Plan: | Binnenstad (City) Nieuwegein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPBI2017-VA02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Binnenstad (City) Nieuwegein met identificatienummer NL.IMRO.0356.BPBI2017-VA02 van de gemeente Nieuwegein.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een bijbehorend bouwwerk als omschreven in artikel 1 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en daaraan functioneel is verbonden.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Een grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, als aangegeven in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', in een woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
Een bedrijf, voorkomend in ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dat is gericht op het overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
Werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft wordt vastgesteld, die naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
Waarden waarvan de aanwezigheid in de bodem aannemelijk is of vermoed wordt.
Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
Eén of meerdere gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Het percentage dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal met gebouwen en/of overkappingen mag worden bebouwd.
Het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruik voor een kantoor, winkel, bedrijf of voorziening met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
De vloer van de op maaiveld of nagenoeg op maaiveld, gesitueerde bouwlaag van een gebouw.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een bijbehorend bouwwerk als omschreven in artikel 1 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat functioneel en bouwkundig ondergeschikt is aan en vrijstaat van dat (hoofd)gebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.
Een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waar krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
Een grens van een bouwperceel.
Een op de verbeelding door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het vloeroppervlak volgens NEN 2580.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet alcoholische dranken en al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren.
Vuurwerk voor particulier gebruik als bedoeld in het Vuurwerkbesluit (Stb. 2002, 33, laatst gewijzigd Stb. 2019, 378).
Voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning, waaronder: podiumkunsten/theater, bioscopen, musea, expositieruimten, galeries, toeristische attracties, bowling- en poolcentra, muziek- en dansscholen, creativiteitscentra, casino's en zalencentra.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.
Een bouwkundige constructie waarin:
Bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, niet zijnde:
De bouwlaag op de begane grond.
bebouwing die vanaf een bepaalde aangrenzende openbare weg gezien als de eerste lijn van de aan de betreffende weg gelegen bebouwing kan worden beschouwd;
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object kan worden aangemerkt;
Een woning of een andere geluidgevoelig gebouw zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
Geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
Een geluidzone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99, laatst gewijzigd Stb. 2017, 57), waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
de denkbeeldige lijn op een bouwperceel die in het verlengde ligt van de gevel van het hoofdgebouw;
Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig, exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder wordt verstaan: een hotel, bed & breakfast, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek of daaraan verwante inrichting.
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
Het onmiddellijk, nadat het voertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
De gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld.
Het openbaar bestuur, medische, sociale, culturele, educatieve, levensbeschouwelijke en daarmee gelijk te stellen voorzieningen, alsmede kinderopvang en buitenschoolse opvang.
Het bieden van zorg in één woning en bijbehorende aan-en uitbouwen, dus alleen in afhankelijke woonruimte, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke werking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de toevoeging of uitbreiding van een kantoor of de transformatie van een gebouw naar een kantoor ten opzichte van het vigerende planologische regime door middel van een ruimtelijk besluit.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde en voorzien van een gesloten dak.
Inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen of LNG tankstations.
De mate waarin een gebied of een gebiedsdeel qua uitstraling en beleving beantwoordt aan zijn bestemming.
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Binnen een woning is een webwinkel toegestaan die:
Weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het gehuisvest zijn in een woning.
Een (zelfstandig gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie
bestemd is tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.
De totale oppervlakte van de woning inclusief aan/uitbouwen en bijgebouwen, boven en onder peil.
een gebouw of een deel van een gebouw, niet zijnde een ondergeschikt kantoor, in de vorm van een ruimtelijk en bouwkundig zelfstandige eenheid dat geheel of grotendeels in gebruik is of te gebruiken is voor bureaugebonden werkzaamheden of ondergeschikte, aan het kantoor ondersteunende functies (zoals vergaderzalen, kantines, opslagruimtes en serverruimten). Parkeerruimte valt niet onder een ondergeschikte, aan het kantoor ondersteunende functie.
Inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in de Wet
geluidhinder.
Zone rond een industrieterrein als bedoeld in de artikelen 40 en 53 van de Wet geluidhinder.
Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw, of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping.
Vanaf het peil tot aan het laagste punt van een bouwwerk onder peil.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e, ten behoeve van een hoger aantal woningen, mits:
De voor 'Centrum - B3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen en gebouwde parkeervoorzieningen geldt de volgende bepaling:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.1 is het bouwen van gebouwen en gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, waarbij de volgende bepalingen gelden:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder a, voor het bouwen van (delen van) de gevel van de eerstelijns bebouwing achter de gevellijn, waarbij de afstand van de voorste gevel tot de gevellijn maximaal 10 m bedraagt, mits:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder d en 6.2.2 onder a voor zover dit aanvaardbaar is voor de doorstroming van het verkeer, de inpassing van kabels en leidingen en de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende verkeers- en verblijfsgebied.
De voor 'Gemengd - A2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen en gebouwde parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik met deze regels wordt verstaan het gebruik van de gronden, zoals bedoeld in lid 7.1 onder a, b en c, in bestaande gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 ten behoeve van de nieuwvestiging van een horecabedrijf in de categorieën 1 en 2 op de eerste bouwlaag boven maaiveld, mits:
De voor 'Gemengd - A4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen en gebouwde parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik met deze regels wordt verstaan het gebruik van de gronden, zoals bedoeld in lid 8.1 onder a, b en c, in bestaande gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder a, ten behoeve van de nieuwvestiging van een horecabedrijf in categorie 3 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten, mits:
De voor 'Gemengd - C' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen en gebouwde parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 sub h, voor het bouwen van (delen van) de gevel van de eerstelijns bebouwing achter de gevellijn, waarbij de afstand van de voorste gevel tot de gevellijn maximaal 5 m bedraagt, mits:
Onder strijdig gebruik met deze regels wordt verstaan het gebruik van de gronden, zoals bedoeld in lid 9.1 onder a t/m d, in bestaande gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1, ten behoeve van de nieuwvestiging van een horecabedrijf van de categorieën 1 en 2 of detailhandel op de eerste bouwlaag boven maaiveld, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van overdekte viaducten dient vanaf maaiveld voor de te kruisen wegen een vrije ruimte van minimaal 4,5 m hoog te worden vrijgehouden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van een gebouw, zoals bedoeld in lid 12.2.1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dove gevel' kan uitsluitend worden verleend indien vaststaat dat wordt voorzien in een dove gevel.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3.1, indien is aangetoond dat de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op de desbetreffende gevel niet meer bedraagt dat de wettelijke grenswaarde.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van overdekte viaducten dient vanaf maaiveld voor de te kruisen wegen een vrije ruimte van minimaal 4,5 m hoog te worden vrijgehouden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van overdekte viaducten dient vanaf maaiveld voor de te kruisen wegen een vrije ruimte van minimaal 4,5 m hoog te worden vrijgehouden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Ten behoeve van overdekte viaducten dient vanaf maaiveld voor de te kruisen wegen een ruimte van minimaal 4,5 m hoog te worden vrijgehouden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik met deze regels wordt verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van het afmeren van woonschepen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 onder b en c en toestaan dat het oppervlak van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de mantelzorg tot maximaal 60 m² wordt vergroot, mits er geen onaanvaardbare gevolgen zijn voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 30 cm beneden maaiveld, een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 18.2.1 en 18.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 18.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 18.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 18.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 18.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 2.500 m² en waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 150 cm beneden maaiveld, een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 19.2.1 en 19.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 19.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 19.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 19.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 19.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 19.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 2.500 m² en waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 300 cm beneden maaiveld, een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 20.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 20.2.1 en 20.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 20.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 20.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 20.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 20.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere, op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en waarvoor graaf- en/of heiwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 150 cm beneden maaiveld, een rapport te overleggen waarin:
Indien uit het in sublid 21.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het bepaalde in sublid 21.2.1 en 21.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij:
Behoudens het bepaalde in sublid 21.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 21.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 21.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.3.1 kan pas worden verleend:
Indien uit het in lid 21.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, naast voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
Ten dienste van en in verband met de primaire bestemming zijn toegelaten:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 3,5 m.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat - Waterkering zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ten behoeve van het bouwen van geluidsgevoelig gebouw, kan uitsluitend worden verleend indien is aangetoond dat:
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van een gebouw kan slechts worden verleend indien vaststaat dat het hemelwater is afgekoppeld van de riolering en dat van een hevige bui minimaal 20 mm hemelwater, gerekend over het bestaande en nieuw te realiseren verharde oppervlak, wordt verwerkt en geïnfiltreerd in de ondergronden bij het desbetreffende gebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de hoogte en de bouwwijze van gebouwen met een bouwhoogte van meer dan 15 m voor zover dit noodzakelijk is om onaanvaardbare gevolgen te voorkomen voor het windcomfort in de verblijfsgebieden in de onmiddellijke nabijheid van de gebouwen, mede gelet op het karakter van de desbetreffende verblijfsgebieden, waarbij geldt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan bouwplannen met een bouwhoogte van meer dan 15 meter met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van schaduwwerking, waarbij geldt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het behouden en beschermen van een optimale omgevingskwaliteit bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarbij voor de vereiste mate van aanvaardbaarheid de normen van toepassing zijn uit de set beleidsregels 'Omgevingskwaliteitsplan Binnenstad (City) Nieuwegein' van de gemeente Nieuwegein, dan wel in het geval deze set beleidsregels tussentijds worden gewijzigd of vervangen door een andere set beleidsregels, deze gewijzigde, respectievelijk vervangende set beleidsregels.
Ten aanzien van parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Op gronden met de bestemming:
mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de daar voorkomende bestemmingen en bijbehorende planregels met inachtneming van de volgende regels:
Op gronden met de bestemming:
mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de daar voorkomende bestemmingen en bijbehorende planregels met inachtneming van de volgende regels:
a. de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van nieuwvestiging van zelfstandige kantoren bedraagt maximaal 21.000 m2, inclusief verleende omgevingsvergunningen voor zelfstandige kantoren die niet zijn ingetrokken.
Ten aanzien van een aan huis verbonden beroep of -bedrijf in een woning gelden de volgende voorwaarden:
De gronden gelegen binnen een straal van 400 m rondom de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn bestemd voor het beschermen van de functie van de in de nabijheid van dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als beeldbepalend element.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2, onder b voor het bouwen van gebouwen, met inachtneming van de bij de betreffende bestemming behorende voorschriften, indien is aangetoond dat het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element niet onevenredig wordt of kan worden geschaad. Alvorens te beslissen over het verlenen van vrijstelling moeten Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar afgeven.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.3.2 onder a voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van een karakteristiek bouwwerk aan de buitenzijde mits:
Het in artikel 26.3.2 onder a gestelde verbod geldt niet voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
Een vergunning voor een afwijking wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van lid 4.1, onder c een omgevingsvergunning te verlenen en met inachtneming van de milieusituatie toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van lid 25.4 onder g een omgevingsvergunning te verlenen zonder dat er een relatie bestaat tussen ten minste 1 bewoner en de uitgeoefende activiteiten, voorzover het medische beroepen betreft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Binnenstad (City) Nieuwegein'