direct naar inhoud van Hoofdstuk 10 Overleg en inspraak
Plan: De Batterijen 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPDeBatterijen-OH01

Hoofdstuk 10 Overleg en inspraak

IIn het kader van het vooroverleg is het plan naar de diverse gebruikelijke overleginstanties gestuurd met het verzoek om daarop te reageren. Tevens is het plan gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegd en voor een ieder de mogelijkheid geboden daarop in te spreken.

Van deze inspraakmogelijkheid is door niemand gebruik gemaakt.

Voor wat betreft de reacties van de overleg instanties wordt het volgende opgemerkt.

Door ProRail, Vitens en de Gasunie is schriftelijk bericht dat de inhoud van het plan hen geen aanleiding geeft voor het maken van op- of aanmerkingen. De Gasunie maakt daarbij de opmerking dat het plangebied, volgens toetsing aan het AmvB buisleidingen, buiten de 1% letaliteitsgrens van de dichtst bij gelegen hoge druk aardgastransleiding valt. Daarmee staat, aldus de Gasunie, vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede geeft in haar reactie aan dat zij het streven naar een doortrekking van de Voorpoort naar de Klompersteeg onderschrijft. Voorts geeft zij aan dat de oostelijke ontsluiting via de Ravelijn zal worden gerealiseerd bij de openstelling van de Rondweg de Klomp. Tot die tijd kan de Batterijen voor de hulpdiensten vanaf de oostzijde bereikt worden via de Jufferswijk. Om overlast te voorkomen is een fysieke afsluiting van deze route met door de hulpdiensten te verwijderen afsluitpalen hierbij het uitgangspunt.

Geconstateerd wordt dat er inhoudelijk over de na te streven eindsituatie geen verschil van mening bestaat. Over de termijn waarop de oostelijke ontsluiting - in geval van calamiteiten - beschikbaar dient te zijn bestond een klein verschil van inzicht. Aangezien dit bestemmingsplan de eindsituatie nastreeft, behoeft dit plan inhoudelijk geen aanpassing. Buiten het verband van dit bestemmingsplan overleggen beide buurgemeenten over een optimale oplossing van de tijdelijke situatie. Inmiddels is duidelijk geworden dat de oostelijke ontsluiting en de verbinding naar de A12/Oostelijke Rondweg in 2011 zal worden opgeleverd.

In de reactie van de Provincie Utrecht wordt uitvoerig stil gestaan bij het locatiebeleid en de voorgestane bestemmingsregeling voor kantoren. De in het voorontwerpplan opgenomen regeling is naar de mening van de provincie te ruim. Deze regeling voorzag erin dat tot maximaal 20.000 m2 zelfstandige kantoren op het noordelijk deel van het bedrijventerrein toegestaan waren, terwijl in het zuidelijk deel van het terrein (de strook langs de A12) de daar eventueel te vestigen kantoren niet aan een maximum oppervlakte zijn gebonden. Over deze reactie heeft ambtelijk uitvoerig overleg plaatsgevonden met de provincie. Inmiddels is gebleken dat een oppervlakte van 20.000 m2 kantoren in het noordelijk deel niet ingevuld zal worden. De inmiddels gevorderde realisering van bedrijfgebouwen en grondverkopen laten zien dat de behoefte aan kantoren in dit deel van het plan aanmerkelijk minder is. Volstaan kan worden met een maximum van 4.000 m2 aan zelfstandige kantoren.

De bestemming van de strook grond langs de A12 blijft ongewijzigd. De hier voorgestane intensieve multifunctionele bebouwing, waarbij sprake is van zeer zorgvuldig grondgebruik, kent mogelijkheden voor diverse functies, waaronder alle in het overige deel van het plan toegelaten bedrijfsactiviteiten maar ook kantoren en een hotel. Dergelijke multifunctionele bebouwing met een kantoorachtig uiterlijk maakt het niet wenselijk om aan de oppervlakte van één bepaalde activiteit een maximum te verbinden. Ambtelijk heeft de provincie laten weten hiermee te kunnen instemmen.

Mobiliteit

In de reactie van de Provincie wordt ook opgemerkt dat in de toelichting van het voorontwerp-plan erg summier is ingegaan op de mobiliteitseffecten van de in dit plan begrepen ontwikkelingen. De tekst van de toelichting is op dit punt uitgebreid en geactualiseerd.

Inmidddels is in 2009 door DHV een mobiliteitstudie uitgevoerd onder de naam "Verkeerstructuur tussen Renswoude, Ede en Veenendaal". Deze studie is in opdracht van de drie betrokken gemeenten en de provincies Utrecht en Gelderland uitgevoerd. Conclusie van dit onderzoek is dat er na de doortrekking van de Ravellijn naar de verbinding met de A12 / Oostelijke Rondweg geen verkeersproblemen verwacht worden. Voorts is geconcludeerd dat de doorgerokken Voorpoort aan veel bezwaren tegemoet komt die verbonden zijn aan de handhaving van de doorgaande route via de Nieuweweg-noord. Door het gemeentebestuur van Veenendaal is naar aanleiding van dit rapport uitgesproken dat nadrukkelijk gestreefd blijft worden naar de doortrekking van de Voorpoort.

Mobiliteitseffect planwijziging

Bij de opmerking over de summiere omschrijving van de mobiliteitseffecten wordt een aantal zeer gedetailleeerde vragen gesteld, waarbij verondersteld wordt dat deze vragen in de hiervoor aangehaalde mobiliteitsstudie aandacht zullen krijgen. Kortheidshalve kan worden opgemerkt dat dit inderdaad het geval is.Overigens moet daarbij worden opgemerkt dat deze planwijziging met name bedoeld is om het grondgebruik op dit bedrijventerrein zorgvuldiger nmogelijk te maken, hetgeen uiteraad ook betekent dat van een intensievere bebouwing sprake kan zijn. Het effect is echter niet zo ingrijpend dan wel concreet te duiden dat daaruit met enige betrouwbaarheid effecten op de mobiliteit kunnen worden afgeleid.

Dat de bestaande hoofdinfrastructuur op het bedrijventerrein zoals de enkelstrooksrotonde op het kruispunt Voorpoort/Arsenaal/Traverse wellicht aangepast moet worden ligt inderdaad voor de hand. Het voorliggende bestemmingsplan geeft hiervoor ruimte.

OV

Omtrent de ontsluiting van het bedrijventerrein De Batterijen per openbaar vervoer wordt opgemerkt dat het IC-treinstation Veenendaal-De Klomp grenst aan het plangebied en daarmee binnen loopafstand is gelegen. Diverse buslijnen zijn op dit station gericht, welke bussen rijden via de Stationsstraat en Veenendaalseweg. De daaraan gelegen haltes liggen ook binnen loopafstand van het bedrijventerrein.

Parkeren

Voor wat betreft de parkeernormering worden gehanteerd de normen zoals deze door de raad van Veenendaal op 3 juli 2008 zijn vastgesteld.

De directeur-inspecteur Regio Noord-West van het ministerie van VROM vraagt in zijn reactie aandacht voor de onderwerpen Luchtkwaliteit en Buisleidingen.

Voor wat betreft de luchtkwaliteit wordt verwezen naar hetgeen hiervoor bij de reactie van de provincie is opgemerkt, n.l. dat de effecten van deze planwijziging niet zo ingrijpend dan wel concreet te duiden zijn dat daaruit met enige betrouwbaarheid effecten op de mobiliteit, dus ook op de luchtkwaliteit, kunnen worden afgeleid. Het betreffen hier in hoofdzaak bestemmingen en functies die thans ook planologische al mogelijk zijn.

In het plangebied liggen geen buisleidingen. Aan de noordzijde van de spoorlijn ligt een aardgastransport leiding. Volgens toetsing door de Gasunie (zie hiervoor) aan de ontwerp-AmvB buisleidingen ligt het plangebied buiten de 1% letaliteitsgrens van deze gasleiding. Er is dan ook geen aanleiding tot aanpassing van de plankaart.

De hiervoor beschreven reacties zijn als bijlage 1 aan het plan toegevoegd.

N.B. Uit de zienswijze van de NV Nederlandse Gasunie tegen het ontwerp-bestemmingsplan blijkt dat de Gasleiding wel binnen de 1% letaliteitsgrens, overigens zonder dat dit gevolgen heeft voor de inhoud van het plan (zie hiervoor par. 6.7)