is bepaald dat voor evenementen een evenementenvergunning nodig is. Evenementen die op grond van de APV zijn toegestaan zijn ondermeer een braderie of herdenkingsbijeenkomst. Demonstraties (betogingen), voetbalwedstrijden en reguliere markten vallen niet onder het begrip evenement.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is in de bestemmingsregeling aangesloten op het Evenementenkader. Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn evenementen van categorie 1 algemeen mogelijk gemaakt. Evenementen van categorie 2 en 3 zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'evenemententerrein 1' en 'evenemententerrein 2'. In de algemene aanduidingsregels zijn per locaties voorwaarden gesteld aan het maximale aantal dagen per jaar dat een evenement mag plaatsvinden. In artikel 1 van de regels zijn begrippen opgenomen voor de evenementen, die aansluiten op de begrippen uit het Evenementenkader. Daarbij is ook bepaald dat de evenementen niet meer dan 5.000 bezoekers per dag mogen trekken.

2.3.19 Beleidsnotitie antenne-installaties in Alkmaar, 2002

Door de gemeenteraad van Alkmaar is in oktober 2002 gemeentelijk beleid vastgesteld voor het plaatsen van antenne-installaties in Alkmaar. Dit beleid is van toepassing op zowel GSM als UMTS-installaties. Het beleid staat in de 'beleidsnotitie antenne-installaties in Alkmaar'. Uitgangspunt voor dat beleid zijn de 'ruimtelijke effecten' die dergelijke antenne-installaties op gebouwen en omgeving hebben. De gemeente wil niet dat er overal een mast van bijvoorbeeld dertig meter hoog kan worden geplaatst. Daarvoor zijn regels. Dit kan, omdat voor het plaatsen van een dergelijke mast een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is. Voor installaties op gebouwen is veelal geen vergunning nodig. Dit is landelijk zo geregeld. Wel moet dan aan een groot aantal voorwaarden worden voldaan. Wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan is de installatie vergunningvrij. Bij het gemeentelijk beleid gaat het om de ruimtelijke aspecten.

Hetzelfde geldt in feite voor de landelijke wetgeving. Uitgangspunt is daarbij overigens wel dat niet is aangetoond dat er schadelijke effecten zijn voor de volksgezondheid. In een later stadium is het ruimtelijk beleid door de gemeenteraad verlaten, vanwege de discussie rond volksgezondheidsaspecten.

Conclusie

In het bestemmingsplan dienen alleen masten te worden toegestaan waar deze ruimtelijk aanvaardbaar zijn.

2.3.20 Welstandsnota

In de 'Welstandsnota Alkmaar' staat het beleid en de toepassing van dat beleid beschreven op het onderdeel welstand. Bouwplannen worden getoetst aan de redelijke eisen van welstand. In de nota zijn de criteria opgenomen waaraan getoetst wordt. De criteria hangen af van het soort bouwwerk en het gebied waar dit bouwwerk in wordt gerealiseerd. Voor specifieke bouwplannen kan een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld.

Conclusie

Specifiek voor Overstad worden welstandscriteria opgesteld. Deze worden gelijktijdig met het bestemmingsplan vastgesteld. Bouwplannen in Overstad worden getoetst aan deze welstandscriteria.

2.3.21 Beleidsregels vuurwerkverkooppunten

In augustus 2008 zijn beleidsregels voor vuurwerkverkoop in Alkmaar vastgesteld. Het doel van deze beleidsregels is om de verkooppunten van vuurwerk te reguleren in het belang van de openbare orde en ter voorkoming van overlast. Het maximum aantal verkooppunten voor vuurwerk is vastgesteld op twee verkooppunten per wijk.

Daarbij zijn er regels over waar geen vuurwerkverkooppunten gevestigd mogen worden, zoals niet in een winkelcentra met een voetgangersgebied en (toekomstige) overdekte winkelcentra, niet binnen een straal van 100 meter rondom ziekenhuizen, verpleeghuizen, bejaardencentra, dierenasiels en –opvangcentra en tankstations, en in het centrum binnen het voetgangersgebied.

De gemeenteraad heeft op 11 juni 2009 de Kaderstellende nota Consumentenvuurwerk vastgesteld. Het besluit heeft tot doel geen nieuwe vuurwerkverkooppunten toe te staan. Om de vestiging van nieuwe ongewenste verkooppunten te voorkomen, dient in elk bestemmingsplan de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in de nabijheid van woningen te worden uitgesloten. Voor de bestaande (ongewenste) verkooppunten kan een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan worden opgenomen, zodat een mogelijke uitbreiding in ieder geval wordt voorkomen.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is in de bestemmingsregeling aangesloten op deze beleidsregels: vuurwerkverkooppunten zijn uitgesloten.

2.3.22 Prostitutiebeleid

Het prostitutiebeleid van de gemeente Alkmaar is vastgesteld in september 2000. Het beleid is een middel voor het beheersen en reguleren van de exploitatie van prostitutie. De aanpak is erop gericht om de exploitatie van prostitutie waarin meerderjarige prostituees die vrijwillig werkzaam zijn in goede banen te leiden, zo gezond, veilig en transparant mogelijk te maken en te ontdoen van criminele randverschijnselen. Het beleid heeft betrekking op de openbare orde en veiligheid, de kwaliteit van het pand en de inrichting, arbeidsomstandigheden en hygiënische voorzieningen en gezondheid. Uitgangspunt van het beleid is een bevriezing van het huidige aanbod van raamprostitutie en overige seksinrichtingen.

Van belang voor het bestemmingsplan is dat er geen seksinrichtingen worden gevestigd in specifieke woonbuurten of straten met een overwegende woonfunctie. Bestaande seksinrichtingen krijgen een plaats in de bestemmingsplannen. Daarnaast wordt een verbodsbepaling opgenomen in de gebruiksregels voor prostitutie en seksinrichtingen. Binnen Overstad bevinden zich geen seksinrichtingen.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is in de bestemmingsregeling aangesloten op het prostitutiebeleid: seksinrichtingen worden uitgesloten.

2.3.23 Verordening op de Kansspelen

Op grond van de Verordening op de Kansspelen is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren. Aan de vergunning kunnen beperkingen worden verbonden die betrekking hebben op de sluitingstijden, het toezicht, het aantal speelautomaten, de exploitatie en de werving en reclame.

In de Verordening, zoals die is vastgesteld op 22 juni 2000, kan de burgemeester vergunning verlenen voor maximaal twee kansspelautomatenhallen. Er wordt al langere tijd gesproken over de wenselijkheid van een derde kansspelautomatenhal op Overstad. De invulling van deze wens wordt in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. De wijziging van de Verordening op de Kansspelen om een derde vergunning op Overstad te realiseren is in voorbereiding.

Conclusie

In voorliggend bestemmingsplan is geanticipeerd op de wijziging van de Verordening op de Kansspelen. In de bestemming 'Gemengd - 2' is, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - automatenhal', maximaal één kansspelautomatenhal toegestaan.