direct naar inhoud van 3.2 Historische achtergrond
Plan: Watervogelenbuurt, Hoograven, Tolsteeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPWATERHOOGTOLSTEE-0401

3.2 Historische achtergrond

Utrecht behoort tot het stroomgebied van de Rijn. De huidige Watervogelbuurt ligt precies op de plaats waar de (Kromme) Rijn zich lang voor het begin van de jaartelling vertakte in een Rijnloop en een Vechtloop (ten oosten van de huidige binnenstad). Rond die periode legden de Romeinen in deze streken een grensversterking aan met legerplaatsen (hier Traiectum en Vechten) en verbindingswegen. Uit recente opgravingen is gebleken dat de Romeinse Rijksgrens (Limes) door het zuidelijk deel van Hoograven gelopen heeft. De echte ontwikkelingen van het gebied vonden pas later plaats. In 1127 werd een dam bij Wijk bij Duurstede in de Rijn gelegd. Utrecht groef ter compensatie direct een nieuwe verbinding met de Lek: de Vaartsche Rijn. Al snel ontwikkelde deze Vaartsche Rijn zich tot een belangrijke handelsroute. Op de oevers ontstond nijverheid die zich uitte in de vestiging van onder meer steenfabrieken en stapelplaatsen voor hout. Tevens kwam er lintbebouwing langs het begin van de Vaartsche Rijn tot stand: de Ooster- en Westerkade. Hier ontstond net buiten de ommuurde stad de middeleeuwse voorstad Tolsteeg, die vandaag de dag wordt omsloten door de Kromme Rijn, de Albatrosstraat, het spoor (Pelikaanstraat), de Bleekstraat en Catharijnesingel. De voorstad bood huisvesting aan stedelijke functies als overslag, horeca en wonen. Een tweede belangrijke (land)route liep via Gansstraat – Koningsweg. Hier lagen woningen, herbergen en gasthuizen en bedrijvigheid. Deze lintbebouwing werd verderop langs de Gansstraat steeds sporadischer naarmate de omgeving landelijker werd. In de 19e eeuw vestigden zich hier een aantal speciale functies die direct buiten de stad waren gedacht: de begraafplaatsen en de gevangenis. In de tweede helft van de 19e eeuw kwamen hier de spoorlijnen naar Arnhem en Den Bosch te liggen. Tegelijkertijd werd een klein woonbuurtje ten zuiden van de spoorlijn gebouwd: de Bokkenbuurt.

De singelrand (Catharijne - enTolsteegsingel) transformeert pas in het derde kwart van de 19e eeuw tot een aaneengesloten bebouwing van luxe herenhuizen.

Langs de Vaartse Rijn ontwikkelde zich de bedrijvigheid met name in de 19e eeuw tot een intensieve industriestrook, op grote kavels direct aan het water. De bedrijven waren georiënteerd op de Vaartse Rijn, daarachter was vooral weidegebied. De Vaartse Rijn zelf werd in de eerste helft van de 19e eeuw ingelijfd bij de Nieuw Hollandse Waterlinie als onderdeel van de inundatiewerken. Vervolgens zou het inundatiekanaal opschuiven naar achter de bedrijvenstrook en tussen 1920-1930 als groenstrook geïncorporeerd worden in een lange strook woonbebouwing, die de toenmalige gemeente Jutfaas hier situeerde. In diezelfde periode bouwde de gemeente Utrecht vergelijkbare woningen tussen de spoorlijn en de Gansstraat : de Watervogelbuurt.

Na de Tweede Wereldoorlog werd eerst binnen de gemeentegrenzen een reeks (voor die tijd) luxe flatwoningen gebouwd in Tolsteeg. Na de grenswijziging van 1954 bouwde Utrecht de wijk Nieuw Hoograven. De stedenbouwkundige opzet werd overgenomen van het zojuist gerealiseerde Rotterdamse Pendrecht, waarbij carrévormige eenheden van hoog- en laagbouw (de stempels) werden gecombineerd met veel openbare ruimte en een singelstructuur.

In de 20e eeuw hebben diverse infrastructurele ingrepen plaatsgevonden, die het gebied nu begrenzen of doorkruisen: de verhoging van het spoor bij de Ooster- en Westerkade(1938-40), de aanleg van bruggen over de Vaartse Rijn (Oranjebrug, Socratesbrug), de aanleg van een rondweg (Socrateslaan-Goylaan), de brug over de Kromme Rijn (Albatrosbrug), de aanleg van de A12 en de verhoging van de Waterlinieweg.