direct naar inhoud van 5.10 Water
Plan: Prozeeterrein Hoograven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPPROZEETERREIN-0601

5.10 Water

De watertoets is een wettelijk verankerde procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Het kader voor de watertoets is het vigerend beleid (Vierde Nota waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, Europese Kaderrichtlijn water, Nationaal Bestuursakkoord Water en de provinciale, regionale (waterbeheerder) en gemeentelijke uitwerking van hiervoor genoemde beleidsdocumenten). De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water.

Landelijk waterbeleid
De commissie “Waterbeheer 21e eeuw” heeft in opdracht van de regering duidelijk gemaakt dat we anders moeten omgaan met water en ruimte. Meer ruimte voor water, waterbewust bouwen en inrichting staat hierbij centraal. De drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren moet wateroverlast en afwenteling op andere gebieden beperken. Het beheren van water is geen eenvoudige zaak. Veel verschillende belangen, zoals landbouw, natuur en bebouwing, hangen ermee samen. En elk van die belangen heeft zijn eigen wensen en eisen wat betreft waterbeheer, die met elkaar in strijd kunnen zijn. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. De provincie speelt daarbij een belangrijke rol, onder andere met het Waterhuishoudingsplan (WHP3). De gemeente Utrecht heeft in samenwerking met o.a. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden het waterbeleid vertaald in een Waterplan Utrecht.

Lokale waterhuishoudkundige situatie
Het plangebied ligt in het beheergebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Het ligt in de wijk Hoograven te Utrecht tussen het Merwedekanaal en de Verlengde Hoogravenseweg. Het streefpeil van het Merwedekanaal is 0,58m +NAP. Het maaiveldniveau ligt circa 1,7m +NAP. De bodemopbouw bestaat van 0 tot 2m diepte uit fijn tot matig grof zand met plaatselijk klei en van 2 tot 5m diepte uit klei en plaatselijk zandlagen. Door het gebruik als industrieterrein is de bodem vervuild. Op de locatie ligt de diepte van de grondwaterspiegel gemiddeld op 0,7m +NAP. In onderstaande tabel wordt de afname van verhard oppervlak toegelicht.

  Bestaande situatie (m2)   Nieuwe situatie (m2)  
Oppervlakte totaal   21.980   21.980  
Oppervlakte bebouwd   12.470   12.625  
Oppervlakte verhard terrein   9.510   6.225  
Oppervlakte onverhard terrein   0   3.130  
Oppervlakte water   0   0  


Het verharde oppervlak van daken en wegen in de toekomstige situatie bedraagt circa 18.850 m² en neemt af ten opzichte van de huidige situatie. Hierdoor is geen aanleiding om te voorzien in uitbreiding van retentievoorzieningen.

In het plangebied wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd waarbij de vuilwaterriolering wordt aangesloten op het gemengd riool in de Verlengde Hoogravenseweg. Het hemelwater van de daken wordt afgekoppeld en geleid naar het Merwedekanaal. Ook het hemelwater dat valt op de wegen en parkeerplaatsen op maaiveld ( 6.225 m2 verhard oppervlak) en op de hellingbanen naar de parkeergelegenheid wordt afgekoppeld en geleid naar het Merwedekanaal. De uitwerking van de regenwaterafvoer naar het Merwedekanaal dient in nader overleg met HDSR plaats te vinden in verband met de passage van de waterkering en eventueel noodzakelijke zuiverende voorzieningen, bijvoorbeeld waterdoorlatende wegverharding).

Ondergronds bouwen
Onder de bebouwing wordt parkeergelegenheid gerealiseerd. Deze ligt langs het Merwedekanaal onder het maaiveld met de onderkant keldervloer op 1,5m -NAP. Omdat de gemiddelde grondwaterstand 0,7m +NAP is, wordt een waterdichte parkeerbak aangelegd, waarvoor tijdens de bouw tijdelijk bemaling nodig is. Na de bouw zal de bemaling stoppen. Deze ondergrondse parkeergelegenheid ligt binnen de kernzone van het Merwedekanaal, in dit geval binnen de 12m vanaf de waterkant. Om hier te kunnen bouwen zullen mogelijkheden en onmogelijkheden van het bouwplan in de ideeënfase worden afgestemd met het waterschap.

Conclusies
Op basis van het stedenbouwkundige plan en de inrichting van het terrein worden er geen negatieve effecten op de waterhuishouding voorzien. Negatieve effecten zijn bouwkundig oplosbaar en zullen in overleg met de gemeente en het waterschap worden uitgewerkt.

Reactie op waterhuishouding van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden:

  • De nieuwbouw is gelegen in de kernzone en beschermingszone van de regionale waterkering langs het Merwedekanaal. Bouwen in de kernzone, in dit geval 12 meter vanaf waterkant (vanwege damwand), is niet toegestaan conform de Keur van het waterschap. Het bouwplan wordt binnen deze kernzone gebouwd en binnen de beschermingszone. Om deze reden dient de initiatiefnemer overleg te voeren met het waterschap en een Keurontheffing aan te vragen bij het waterschap. De wijze waarop de nieuwbouw wordt gerealiseerd zal moeten voldoen aan de eisen van het waterschap zoals die in de nog aan te vragen ontheffing worden gegeven. Een van de voorwaarden is dat de ondergrondse constructie geen gevolgen heeft voor de (stabiliteit van) de waterkering. Nader onderzoek naar de gevolgen voor de waterkering is dan ook noodzakelijk.
  • Hemelwater vanaf het dak van de nieuwbouw wordt afgevoerd naar oppervlaktewater. Rechtstreekse afvoer naar oppervlaktewater is vergunningplichtig in kader van Wet Verontreiniging Oppervlaktewater en Lozingenbesluit Kleine Lozingen. De initiatiefnemer dient wel een aanvraag in te dienen. Uit de aanvraag moet duidelijk blijken dat er geen uitlogende materialen (lood, koper, zink en bitumen zonder KOMO-keurmerk) worden toegepast.
  • Hemelwater vanaf het dak kan afgevoerd worden naar het Merwedekanaal. De afvoer(leidingen) mag echter niet door de waterkering plaats vinden. Een oplossing is om de afvoer(leidingen) bovengronds aan te leggen.
  • Grondwater wordt tijdens de bouwwerkzaamheden geloosd op oppervlaktewater. Hiervoor dient de initiatiefnemer een Wet Verontreiniging Oppervlaktewater vergunning bij het waterschap aan te vragen.
5.10.1 Verslaglegging van gevoerd overleg gemeente waterbeheerder

In het kader van het vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Gelet op de hierboven aangegeven uitkomst van eerder overleg, kan de HDSR met het bestemmingplan instemmen.