direct naar inhoud van Artikel 15 Sport
Plan: Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00012-0401

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met inbegrip van bijbehorende en aan de sportactiviteit ondergeschikte detailhandel, dienstverlening en horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom);
  • b. maatschappelijk, detailhandel, dienstverlening, horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom) en bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in Bijlage 2, ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten – functiemenging’, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – maatschappelijk’;

met daarbij behorende:

  • c. bouwwerken;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. wegen en paden
  • g. voet- en fietspaden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

15.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 meter;
  • c. het maximale gezamenlijk oppervlak bedraagt 100 m².

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag 2 meter bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van lichtmasten bedraagt 12 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden tot maximaal 30 m²;
  • d. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 6 meter.

15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Buurtcentrum

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – maatschappelijk’ gelden de volgende regels:

  • a. het gezamenlijk gebruik voor detailhandel, dienstverlening, horeca categorie 3 (restaurant, lunchroom) en bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten bedraagt maximaal 50% van het totale bruto vloeroppervlak (bvo) tot een maximum van 250 m2 bvo;
  • b. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie A;
  • c. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en andere gevoelige functies op grond van de Wet milieubeheer, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 1, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorieën A en B.
15.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. prostitutie.
15.3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 15.3.1 sub a. ten behoeve van een verruiming van het maximaal percentage en/of het maximale vloeroppervlak, onder voorwaarde dat;

  • 1. er voldoende parkeerruimte beschikbaar is;
  • 2. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt.