direct naar inhoud van 5.16 Handhaving
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

5.16 Handhaving

Teneinde een bestemmingsplan zo goed mogelijk handhaafbaar te maken, dient aan een aantal vereisten te worden voldaan:

  • vastleggen nulsituatie: via de inventarisatie naar een handhavingsprogramma;
  • helderheid en overzichtelijkheid van de spelregels: via helder bestemmingsplan;
  • bekendheid met de spelregels; via goede en regelmatig herhalende voorlichting;
  • toezicht op de naleving van de spelregels: via een actief uitvoeringsprogramma;
  • een goede organisatie en coördinatie van de handhaving: via structurele controle.

Vastleggen nulsituatie

Bij een nieuw bestemmingsplan dient met "een schone lei " begonnen te worden. Dat betekent dat tijdens de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan een sanering van oude situaties plaats moet vinden en een toets of sommige situaties in het plan gelegaliseerd kunnen worden of niet. Anders gezegd: er dient een heldere nulsituatie te worden vastgelegd. Om dat te bereiken dient een nauwgezette inventarisatie te worden uitgevoerd.

Ten behoeve van dit bestemmingsplan is in het kader van de inventarisatie een overzicht opgesteld van verschillende gegevens per perceel. De inventarisatie is gehanteerd als nulmeting in het kader van de handhaving. Op basis van deze nulmeting zal vervolgens een handhavingsprogramma worden opgesteld.

Helderheid en overzichtelijkheid van de spelregels in het plan

In het onderhavige plan is vanaf het begin nadrukkelijk gestreefd naar zo groot mogelijke duidelijkheid en overzichtelijkheid. Zowel de burger als de ambtenaar die op de uitvoering van de afgesproken spelregels moet toezien, moet snel inzicht kunnen krijgen in wat er wel niet onder bepaalde voorwaarden is toegestaan in zijn situatie.

De basis voor handhaving in het buitengebied is dan ook primair gelegen in het maken van een duidelijk en overzichtelijk bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan is zowel in de toelichting als in de regels gebruik gemaakt van tabellen en overzichten.

Ten slotte kan vermeld worden dat in het nieuwe bestemmingsplan voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gebieden met bepaalde landschaps-, cultuurhistorische en natuurwaarden een omgevingsvergunning vereist is.

Zoals uit de planopzet blijkt, wordt de helderheid van het plan vergroot door slechts de regelingen en gegevens op te nemen, die juridisch in een bestemmingsplan thuishoren. Als leidraad daarvoor geldt dat hetgeen wat in het bestemmingsplan wordt geregeld, ruimtelijke relevant is.

Bekendheid met de spelregels

Wanneer een duidelijk plan met overzichtelijke en begrijpelijke spelregels voorhanden is, blijft de opgave bestaan om zowel de gebruikers van het plan als de toezichthouders op het plan voldoende vertrouwd te maken met de spelregels en hun toepassing. Dit vraagt om gerichte voorlichting aan de gebruikers van het plangebied.

Met name is het van belang dat de bewoners en gebruikers van het buitengebied moeten weten wanneer voor een bouw- of een gebruiksactiviteit een vergunning nodig is, of dat iets echt verboden is.

Toezicht op de naleving van de spelregels

Kern van de structurele handhaving is uiteraard een structurele controle. Zonder dat blijft de handhaving een lege huls. Van groot belang is een helder en consequent controlebeleid. Zijdelings effect is dat daarvan een preventieve werking uitgaat. Eveneens moet kenbaar zijn dat "lik-op-stuk" gereageerd wordt.

Op 5 februari 2009 is door de gemeenteraad de Nota integraal handhavingsbeleid gemeente Veenendaal vastgesteld.

Een goede organisatie en coördinatie van de handhaving

Ook vanuit milieucontroles vindt regelmatig een inspectie van het buitengebied plaats. Hierbij kan winst behaald worden bij de handhaving door enerzijds een goed samenspel binnen het gemeentelijke apparaat en anderzijds een beter samenspel met en vertrouwen bij de gebruikers. Op vergelijkbare wijze is ook de samenwerking met de handhavers van het Waterschap van belang.

Er dient dus duidelijkheid te komen binnen de gemeente wie verantwoordelijk is voor dit stuk handhaving van de kwaliteit in het buitengebied.

Daarnaast dient goede communicatie met de gebruikers plaats te vinden, waarbinnen tijdig op een constructieve wijze overleg plaatsvindt over afwijkende activiteiten op de gronden en in opstallen.

Conclusie

De conclusie is, dat met de vaststelling van het bestemmingsplan de illegale situaties wel bekend zijn maar nog niet beëindigd. Ook daarna moeten dus op het gebied van de handhaving de nodige stappen worden gezet en activiteiten worden verricht.