direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Thorbeckepark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPTHORBECKEPARK-0601

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Historische ontwikkeling

Het Thorbeckepark ligt in de stroomgordel van de Vecht, die hier rond 2250 v. Chr. tenminste één kilometer breed was. Het plangebied (en directe omgeving) ligt direct aan een oude verlande Vechtloop, meer naar het noorden ligt het in 1338 gegraven deel van de Vecht (de huidige Vecht). De fysisch geografische ondergrond van het gebied is dan ook in belangrijke mate bepaald door de rivier en er vindt al vroeg op hoger gelegen delen bewoning plaats. Aan de Thorbeckelaan is in het recente verleden de oudste archeologische vondst van Utrecht gedaan (2200 v. Chr.). In de 13e en de 14e eeuw werden hier twee kloosters in elkaars nabijheid gebouwd: Mariendaal aan de gegraven Vecht en Nieuwlicht, een kartuizerklooster grenzend aan de oude verlande Vechtloop. Van dit laatste klooster is het poortgebouw nog aanwezig aan de rand van het sportveld. Na sloop van het klooster Nieuwlicht werd hier de hofstede Chartroise gebouwd: een herenhuis, restanten van de kloostergebouwen (het poortgebouw) en een boerderij, het geheel omgracht en met veel eikenbomen. Delen van de hofstede en het kloosterterrein bleven tot in de jaren dertig van de 20e eeuw onbebouwd. Het poortgebouw, een deel van de omgrachting en enkele bomenrijen zijn geïntegreerd bij de bouw van Ondiep en de aansluitende sportvelden.

In 1920 maakten N. Holsboer en H. P. Berlage in opdracht van B&W een groot uitbreidingsplan. De eerste delen reeds gebouwd Ondiep werden opgenomen in een plan met een stelsel van wegen (de zogenoemde As van Berlage), nieuwbouw en vele voorzieningen. Aansluitend op het nieuwe stratenplan en gelegen aan dit wegennet, werden sportvelden aangelegd. De historische bebouwing van het kloostergebouw en delen van de buitenplaats (water en enkele bomen) werden geïntegreerd. Het sportveld werd omgeven door windsingels om het af te scheiden van de omgeving. Aan de noordoostkant van het terrein werd in 1924 een Openbare Lagere school door de Dienst Gemeentewerken gebouwd. De school was bedoeld als openluchtschool en is om die reden bewust geïntegreerd in de groene omgeving. De kinderen kregen zoveel mogelijk in de buitenlucht les. Daartoe werden de groene omgeving en de sportvelden aan die zijde van de school gebruikt. Openluchtscholen werden tot op dat moment alleen gebouwd voor zieke kinderen en in de buitengebieden, dit was destijds de eerste openluchtschool voor stadskinderen in Nederland (Duiker's openluchtschool in Amsterdam is van latere datum). De architectuur van de school werd aan de landelijke omgeving aangepast (Rietendakschool). Door demping van een deel van de windsingels rondom de school (de ingang van de school was voorheen bereikbaar via een bruggetje over het water), het optrekken van hekwerken en enige aanvullende bebouwing is de school (en directe omgeving) in latere decennia min of meer afgescheiden geraakt van zijn groene setting.

2.2.2 Structuurbepalende elementen

Het plangebied maakt deel uit van de wijk Ondiep. Naast het karakter van "dorp in de stad" laat Ondiep zich onderscheiden als een wijk met meerdere identiteiten en sferen. Dit onderscheid wordt gevormd door de situering, de omgevingskenmerken, de bebouwingsstructuur en het gebruik. Zo heeft het Thorbeckepark, omsloten en afgeschermd door een waterloop en groensingels, ook een eigen identiteit, sfeer en ontwikkelingskarakteristiek. Ondiep is planmatig ontwikkeld naar een ontwerp van Berlage waarbij Het Kleine Wijk en Het Witte Wijk als reeds bestaande buurten zijn opgenomen. Kenmerkend is o.a. de beïnvloeding van de sportvelden met de groensingels en waterloop op de omliggende architectuur.

De ruimtelijke hoofdstructuur van Ondiep wordt bepaald door de begrenzingen van de Vecht, spoorlijnen en de Marnixlaan en de doorsnijding van de Amsterdamsestraatweg en de Stemvork. Met betrekking tot de Stemvork is de laanbeplanting, waaronder die aan de Royaards van den Hamkade, een belangrijke beelddrager van de structuur. De identiteit wordt dan ook met name bepaald door de groenstructuur die zich aan de randen van het Thorbeckepark manifesteert en die bovendien van grote waarde is voor de ecologische structuur. De hierin opgenomen watergangen zijn niet breed en de oevers zijn begroeid met hoge ruige stukken vegetatie welke dienen als schuilplaats en voedselbron voor vogels en insecten.

Grenzend aan het Thorbeckepark bevinden zich rond de Laan van Chartroise 166 de restanten van het voormalige Kartuizerklooster. Het betreft een Rijksmonument waarvan een deel zich ook ondergronds bevindt in de vorm van archeologische restanten. Aan de rand bevindt zich de Rietendakschool, een gemeentelijke sportzaal en een verenigingsgebouw. Tevens bevinden zich aan de randen enkele private objecten (o.a. woonhuis, architectenbureau, KPN-centrale).

2.2.3 Conclusie

Aangrenzend aan het Thorbeckepark ligt een archeologisch waardevol terrein (zie verder paragraaf 4.8). Het restant van het poortgebouw net buiten het plangebied is rijksmonument. Als onderdeel van de aanleg uit het plan Berlage, met sportvelden en bijzondere bebouwing (openluchtschool en poortgebouw) in een geïntegreerde groene setting, heeft het cultuurhistorische waarde. De groene singel rondom het Thorbeckepark is van ecologische waarde. In de toekomst moet de groene rand met de watergang zo veel mogelijk behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt.