direct naar inhoud van 4.4 Luchtkwaliteit
Plan: Thorbeckepark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPTHORBECKEPARK-0601

4.4 Luchtkwaliteit

Gelet op de Wet luchtkwaliteit is toetsing van de gevolgen van de in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte woningen op de luchtkwaliteit niet nodig. De Wet luchtkwaliteit kent namelijk het begrip NIBM (niet in betekenende mate bijdragen). Dit houdt in dat projecten die niet wezenlijk leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit niet apart getoetst hoeven te worden aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Toetsing is in het geval van een woningbouwlocatie niet nodig wanneer een woningbouwlocatie met één ontsluitingsweg minder dan 1500 nieuwe woningen omvat. Met 88 nieuwe woningen wordt hier ruim aan voldaan. In het kader van het gehele project Thorbeckepark is echter een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteitsaspecten van de herinrichting van het Thorbeckepark (Peutz, 12 oktober 2009). In dit onderzoek zijn de effecten berekend naar aanleiding van alle ontwikkelingen in het Thorbeckepark. Vanwege de combinatie van ontwikkelingen zullen de verkeersintensiteiten op omliggende verkeerswegen wijzigen (zie over de verkeersintensiteiten ook paragraaf 4.9). Het gehele plan kan hierdoor mogelijk van invloed zijn op de concentraties van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Om deze reden worden de resultaten van dit onderzoek in deze paragraaf behandeld. Voor overige luchtverontreinigende stoffen, zoals koolmonoxide (CO), benzeen (C6H6) en zwaveldioxide (SO2), zijn geen overschrijdingen van grenswaarden te verwachten. Deze stoffen zijn daarom niet nader beschouwd.

Op basis van de verkeerscijfers zoals beschreven in paragraaf 4.9 is een rekenmodel opgesteld inzake de luchtkwaliteit in de nabije omgeving van het Thorbeckepark ten gevolge van het verkeer op de omliggende verkeerswegen. Enerzijds zijn berekeningen uitgevoerd met de autonome groei van het wegverkeer zonder realisatie van het plan Thorbeckepark, anderzijds zijn berekeningen uitgevoerd met de groei van het wegverkeer inclusief de herinrichting van het Thorbeckepark. Hierbij zijn de jaren 2009 (huidige situatie), 2010 (jaar realisatie), 2011(toetsjaar PM10), 2015 (toetsjaar NO2) en 2020 (10 jaar na realisatie) beschouwd.

Grenswaarden en plandrempels Stikstofdioxide (NO2)

Een grenswaarde geeft de kwaliteit aan van de buitenlucht die op een aangegeven tijdstip tenminste moet zijn bereikt. Een plandrempel geeft een kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan, dat bij overschrijding aanleiding geeft tot het opstellen van een plan ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Ten aanzien van de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide in de buitenlucht geldt vanuit de Wet luchtkwaliteit een grenswaarde van 40 µg/m3 en ten aanzien van de uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide een grenswaarde van 200 µg/m3. Deze uurgemiddelde concentratie mag maximaal 18 uur per jaar worden overschreden.

Ten aanzien van de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide in de buitenlucht geldt vanuit de Wet luchtkwaliteit vanaf 2010 een plandrempel van respectievelijk 40 µg/m3.

Fijn stof (PM10)

Ten aanzien van de jaargemiddelde concentratie fijn stof in de buitenlucht geldt vanuit de Wet luchtkwaliteit een grenswaarde van 40 µg/m3 en ten aanzien van de daggemiddelde concentratie fijn stof een grenswaarde van 50 µg/m3. Deze daggemiddelde concentratie mag maximaal 35 dagen per jaar worden overschreden.

Methode berekening

De luchtkwaliteit in zijn algemeenheid is bepaald op 1,5 meter boven maaiveld. Alle beoordelingsposities voor het onderzoek zijn gesitueerd op maximaal tien meter van de wegrand en op minimaal 25 meter van kruisingen/opritten/afritten/rotondes. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Regeling luchtkwaliteit en de Richtlijn.

Als rekenmethode is gebruik gemaakt van het "Rekenmodel voor de luchtverontreiniging langs verkeerswegen" - CAR II versie 8.1 d.d. augustus 2009. Voor gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar het onderzoeksrapport (Peutz, 12 oktober 2009).

Resultaten

Uit de berekeningen blijkt dat voor de beschouwde jaren de optredende jaargemiddelde immissieconcentratie NO2 tot 2015 maximaal circa 43 µg/m3 zal bedragen. De in de Wet luchtkwaliteit gestelde plandrempel van 44 µg/m3 wordt derhalve niet overschreden. Voorts blijkt dat vanaf 2015 de optredende jaargemiddelde immissieconcentratie NO2 maximaal circa 36 µg/m3 zal bedragen. De in de Wet luchtkwaliteit gestelde jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m3 vanaf 2015 wordt derhalve niet overschreden. De optredende uurgemiddelde immissieconcentratie NO2 zal voor alle beschouwde jaren en intensiteiten gedurende geen enkel uur meer dan 200 µg/m3 bedragen.

Uit de berekeningen blijkt dat voor de beschouwde jaren de optredende jaargemiddelde immissieconcentratie PM10 maximaal circa 24 µg/m3 zal bedragen tot 2011. De in de Wet luchtkwaliteit gestelde jaargemiddelde grenswaarde van 48 µg/m3 tot 2011 wordt derhalve niet overschreden.
Uit de berekeningen blijkt voorts dat de optredende daggemiddelde immissieconcentratie PM10 niet meer dan de toegestane 35 dagen per jaar de in de Wet luchtkwaliteit gestelde daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 zal overschrijden (maximaal circa 21 dagen).

Samenvattende conclusie

In het uitgevoerde onderzoek zijn de naar verwachting optredende immissieconcentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) berekend ten gevolge van het verkeer op de nabijgelegen lokale wegen, zowel inclusief als exclusief het verkeer van/naar het plan Thorbeckepark. Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat:

  • de optredende jaargemiddelde immissieconcentraties NO2 voor geen van de beschouwde jaren en situaties de gestelde jaargemiddelde plandrempel/grenswaarde uit de Wet luchtkwaliteit zullen overschrijden;
  • de optredende uurgemiddelde immissieconcentraties NO2 voor geen van de beschouwde jaren en situaties meer dan de toegestane 18 uur per jaar de uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m3zullen overschrijden;
  • de optredende jaargemiddelde immissieconcentraties PM10 voor geen van de beschouwde jaren en situaties de gestelde jaargemiddelde grenswaarde uit de Wet luchtkwaliteit zullen overschrijden;
  • de optredende daggemiddelde immissieconcentraties PM10 voor geen van de beschouwde jaren en situaties meer dan de toegestane 35 dagen de daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 zullen overschrijden.
  • ter plaatse van het kinderdagverblijf de immissieconcentraties NO2 en PM10 tevens ruimschoots voldoen aan de gestelde grenswaarden uit de Wet Milieubeheer.

Inzake luchtkwaliteit bestaan op basis van het onderzoek dan ook geen belemmeringen voor de herinrichting van het Thorbeckepark.