Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. maatschappelijke voorzieningen;
-
b. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf of bed en breakfast;
-
c. additionele horeca bij de bestemming genoemd onder a;
-
d. (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
-
e. de bij de bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groen- speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen;
-
f. kunstobjecten.
11.1.1 Maximale invulling plangebied
-
a. De totale brutovloeroppervlakte (bvo) aan maatschappelijke voorzieningen binnen de bestemmingen GD-1, GD-2, GD-3, GD-4, GD-5 en M, mag niet meer bedragen dan 13.500 bvo m2.
-
b. Het totaal aantal woningen binnen de bestemmingen GD-1, GD-2, GD-3, GD-4, GD-5, M en WG mag niet meer bedragen dan 1485. Tot het totaal aantal woningen worden ook de woon-werk-woningen gerekend.
11.2 Bouwregels
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
11.2.1 Gebouwen
-
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 80%;
-
c. de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte', mag niet worden overschreden.
11.2.2 Bijbehorende bouwwerken bij woningen
-
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter of in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
-
b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;
-
c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;
-
d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,30 meter, met dien verstande dat het bouwwerk uit niet meer dan 1 bovengrondse bouwlaag mag bestaan;
-
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen. Indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen;
-
f. indien de oppervlakte van een bouwperceel kleiner is dan 250 m2 mag de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 50% bedragen van het bouwperceel tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m²; Het perceelsgedeelte waarop het hoofdgebouw is gebouwd wordt bij deze berekening buiten beschouwing gelaten.
-
g. indien de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 250 m², mag de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten hoogste 25% bedragen van het bouwperceel tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m²; Het perceelsgedeelte waarop het hoofdgebouw is gebouwd wordt bij deze berekening van bouwperceel buiten beschouwing gelaten.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 2 meter hoog mogen zijn achter (het verlengde van) de voorgevel en 1 meter hoog voor (het verlengde van) de voorgevel. Trappen en keermuren ter overbrugging van hoogteverschillen in het maaiveld zijn toegestaan. De bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 4 meter.
-
b. het gestelde onder a. geldt niet voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het verkeer.
-
c. In afwijking van het gestelde onder a. mag de bouwhoogte van vlaggenmasten niet meer dan 6 meter bedragen.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing ten behoeve van:
-
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de verkeersveiligheid;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
-
d. aansluiting met andere bestemmingen;
-
e. de plaats en het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein;
-
f. de situering van het laden en lossen, kiss en ride plaatsen en in- en uitritten.
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:
-
a. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 60 m², inclusief bijbehorende bouwwerken;
-
b. het vloeroppervlak ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf, maximaal 60 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend;
-
c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;
-
d. geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
11.4.2 Bed & breakfast
De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in 11.4.1 onder c, door bedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd en/of door bedrijven in categorie B2 toe te laten voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.