Plan: | De Batterijen 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPDeBatterijen-OH01 |
De in het oude plan opgenomen regels t.a.v. kantoorhoudende en dienstverlenende activiteiten zijn gebaseerd op het rijksbeleid dat onderscheid maakte in A-, B- en C-locaties. Dit rijksbeleid is inmiddels vervallen.
Het oude ABC-locatiebeleid was een centraal vastgesteld beleid, met bereikbaarheid als belangrijkste criterium om het juiste bedrijf op de juiste plek te vestigen. In de uitvoering kwam dit neer op een aanbodgericht beleid met parkeernormen om automobiliteit te voorkomen. Deze normering heeft in de praktijk niet het beoogde effect gehad. In de Nota Ruimte wordt het locatiebeleid gedecentraliseerd naar o.a. de provincies. Door de provincie Utrecht is een integraal provinciaal locatiebeleid geformuleerd, met inachtneming van een aantal centraal geformuleerde uitgangspunten. Bij het locatiebeleid is maatwerk het uitgangspunt. Naast bereikbaarheid zijn economische ontwikkelingsmogelijkheden, kwaliteit van de leefomgeving en ruimtelijke kwaliteit belangrijke criteria voor het toedelen van ruimte aan bedrijven. Hierbinnen bestaat extra aandacht aan onderwerpen als intensief ruimtegebruik, functiemenging, milieukwaliteit en veiligheid. De provincie Utrecht heeft in het locatiebeleid geen beleid opgenomen voor individuele vestigingen van bedrijven omdat het provinciebestuur van mening is dat een gemeentelijke aangelegenheid is. Het bedrijventerrein De Batterijen is en wordt ontwikkeld met een hoog ambitieniveau ten aanzien van zorgvuldig ruimtegebruik, milieukwaliteit en veiligheid. Onder andere door middel van parkmanagement worden deze ambities vertaald in acties en resultaat. Door de gemeente worden de vestigingsmogelijkheden en –doelstellingen van het bedrijventerrein als volgt getypeerd:
“Bedrijven uit diverse sectoren kunnen zich vestigen op De Batterijen. Van dienstverlenende bedrijven tot productiebedrijven en bedrijven die onderhoudswerkzaamheden verrichten. Dit maakt De Batterijen tot een multifunctioneel bedrijventerrein. In eerste instantie is De Batterijen bedoeld voor lokale bedrijven. Zowel kleine als grote bedrijven hebben de mogelijkheid tot koop van een kavel. Ook regionale bedrijven komen in aanmerking, als (her)huisvestiging niet mogelijk is in de huidige plaats van vestiging. Niet-regionale en internationale bedrijven komen in aanmerking als zij een toegevoegde waarde hebben voor de lokale en regionale economie.”
Teneinde deze ambitie waar te kunnen maken en voorbereid te zijn om soms snelle veranderende marktomstandigheden is het gewenst geen of minder beperkende voorschriften ten aanzien van kantoorhoudende activiteiten en dergelijke in het bestemmingsplan op te nemen. Een andere reden om terug te treden in de regelgeving is het vervagen van de grenzen tussen kantoorhoudende- en andere bedrijfsactiviteiten. Met name in de IT-sector, maar ook in andere sectoren, vindt productie plaats in een kantoorachtige omgeving. De voorschriften in het huidige bestemmingsplan voldoende onvoldoende aan de gewenste flexibiliteit en duidelijkheid. Het dient geen enkel nut om in het kader van de interpretatie van de bestemmingsplanvoorschriften, over de toelaatbaarheid van dat soort activiteiten op een bedrijventerrein discussie uit te lokken c.q. twijfel te zaaien.
De Batterijen in ontwikkeling met een diversiteit aan bedrijvigheid. De (uiterlijk) kantoorachtige bebouwing in de strook langs de A12 zal in de toekomst in eenzelfde soort bebouwing kunnen worden afgerond.
De huidige strakke regelgeving hieromtrent leidt in de praktijk soms tot situaties dat gewenste ontwikkelingen in strijd zijn of raken met de oude regels ten aanzien van zelfstandige kantoorvestigingen. Wat b.v. te concluderen als een ontwerp-afdeling van een machine-fabriek verzelfstandigd wordt, maar van de kantoorruimte van het bedrijfsgebouw gebruik blijven maken? Wat als een productiebedrijf, een deel van het bedrijfsgebouw aan een kantoorhoudend bedrijf verhuurt? In beide gevallen zou sprake zijn van een zelfstandig kantoor dat een met het bestemmingsplan strijdig gebruik zou opleveren. Vanwege dit soort veelvuldig voorkomende situaties is het wenselijk ervoor te kiezen om binnen de bestemming bedrijfsdoeleinden terughoudend om te gaan met het stellen van beperkende bepalingen aan kantoorhoudende activiteiten. Tijdens ambtelijk overleg met de provincie ontstond hierover wederzijds begrip en werd de opening geboden om de beperkende voorschriften niet t.a.v. individuele bedrijven te stellen, maar de beperkingen te relateren aan het totale gebied. Dit ambtelijk overleg heeft vervolgens geleid tot de volgende formulering:
De vestiging van zelfstandige kantoorbedrijven is toegestaan, met dien verstande dat:
De hiervoor geciteerde formulering is thans in de regels van de bestemming Bedrijf vertaald en opgenomen. Dit betekent uiteraard ook dat de beperking t.a.v. dienstverlenende bedrijven vervallen is. Voorts zijn in dit bestemmingsplan in de gehele strook langs de A12 kantoorvestigingen toegelaten. In het geldende plan was dit voor het westelijke gedeelte van die strook reeds het geval. Het feit dat het wenselijk is deze strook ruimtelijk, functioneel en voor de beeldkwaliteit als één geheel te beschouwen is ook aanleiding om in de bestemmingstoewijzing geen onderscheid te maken. Eén en ander betekent dat de bepaling ten aanzien van het maximale oppervlakte aan kantoren voor deze strook niet geldt.
De in deze strook voorziene en in gang gezette ontwikkeling gaat uit van een intensief ruimtegebruik met onder andere inpandige parkeervoorzieningen en multifunctionele gebruiksmogelijkheden. Deze ontwikkeling is geheel passend in rijks- en provinciaal beleid ten aanzien van zorgvuldig ruimtegebruik.