direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Schelphoek Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00006-0401

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en oeverstroken en waterhuishouding;
  • b. vaste en beweegbare oeververbindingen, ter plaatse van de aanduiding "brug";
  • c. ligplaatsen voor woonschepen, ter plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats";
  • d. balkons van aangrenzende woningen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - balkons";
  • e. een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage".
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de in lid 5.1 genoemde gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de gronden ter plaatse van de aanduidingen “specifieke bouwaanduiding - balkons” of “brug” mogen voor 100% worden bebouwd met balkons respectievelijk bruggen;
  • b. van het overige deel van het bestemmingsvlak mag ten hoogste 2% worden bebouwd;
  • c. de hoogte voor bruggen bedraagt niet meer dan 6 meter;
  • d. balkons zijn toegestaan ter plaatse van de aanduidingen “specifieke bouwaanduiding - balkons” met dien verstande dat tenminste 1,10 meter boven de waterspiegel vrij blijft van bebouwing;
  • e. de hoogte voor overige bouwwerken bedraagt niet meer dan 2 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Algemeen

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 5.1 gegeven bestemmingsomschrijving.

5.3.2 Verbod ligplaatsen

Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 5.3.1 wordt in ieder geval het gebruik van de in lid 5.1genoemde gronden als ligplaats voor woonschepen/drijvende woningen aangemerkt, één en ander behoudens de op grond van lid 5.1 onder c toegestane ligplaatsen.

5.3.3 Woonboten
  • a. de maximale hoogte voor woonschepen/drijvende woningen bedraagt ten hoogste 3,5 meter boven de waterspiegel, met uitzondering van ondergeschikte delen;
  • b. het toegestane aantal woonschepen/drijvende woningen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'aantal' aangegeven aantal.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Algemeen

Burgemeester en Wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 5.3 een omgevingsvergunning verlenen, indien strikte toepassing van deze regel leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd en er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de bouwvorm van karakteristieke panden;
  • d. de beleving van groen en water;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de parkeerruimte op eigen erf;
  • g. de sociale veiligheid.

5.4.2 Woonboten

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om in afwijking van de in lid 5.3.3 onder a bepaalde hoogte van woonschepen/drijvende woningen een omgevingsvergunning te verlenen tot een maximum van 4,5 meter voor een derde van het totale oppervlak van het woonschip/ de drijvende woning.