direct naar inhoud van Artikel 26 Leiding - Riool
Plan: Alkmaar Zuid-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00014-0305

Artikel 26 Leiding - Riool

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een strook ten behoeve van een rioolwaterpersleiding en de daarbijbehorende veiligheidszone, alsmede het onderhoud en beheer daarvan;
  • b. de bestemming 'Leiding - Riool' (dubbelbestemming) is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover de dubbelbestemming samenvalt met andere dubbelbestemmingen is artikel 31.1 schema van volgorde dubbelbestemmingen van toepassing.

met de daarbijbehorende:

  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
26.2 Bouwregels
26.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.3.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de grond;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengronds transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting.

26.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 26.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

26.3.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de betreffende rioolwaterpersleiding.