direct naar inhoud van Artikel 20 Leiding - Gas
Plan: Stommeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0358.BPSTOMMEER-VA01

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De als 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van een hogedruk gastransportleiding, uitsluitend ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - gas';
  • b. de bescherming van de onder a genoemde gastransportleiding;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die nodig zijn voor de bescherming, het onderhoud en de instandhouding van de gastransportleiding.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 20.1 genoemde gronden is bebouwing slechts toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  • a. bouwwerken ten behoeve van de hogedruk gastransportleiding als bedoeld in lid 20.1 zijn toegestaan;
  • b. overige bouwwerken zijn niet toegestaan binnen een afstand van 4 meter, gemeten vanaf het hart van de aanduiding ‘hartlijn leiding - gas’, tenzij door burgemeester en wethouders toepassing wordt gegeven aan de bevoegdheid in lid 20.3 onder a.
20.2.2 Uitzondering verbodsregel

Het verbod als bedoeld in lid 20.2.1 onder b is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende bouwvergunning.
20.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in afwijking van het bepaalde in 20.2.1 een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van overige voorkomende bestemmingen te verlenen, mits:
    • 1. de veiligheid met betrekking tot de aanwezige gasleiding niet wordt geschaad door het realiseren van de betreffende bouwwerken;
    • 2. de realisatie van de betreffende bouwwerken niet leidt tot de vestiging van nieuwe kwetsbare objecten.
  • b. Voorafgaand aan de toepassing van een afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 20.3 onder a wint het college van Burgemeester en Wethouders advies in bij de betrokken netbeheerder(s) omtrent de voorgenomen afwijking en vraagt zij tevens aan de betrokken netbeheerder(s) om binnen een nader door burgemeester en wethouders te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Verbodsregel

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwen, uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepgewortelde beplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het aanbrengen van waterlopen of het vergraven of verruimen van bestaande waterlopen.
20.4.2 Uitzondering verbodsregel

Het verbod als bedoeld in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.
20.4.3 Weigeringsgrond omgevingsvergunning voor het aanleggen

De omgevingsvergunning als bedoeld in 20.4.1 kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van de leiding onevenredig wordt geschaad.

20.4.4 Onderzoeksplicht

Burgemeester en wethouders winnen voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.4.1 advies in bij de betrokken netbeheerder(s).