3.3.1. Strategische Visie Veenendaal 2040
Op 26 oktober 2017 heeft de raad de Strategische Visie voor Veenendaal in 2040 vastgesteld.
Hierin zijn de kernambities voor de toekomst van Veenendaal opgenomen. Veenendalers kiezen
voor een versterking van de woonfunctie en richten hun blik op de regio. Dat betekent dat
de ambities zich primair richten op het versterken van de woon- en leefomgeving, met in het
kielzog de arbeidsmarkt gericht op wonen en arbeidsintensieve bedrijvigheid. Dit is in lijn met
de trend werken volgt wonen. Ook de blik naar buiten die de voorkeur heeft van de Veenendaalse
gemeenschap is in lijn met een belangrijke trend: die van lokale gebondenheid naar
regionale samenwerking.
Algemene conclusie van de demografische ontwikkelingen is dat Veenendaal in de toekomst
niet alleen maar de groei hoeft te accommoderen, maar zich ook kan toeleggen op het verbeteren
van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Van kwantiteit naar kwaliteit! Deze
kwaliteiten moeten een diverse bevolkingsgroep aanspreken.
Veenendaal moet zich in de toekomst dus richten op kwaliteit in plaats van op kwantiteit. En –
in lijn met de wensen van inwoners– moet Veenendaal zich bovenal concentreren op het verbeteren
van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Dat betekent dat Veenendaal moet
zorgen dat het slim omgaat met de ruimte door intensivering van de woonbebouwing, herontwikkeling,
functieverandering en voldoende aandacht te blijven houden voor groen.
Onderdeel van een aantrekkelijke woonomgeving is een goede bereikbaarheid van arbeidsplaatsen.
Veenendaal richt zich daarom in de toekomst niet op ruimte-intensieve en arbeidsextensieve
bedrijvigheid, maar op arbeidsintensieve bedrijven. Kortom, de visie stelt vooral eisen
aan de kwaliteit van nieuwe of herontwikkelingen en spreekt zich niet uit over kwantitatieve
doelstellingen. Deze richting – Veenendaal als leefstad met een sterke, regionale binding –
werken we uit aan de hand van vier thema’s. Juist binnen deze thema’s liggen de grootste
maatschappelijke veranderingen. Per thema zijn de volgende kernambities geformuleerd:
- Netwerksamenleving: “niet alleen, maar samen” met ruimte voor ieders eigen identiteit;
- (Samen) leven: Veenendaal met excellent woonklimaat;
- Digitale wereld: Veenendaal heeft een hoogwaardige duurzaam bedrijfsleven met arbeids- en kennisintensieve bedrijven en een bruisend multifunctioneel centrum;
- Duurzaamheid: Veenendaal heeft in 2040 de transitie naar een duurzame gemeente afgerond.
3.3.2 Structuurvisie Veenendaal 2025
De Structuurvisie geeft de ruimtelijke en verkeerskundige visie op Veenendaal in 2025. De visie
geeft hierbij de hoofdlijnen van de beoogde ontwikkeling weer. Zij is geformuleerd aan de
hand van de volgende tien ambities:
- Zichtbare en sterke historische identiteit: Het versterken, zichtbaar en beleefbaar maken van de cultuurhistorische elementen en structuren
- Woon- en werkgebieden met eigen karakters: De kracht van Veenendaal is niet zozeer gelegen in de samenhang tussen, maar in de diversiteit van de gebieden.
- Heldere routes met duidelijke entrees;
- Brandpunten in de stad;
- Groene stad;
- Aantrekkelijke woonwijken;
- Goed gebruik van de beschikbare ruimte;
- Bereikbare economische gebieden;
- Een fietsende stad;
- Goed openbaar vervoer.
De visie is ook verbeeld in een structuurkaart. Deze geeft het beeld van de gewenste ontwikkeling
van de stad als geheel. Op de structuurkaart is het plangebied aangewezen als gebied
voor de functie wonen.
De kenmerken van de verschillende gebieden versterken en werken aan onderscheid tussen
gebieden en de herkenbaarheid van elk gebied. Niet de samenhang is de kracht van Veenendaal,
maar de diversiteit van gebieden. Binnen elke zone zijn grotere en kleinere gebieden
te onderscheiden die elk een eigen karakter hebben. Denk hierbij aan kleinschalige (her)ontwikkeling
met woningbouw, buurtwinkelcentra, groenzones en voorzieningenclusters. In de
structuurvisie zijn uitgangspunten gesteld hoe deze kenmerken versterkt kunnen worden:
- Versterken van de identiteit van de verschillende stedelijke zones;
- Kenmerkende structuren en elementen in de zones herkenbaar maken en versterken;
- Vormgeving en functies in elk van de verschillende zones op elkaar afstemmen;
- De onderscheidende kwaliteiten van de zones verder ontwikkelen;
- Specifieke milieukwaliteitsprofielen hanteren voor de kwaliteit van de leefomgeving in de verschillende gebieden;
- De karakters van de verschillende zones zichtbaar maken vanaf de doorgaande wegen.
3.3.3 Woonvisie Veenendaal 2014 – 2019
De gemeenteraad heeft de Woonvisie vastgesteld op 28 mei 2015. De centrale visie wonen
in Veenendaal is als volgt geformuleerd:
“We streven naar een aantrekkelijke leefstad met een daarbij passende woningvoorraad.
Daarbij hoort een actieve gemeente die blijft inspelen op de dynamiek en behoeften van haar
woningmarkt. De gemeentelijke zorg op het gebied van wonen strekt zich vooral uit tot de
doelgroepen in de markt die niet aan geschikte woonruimte kunnen komen, en tot het aantrekken
van dynamische woonmilieus. De woningmarkt in Veenendaal zorgt zelf voor evenwicht
in vraag en aanbod. De gemeente richt zich in de uitvoering vooral op de 3 speerpunten
van deze Woonvisie.”
- Dynamische woonmilieus;
- Huishoudens met een zorgvraag
- Huishoudens met lagere inkomens
Dit bestemmingsplan sluit aan op speerpunt 1 en 2 van de Woonvisie. Veenendaal wil wijken
aantrekkelijk houden door (zorg)voorzieningen en een gevarieerd woningaanbod.
3.3.4 Nota Ouderenhuisvesting en Wonen met zorg 2030
Op basis van de jaarlijkse evaluatie van de Woonvisie is de ‘Nota Ouderenhuisvesting en Wonen
met zorg” opgesteld. Deze nota is in april 2016 door het College van B&W vastgesteld.
Door het vaststellen van de Nota is er een antwoord op de vraag welke senior geschikte woningen
er bij toekomstige bouwplannen moeten worden toegevoegd. Er is een verdeling gemaakt
per wijk voor de realisatie van in totaal 600 woningen. De woningen kunnen in alle prijsklassen
zijn, huur of koop.
Een voor senioren geschikte wooneenheid bevat minimaal éé slaapkamer en badkamer gelijkvloers.
Voor een appartementencomplex geldt dat een lift voorzien moet zijn om dat deze
woningen bereikbaar moeten zijn zonder trap. Uit de nota blijkt dat er in 2030 circa 600 senior
geschikte woning toegevoegde moeten zijn aan de huidige voorraad om aan de behoefte
te voldoen.
3.3.5 Woningmarktanalyse 2018
In de (nieuwe) Nota Grondbeleid is opgenomen dat éé keer per twee jaar een woningmarktanalyse
wordt uitgevoerd. Na de analyse in 2016 is in 2018 de analyse opnieuw uitgevoerd.
Uit de analyse blijkt dat de woningmarkt nog steeds erg goed is (aanbodmarkt, meer vraag
dan aanbod) en het beleid rijks-, provinciaal en regionaal niveau stuurt op versnelling van de
woningproductie. Als de marktvraag zich voordoet, zijn ontwikkelaars ook in staat om aan de
vraag te kunnen voldoen. De voorraad blijft voldoen aan de Ladder van Duurzame Verstedelijking.
3.3.6 Archeologie-/monumentenbeleid
Aanleiding voor het opstellen van een gemeentelijk archeologiebeleid is de Wet op de Archeologische
Monumentenzorg (Wamz) die op 1 september 2007 in werking is getreden. Sindsdien
zijn gemeenten verplicht bij het vaststellen van bestemmingsplannen en beheersverordeningen
rekening te houden met het behoud van belangrijke archeologische waarden.
De gemeente Veenendaal heeft in dit kader in 2008/2009 voor het hele grondgebied van
Veenendaal onderzoek gedaan naar de kans op aanwezigheid van archeologische resten.
Het resultaat hiervan is een archeologische maatregelenkaart die op 30 mei 2011 is vastgesteld
door de raad. De gemeente Veenendaal is nu in staat de archeologische waarden van het
hele gemeentelijke grondgebied structureel mee te nemen in het ruimtelijke planvormingsproces.
De archeologische maatregelenkaart wordt verwerkt in alle nieuw op te stellen bestemmingsplannen.
In hoofdstuk 5 wordt nader op de bescherming van de archeologische waarden
ingegaan.
De gemeente heeft geen integraal monumentenbeleid. Wel is het wettelijke beleid geïplementeerd.
Hierbij zijn onder andere de erfgoedverordening en de aanwijzing van 108 gemeentelijke
monumenten van belang.
3.3.7 Milieukwaliteitsplan 2017
Het Milieukwaliteitsplan beschrijft de milieuambities van de gemeente Veenendaal die moeten
leiden tot een integraal milieubeleid. Het plan is vastgesteld op 30 maart 2017. In het plan
zijn de hoofddoelen geformuleerd die integraal opgepakt worden:
- Een gezonde en veilige leefomgeving;
- Een energieneutraal Veenendaal in 2035;
- Gebiedsgericht milieubeleid (bouwstenen voor een integrale Omgevingsvisie);
- Veenendaal werkt aan een circulaire economie;
- Veenendaal is voorbereid op klimaatverandering;
- Veenendaalse bewoners, bedrijven en organisaties zetten zich in voor een duurzame samenleving.
In deze periode koerst de gemeente Veenendaal naar een samenleving die in balans is, een
duurzame samenleving. Om deze samenleving te bereiken wil Veenendaal de milieuthema's
integraal, dus in samenhang met elkaar en met medeneming van ruimtelijk en economische
ontwikkelingen bezien. De gemeente wil proactief handelen, doelgroepen op maat benaderen
en de verantwoordelijkheid nemen om zelf een voorbeeldfunctie te vervullen.
Om de aanwezige kansen in het versterken van de milieu-inbreng in ruimtelijke planvorming te
benutten is het noodzakelijk dat naast de strategie inzichtelijk wordt wat per sectoraal
milieuthema de bijdrage kan zijn aan het optimaliseren van de lokale leefomgevingskwaliteit.
Het gaat in het milieukwaliteitsplan vooral om bodem, luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid,
duurzaamheid, klimaat, energie, afval, water en biodiversiteit.
In de periode tot 2020 wil de gemeente Veenendaal zichtbare voortgang boeken op:
- Integrale en gecoödineerde milieu- en duurzaamheidscommunicatie, waarin de leefstijl van onze inwoners en het creëen van een netwerk centraal staat;
- Het faciliteren van de huidige duurzame initiatieven en het stimuleren van nieuwe;
- Maatschappelijk verantwoorde inkoop; in elke aanbesteding aandacht voor energiebesparing, duurzame energie, het vermijden van onnodige autokilometers en/of schone vervoersvormen en circulariteit;
- Het op projectmatige basis centraal stellen van onze milieu- en duurzaamheidsambities bij vergunningverlening, toezicht en handhaving;
- Meer en beter samenwerken met de gemeenten van de Regio FoodValley, de gemeenten uit het gebied van Waterschap Vallei en Veluwe en de gemeenten die aangesloten zijn bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht, de provincie Utrecht en de EBU.
3.3.8 Energieneutraal Veenendaal 2035
De wettelijke eisen voor energiezuinigheid van het Bouwbesluit hebben betrekking op thermische
isolatie, de energieprestatie (EPC) en milieuprestatie (MPG). Aanvullend heeft de gemeente
- Veenendaal beleid opgesteld voor duurzaamheid in het programmaplan "Energieneutraal Veenendaal 2035" (30 maart 2017). De gemeente geeft uitwerking aan de volgende ambities en doelstellingen:
- Veenendaal is energieneutraal in 2035: streven naar energie neutrale woningen en wijken. Het streven is naar energieneutraliteit (EPC=0 of beter: Nul Op de Meter). Deze woningen moeten energieneutraal zijn en niet afhankelijk van gas.
- Veenendaal is energieneutraal in 2035: stimuleren schonere voertuigen. Voor de inrichting van de openbare ruimte moet rekening gehouden worden dat bewoners een elektrische auto hebben en willen opladen.
- Veenendaal is voorbereid op klimaatverandering: ontwikkelingen worden minimaal waterneutraal uitgevoerd, groen wordt strategisch ingezet voor hemelwaterafvoer en koeling in de stad.
De gemeente vindt het daarbij belangrijk dat bij nieuwe ontwikkelingen de volgende onderwerpen aan de orde komen bij het thema duurzaam bouwen:
- Toepassen van een prestatie-instrument voor duurzaam bouwen;
- Mogelijkheden om het dak te benutten voor warmte-opslag, waterberging, het bufferen van fijnstof of energiewinning;
- Natuurvriendelijke maatregelen aan of rond het gebouw;
- Geen koper, lood of zink gebruiken voor de hemelwaterafvoer;
- Toepassen van duurzaam hout;
- Energiezuinige terrein- en gebouwverlichting.
3.3.7 Omgevingsvisie Veenendaal 2030
De Omgevingsvisie 2030 is het, integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving.
Het geeft de Veense visie weer op thema’s als: bouwen en wonen; groen, natuur
en water; mobiliteit en infrastructuur; milieu; economie en recreatie; cultuur en cultuurhistorie;
openbare orde en veiligheid; volksgezondheid, welzijn en duurzaamheid.
In de Omgevingsvisie zijn voor diverse thema’s doelstellingen geformuleerd. Het thema ‘bouwen
en wonen’ is voor onderhavig plan het relevantst. Onder dit thema bestaande opgaven
uit:
- Omschakeling naar duurzame energie en circulair bouwen;
- Realiseren van meer groen;
- Het woningaanbod in Veenendaal sluit aan bij de inwonersbehoefte;
- Langer zelfstandig wonen in de eigen woning of wijk;
- Ruimte bieden aan cultuur en voldoende voorzieningen;
- Verdichten en transformatie binnen de gemeentegrenzen;
- Behouden en versterken van ruimtelijke karakteristieken, cultuurhistorie en archeologie.
De onderhavige ontwikkeling draagt, behoudens punt 5, op alle punten bij aan de gestelde
opgaven. Het plan is daarmee in lijn met de Omgevingsvisie.
3.3.10 Conclusie gemeentelijk beleid
Het beoogde plan is op basis van diverse gemeentelijke beleidsdocumenten passend binnen
de omgeving en voorziet in een blijvende vraag naar woningen.