5.2 De indeling van de planregels
De planregels behorende bij dit bestemmingsplan zijn opgebouwd uit vier hoofdstukken. In onderstaande opsomming wordt per hoofdstuk ingegaan op de inhoud:
- hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de begrippen (artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd. In artikel 2 "wijze van meten" wordt aangegeven hoe de voorgeschreven maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte, inhoud en oppervlakte) in het plan gemeten moet worden;
- in hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
zijn de in het plan voorkomende bestemmingen en dubbelbestemmingengeregeld. Per functie is bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen opgenomen. Uitgangspunt daarbij is geweest om de bestaande planologische situatie te bestemmen. Deze worden in paragraaf 5.5, 5.6 en 5.7 waar nodig nader toegelicht;
- in hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS staan aanvullende bepalingen die, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, voor het hele plangebied gelden. Hierbij kan worden gedacht aan de algemene afwijkingsregeling, die het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid geeft om op ondergeschikte punten van de regels in hoofdstuk 2 af te wijken;
- hoofdstuk 4 oVERGANGS- EN SLOTREGELS heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.