Plan: | Slingeraklaan-Zandweg, Langerak |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPSLINGERLAZANDWEG-0601 |
In deze paragraaf wordt per bestemming uitgelegd wat de achtergrond is van een bepaalde bestemming.
In dit eerste artikel is een aantal begrippen opgenomen. Op deze manier kan er geen onduidelijkheid bestaan over de betekenis van een aantal regels.
Om net als in het eerste artikel misverstanden te voorkomen wordt aangegeven hoe er gemeten wordt in het bestemmingsplan.
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
De bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening is ingevoegd vanwege het transformatorhuisje in het plangebied.
De bestemming Groen ligt op de gebieden die voor groen aangewezen zijn, hier zijn ook speelterreinen voor kinderen mogelijk.
De doorgaande wegen in het plangebied hebben de bestemming Verkeer gekregen.
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
De erftoegangswegen hebben de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied gekregen. Hier zijn naast wegen ook parkeerplaatsen en verblijfsgebieden mogelijk.
Zoals de bestemmingsnaam al aangeeft hebben de sloten in het plangebied de bestemming Water gekregen.
De bestemming Wonen - 1 is toegekend aan de woningen aan de Zandweg. Deze woningen liggen in een historisch lint en kennen een grote mate van individualiteit, de bestemming is toegespitst op de lintbebouwing.
De bestemming Wonen - 2 is gegeven aan de vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen in het plangebied. Ter plaatste van de gebiedsaanduiding "milieuzone - geluidsgevoelige functie" zijn de gronden tevens bestemd voor het waarborgen van een goed akoestisch woon- een leefklimaat. Op deze gronden kunnen geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend gerealiseerd worden onder de voorwaarde dat bij het naastgelegen bedrijf de geluidsisolerende maatregelen zoals beschreven in het rapport "Kupers en Niggerbrugge, akoestisch onderzoek "Beoordeling woningbouw nabij loods aannemersbedrijf perceel Zandweg 68 te Utrecht" Versie R0850237aaA2.amo. november 2011" zijn getroffen, of wanneer het timmerbedrijf ter plaatse is beëindigd.
De bestemming Wonen - 3 is speciaal voor de rijwoningen in het plangebied. Aangezien deze rug-aan-rug gesitueerd zijn en daarmee alleen een terras/veranda hebben is in deze bestemming geen erfbebouwingsregeling opgenomen.
Artikel 11 Waarde - Archeologie
De bestemming Waarde - Archeologie is een dubbelbestemming. Deze bestemming geldt naast de andere hier voorkomende bestemmingen, waarbij de dubbelbestemming "voorrang" heeft. Hierin wordt bepaald dat de aanwezige archeologische waarden beschermd dienen te worden en dat er indien er gebouwd gaat worden een aanlegvergunning plicht geldt. Op deze manier kunnen de archeologische waarden goed beschermd worden.
Artikel 12 Waterstaat - Waterkering
De bestemming Waterstaat - Waterkering is een dubbelbestemming. Deze bestemming geldt naast de andere hier voorkomende bestemmingen, waarbij de dubbelbestemming "voorrang" heeft. Hierin wordt bepaald dat de aanwezige waterstaatkundige waarden beschermd dienen te worden. Dit betekent dat uitsluitend gebouwd mag worden ten behoeve van de waterstaatkundige functies. Indien binnen deze strook voor de onderliggende bestemming (Wonen) wordt gebouwd dient vooraf advies ingewonnen te worden van de waterbeheerder.
Artikel 13 Antidubbeltelbepaling
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een bouwvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.
Artikel 14 Algemene bouwregels
In de bouwverordening zijn ook voorschriften opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vóór deze bepalingen, maar in dit artikel is bepaald welke voorschriften uit de bouwverordening naast het bestemmingsplan van kracht blijven. Het gaat daarbij om voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals de bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer en brandblus-voorzieningen, bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, de ruimte tussen bouwwerken en parkeergelegenheid bij gebouwen.
Daarnaast regelt dit artikel de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bebouwingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.
Dit artikel regelt ontheffingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een ontheffing verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes.
Artikel 16 Algemene ontheffingsregels
In deze regels wordt aangegeven welke ontheffingen algemeen geregeld worden. Het betreft hier kleine binnenplanse ontheffingen waardoor het bestemmingsplan flexibel blijft.
Artikel 17 Algemene procedureregels
In dit artikel is de procedure beschreven die doorlopen dient te worden bij het gebruik maken van een ontheffing van de regels. De procedure voor wijziging of uitwerking van bestemmingen wordt sinds de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening geregeld in de wet (artikel 3.6 Wro). In het bestemmingsplan hoeft hiervoor derhalve geen aparte regeling meer voor te worden opgenomen.
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken en een strafbepaling. Deze hoeven daarom niet in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Het handelen in strijd met aanlegregels of sloopregels valt hier echter niet onder. Overtreding hiervan dient nog steeds in het bestemmingsplan als strafbaar feit te worden aangemerkt.
In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen.
Indien de in het plan opgenomen regels. voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.
Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.
Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.
Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken.
Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.
Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten.
Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan. Dit laatste is uiteraard mede afhankelijk van andere aspecten, waaronder de vraag of het strijdige gebruik reeds zolang plaatsvindt dat de gemeente haar rechten heeft verwerkt.
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.
Prostitutie
In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen prostitutie bedrijven gevestigd met een vergunning op basis van de APV. Gezien het in Utrecht gehanteerde maximumstelsel zijn nieuwe prostitutiebedrijven niet toegestaan en zijn prostitutiebedrijven uitgesloten in de gebruiksbepaling en in de begripsbepaling "aan huis verbonden beroep en bedrijf". Gelet op het binnen de gemeente gehanteerde maximumstelsel betekent de regeling in dit bestemmingsplan geen algeheel verbod, maar wel een verbod op prostitutiebedrijven binnen dit plangebied.