Plan: | Zijdebalen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601 |
De Flora- en faunawet legt een zorgplicht op ten aanzien van natuur, planten en dieren. Indien een initiatief mogelijk de bestaande natuurwaarden kan verminderen, moet de initiatiefnemer aangeven hoe dat beperkt en/of gecompenseerd gaat worden. Bij grote ingrepen of een behoorlijke aantasting waarbij beschermde planten of diersoorten in het geding zijn, dient een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Wanneer bij planvorming de bestemming in een gebied verandert, moeten middels een flora- en fauna-inventarisatie de huidige natuurwaarden worden onderzocht en moet er inzicht worden gegeven in het voorkomen van aantasting van beschermde plant- en diersoorten.
Op basis van onderzoek dient te worden beschreven welke beschermde soorten naar verwachting in het plangebied aanwezig zijn en wat de ecologische gevolgen zijn van de beoogde ingrepen. Op 1 september 2008 is een 'Quick scan flora en fauna Project Zijdebalen Utrecht' uitgevoerd door de DG-Groep b.v.. Hieronder volgt een beknopte weergave van het onderzoek.
Quick scan flora en fauna
Karakter van het projectgebied
De voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling vindt plaats in een stedelijk gebied, dat geen bijzondere beschermde status heeft (geen Natura2000 gebied). Het grenst niet aan een nationale of provinciale ecologische verbindingszone. De Vecht ter hoogte van het plangebied vormt wel een ecologische verbinding op stedelijk niveau (Groenstructuurplan Utrecht, 2007) maar eventuele aanpassingen aan de kademuren van de Vecht vallen buiten de geplande ruimtelijke ontwikkeling. Het feitelijke projectgebied vervult geen rol in de gemeentelijke ecologische structuur en verbindingszones. De Vecht heeft ter hoogte van het project stenen kademuren en er is geen ecologische relatie van betekenis tussen de Vecht en de biotopen in het project.
Het projectgebied is volledig omsloten door wegen en bestaat voornamelijk uit bedrijfspanden (bouwmarkt, houthandel). Aan de zuidkant is het begrensd door een kantoorcomplex. De bouwblokken zijn over het algemeen gesloten met enkele toegangen voor de parkeerplaatsen. De open ruimten tussen de bebouwing zijn grotendeels verhard en fungeren als parkeer- en opslagplaats.
De bebouwing is grotendeels nog in functie en daken, ramen en gevels zijn gesloten met uitzondering van het bedrijfspand aan de noordkant van de Zijdebalenstraat, waar ten tijde van het veldbezoek in augustus 2008 sloopwerkzaamheden plaatsvonden. Voorafgaand aan de werkzaamheden was dit pand afgesloten.
Binnen het project bevinden zich enkele bomen en groenelementen die als deelbiotoop of verblijfsplek voor planten en dieren kunnen functioneren.
Aanwezige biotopen
Binnen het projectgebied bevinden zich de volgende groenelementen:
Conclusie
Het projectgebied heeft geen beschermde status als Natura 2000 gebied of als nationale, provinciale of stedelijke ecologische verbindingszone. De geplande ruimtelijk heeft geen invloed van betekenis op beschermde gebieden.
In het gebied zijn geen beschermde plantensoorten vastgesteld en het vormt ook geen geschikt leefgebied voor beschermde of bijzondere plantensoorten gezien de hoge voedselrijkdom, de hoge gebruiksintensiteit en de grote mate van verstoring.
In het gebied zijn geen beschermde diersoorten vastgesteld. Het vormt geen goede biotoop voor beschermde diersoorten met uitzondering van:
De bebouwing verkeert over het algemeen in goede bouwkundige staat zodat het niet waarschijnlijk is dat hier vleermuizen of holenbroedende vogels aanwezig zijn. De meest huizen en bedrijfsruimten die niet meer in gebruik zijn, zijn goed gesloten door metselwerk of aftimmering. Ten overvloede zal wel nog een aanvullend vleermuizenonderzoek uitgevoerd worden.
Op basis van de quick scan flora en fauna kan geconcludeerd worden dat de Flora en faunawet de uitvoering van het bouwplan niet in de weg staat. Er hoeft geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de kap van bomen en struiken buiten het broedseizoen dient plaats te vinden en bomen en struiken dienen van te voren geïnspecteerd te worden op permanente nesten.