Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01 |
Bedrijven die zich thans in het buitengebied bevinden zijn positief bestemd tot "Bedrijf" (B), indien het een hoofdactiviteit in het pand of op het perceel betreft. Aan de hoofdfunctie ondergeschikte bedrijfsactiviteiten (bijvoorbeeld een praktijkruimte bij een woning) worden niet zelfstandig bestemd.
De niet-agrarische functies zijn met een bestemmingsvlak aangegeven waarbij de gebouwen alleen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd. In de regels wordt per bedrijf in een tabel vermeld de bestaande oppervlakte bebouwing en de toegestane oppervlakte bebouwing (in m²).
In principe kunnen beperkte uitbreidingsmogelijkheden worden geboden. Onder beperkte uitbreidingsmogelijkheden wordt verstaan een uitbreiding met 20 % van de bestaande bebouwing. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld situaties waarin illegale gebouwen staan, bedrijven die recent nog uitbreidingen hebben gepleegd en bedrijven die nu feitelijk al geen uitbreidingsruimte hebben.
Nieuwvestiging van niet-agrarische functies zoals bedrijven of wonen
Het gemeentelijk beleid laat geen nieuwvestiging van niet-agrarische functies toe, of het nu gaat om wonen of bedrijven. Hierbij gaat het niet om hergebruik van vrijkomende agrarische gebouwen, maar om een nieuw op te richten bedrijf of woning in het buitengebied. Vestiging van een nieuwe woning of een niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied heeft veelal tot gevolg, dat de ontplooiingsmogelijkheden voor de omringende agrarische bedrijven afnemen. De toetsing op basis van de Wet Milieubeheer wordt zwaarder naarmate sprake is van het meer nabij liggen van burgerwoningen of bedrijven. Verdichting van bebouwing tast ook het landschappelijk beeld van het buitengebied aan, terwijl tevens de wegen in het buitengebied veelal niet berekend zijn op de verkeersaantrekkende werking van deze niet-agrarische functies. Een dergelijk terughoudend beleid sluit ook aan bij het provinciaal beleid.