direct naar inhoud van Artikel 24 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

Artikel 24 Waterstaat - Waterbergingsgebied

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Waterstaat - Waterberging” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de waterberging.

24.1.1 Rangorderegeling

Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waterberging als bedoeld in 24.1 en het bepaalde in de regels 3 tot en met 16 prevaleert de (dubbel)bestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied'.

24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Op en in de gronden als bedoeld in 24.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming 'Waterstaat - Waterberging', worden opgericht met een bouwhoogte van maximaal 2m¹.

24.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 24.2.1 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de voor deze gronden geldende andere bestemming(en) en ten behoeve van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de voor deze gronden geldende andere bestemming en/of bestemming “Waterstaat - Waterberging”, met dien verstande dat:

  • a. er geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen als bedoeld in 24.1;
  • b. ter zake daarvan vooraf schriftelijk advies van de beheerder is ingewonnen en dit advies de bebouwing niet in de weg staat.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Behoudens het bepaalde in 24.4.1 is het verboden om zonder of in afwijking aan een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren op of in de gronden als bedoeld in 23.4 :

  • a. het dempen van watergangen;
  • b. het ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen van overige werken of het uivoeren van werkzaamheden die tot doel of uitwerking hebben de gronden zoals bedoeld in artikel 20.1 geheel/gedeeltelijk van overstroming te vrijwaren, danwel het bergend vermogen te doen afnemen, met uitzondering van die gedeelten die in het bestemmingsplan zijn aangeduid als bebouwingsvlak.
24.4.1 Uitzonderingen

Het in 24.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
24.4.2 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in 24.4, zijn slechts toelaatbaar, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:

  • a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen als bedoeld in artikel 24.1;
  • b. en ter zake daarvan vooraf advies van de beheerder is ingewonnen en dit advies de werken of werkzaamheden niet in de weg staat.