Plan: | Overvecht-Noordelijke stadsrand |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPOVERVECHTNSR-0601 |
In en direct rond het plangebied is een inventarisatie gedaan naar risicoveroorzakende activiteiten. Dit heeft het volgende overzicht opgeleverd:
Vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water. Voor het plangebied is de Noordelijke Ring Utrecht (NRU) en de spoorlijn Utrecht CS – Amersfoort relevant.
Vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Door het plangebied (langs de Klopvaart en een stukje langs de Vecht) loopt een hogedruk aardgasleiding. In noordelijke richting loopt deze leiding verder op grondgebied van de gemeente Maarssen (langs de Burgemeester Huydecoperweg); het invloedsgebied van dit leidinggedeelte valt voor een groot deel over het plangebied;
Bedrijven die vallen onder het Bevi. In het plangebied bevinden zich drie Bevi bedrijven: het bedrijf Iesberts aan de Gageldijk (o.a. LPG verkoop) en twee LPG tankstations (A. Schweitzerdreef en Einsteindreef). Net buiten het plangebied (ten westen) bevinden zich de Vechtsebanen met een ammoniakgekoelde ijsbaan, waarvan het invloedsgebied voor een deel over het plangebied loopt. Bedrijven die vuurwerk mogen opslaan.
Het werken met, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen leidt tot veiligheidsrisico's voor omwonenden, bedrijven en passanten. Om deze risico's te beheersen worden in bestemmingsplannen de relaties tussen deze activiteiten en hun omgeving conform wet- en regelgeving verantwoord en vastgelegd. De normen en richtlijnen zijn onder andere vastgelegd in:
- de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs; voor transport over weg, spoor en water);
- het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb; voor transportleidingen);
- het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; voor bedrijven).
Het veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is verwoord in de 'Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (RNVGS), vervolg en samenvatting van de nota RNVGS. De circulaire geeft antwoord op vragen hoe om te gaan met ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van transportroutes en geeft de normering aan voor Plaatsgebonden Risico en Groepsrisico:
de normhoogte voor Plaatsgebonden risico bedraagt 10-6/jaar voor gevoelige bebouwing; voor het Groepsrisico is een zg. oriënterende waarde vastgesteld. Voor transport bedraagt deze waarde 10-4/jaar bij 10 doden, 10-6/jaar bij 100 doden enz. Het is een oriënterende waarde omdat onder voorwaarden van deze waarde mag worden afgeweken.
Landelijk is een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in ontwikkeling. Het Basisnet beoogt meer zekerheid te geven over de te verwachten transportfrequenties en de daarbij behorende zonering. Voor wat betreft wegen heeft het Basisnet alleen gevolgen voor rijkswegen.
Met behulp van het rekenprogramma RBM2 versie 1.3 is de veiligheidsituatie voor de bebouwing in Overvecht langs de NRU en de spoorlijn Utrecht- Amersfoort berekend wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen. Omdat de afstand van de meest nabije bebouwing tot de A27 ca. 450 meter bedraagt, heeft het vervoer op de A27 geen invloed op het plangebied.
Vervoer over de NRU; In het plangebied wordt de norm voor het plaatsgebonden risico niet overschreden. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde. De toename van het groepsrisico vanwege de toename van het transport is niet berekenbaar. Uitvoeren van de verantwoordingsplicht groepsrisico is niet relevant, temeer daar het om een conserverend bestemmingsplan gaat.
Vervoer over spoorlijn Utrecht CS – Amersfoort: In het plangebied wordt de norm voor het plaatsgebonden risico, op basis van vervoersgegevens van 2008, niet overschreden. Het toekomstige Basisnet zal hier naar verwachting geen verandering in brengen. Het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde. De toename van het groepsrisico, als gevolg van een eventuele toename van het transport, zal naar verwachting gering zijn en in ieder geval ruim onder de oriënterende waarde blijven. Uitvoeren van de verantwoordingsplicht groepsrisico is niet relevant, temeer daar het om een conserverend bestemmingsplan gaat.
De onderbouwing van de genoemde conclusies over het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zijn weergegeven in de bijlage Toetsing en verantwoording externe veiligheid.
Het risico bij aardgasleidingen wordt vooral veroorzaakt door de mogelijkheid van beschadiging bij graafwerkzaamheden etc. Het vrijkomende gas zal tot een ontploffing leiden gevolgd door brand.
Vanwege de risico's is een toets uitgevoerd aan risiconormen volgens het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Bevb beschrijft de afstanden tussen buisleidingen en (beperkt) kwetsbare objecten en bestemmingen. Dit zijn alle plaatsen waar zich regelmatig personen bevinden m.u.v. verkeersdeelnemers. De getoetste normen hebben betrekking op het zogenaamde plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Op geen enkele plek langs het beschreven tracé bestaat er een PR=10-6 contour.
Binnen de belemmeringenstrook bevindt zich op één plek een gebouwd object (woning Klopdijk 2; hoek Klopvaart en Vechtdijk). In de planregels zijn voorschriften opgenomen die legale bestaande bebouwing binnen de belemmeringenstrook toestaat.
Volgens uitgevoerde berekeningen van de groepsrisico's bestaan er bij geen van de aardgasleidingen overschrijdingen van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.
Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, mede rekening gehouden met de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid.
De status van het bestemmingsplan is overigens niet afhankelijk van deze berekeningen. Het gaat om een conserverend bestemmingsplan; van toename van het groepsrisico is daarom geen sprake.
Voor een uitgebreidere onderbouwing van de conclusies wordt verwezen naar de bijlage Toetsing en verantwoording externe veiligheid.
Binnen het bestemmingsplangebied liggen twee tankstations waar ook LPG wordt verkocht. Ook bevindt er zich een bedrijf dat bestaat uit een combinatie van een tankstation met LPG verkoop en een gasflessenvulinstallatie voor propaan. De verkoop van LPG leidt tot veiligheidsrisico's vanwege het mogelijk vrij kunnen komen van LPG, en het ontbranden daarvan, en het ontploffen van een LPG tankauto. De risico's voor de activiteiten met propaan zijn vergelijkbaar. Vanwege de veiligheidsrisico's bij de drie bedrijven is een toets uitgevoerd aan risiconormen volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het Bevi beschrijft de afstanden tussen risicovolle bedrijven en (beperkt) kwetsbare objecten en bestemmingen. Dit zijn alle plaatsen waar zich regelmatig personen bevinden m.u.v. verkeersdeelnemers. De getoetste normen hebben betrekking op het zogenaamde plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
LPG verkooppunt Albert Schweitzerdreef
Aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt voldaan. Aan de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt niet voldaan. Zodra de maatregelen van de branche (coating op tankauto's) wettelijk zijn verankerd, zal wel aan de richtwaarde worden voldaan.
Aan de overige afstandscriteria m.b.t. de ondergrondse LPG tank en de afleverzuil wordt voldaan.
Volgens een uitgevoerde berekening van het groepsrisico bestaat er geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Bij die berekening is uitgegaan van een hittewerende coating op de tankauto's; deze coatings zijn in de loop van 2010 aangebracht maar nog niet wettelijk verankerd. Door het instellen van zogenaamde venstertijden zou de veiligheidssituatie nog verder verbeterd kunnen worden. Hierover zullen nog onderhandelingen worden gestart. Bij gebleken effectiviteit en haalbaarheid zal een procedure gestart worden tot wijziging van de milieuvergunning.
Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, ook zonder het realiseren van de genoemde venstertijden.
LPG verkooppunt Einsteindreef
Aan zowel de grenswaarden als richtwaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het LPG vulpunt wordt voldaan.
Aan de overige afstandscriteria m.b.t. de ondergrondse LPG tank en de afleverzuil wordt eveneens voldaan.
Volgens een uitgevoerde berekening van het groepsrisico bestaat er geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Bij die berekening is uitgegaan van een hittewerende coating op de tankauto's; deze coatings zijn in de loop van 2010 aangebracht maar nog niet wettelijk verankerd. Door het instellen van zogenaamde venstertijden zou de veiligheidssituatie nog verder verbeterd kunnen worden. Hierover zullen nog onderhandelingen worden gestart. Bij gebleken effectiviteit en haalbaarheid zal een procedure gestart worden tot wijziging van de milieuvergunning.
Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, ook zonder het realiseren van de genoemde venstertijden.
LPG verkooppunt annex gasflessenvulstation
Aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico m.b.t. het gehele bedrijf wordt voldaan. Aan de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico wordt niet voldaan. Binnen de 10-6 - contour bevinden zich enkele beperkt kwetsbare objecten. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde waarvan afgeweken mag worden. Een bestaande situatie wordt beschouwd als een goede motivatie om af te wijken.
Mede gelet op de toelichting/motivatie over struinweides, wordt geconcludeerd dat de situatie voldoet aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Volgens een uitgevoerde berekening van het groepsrisico bestaat er geen overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.
De maatregelen bij het bedrijf die in de risicoanalyse zijn verwerkt zijn allen gerealiseerd. Daarnaast is in de milieuvergunning een verplichting opgenomen om een hittewerende coating aan te brengen op de tankauto voor LPG/propaan. Deze (of een gelijkwaardige) maatregel zal leiden tot een belangrijke afname van het groepsrisico.
Het groepsrisico wordt als aanvaardbaar beschouwd, rekening houdend met de verdere daling als gevolg van het aanbrengen van een hittewerende coating of een gelijkwaardige maatregel.
De onderbouwing van de conclusies over het plaatsgebonden risico van alle drie genoemde bedrijven is weergegeven bij de verantwoording van het groepsrisico in de bijlage Toetsing en verantwoording externe veiligheid.
De volgens het Bevi verplichte verantwoording van het groepsrisico voor alle drie bedrijven is opgenomen in de bijlage Toetsing en verantwoording externe veiligheid.
Vechtsebanen (buiten het plangebied)
Buiten het plangebied bevindt zich het complex van de Vechtsebanen waarvan het invloedsgebied een (geringe) overlap heeft met het plangebied. De PR=10-6 contour komt niet over de grens van het plangebied heen. De bijdrage van het plangebied aan het totale groepsrisico is erg laag omdat het totale groepsrisico ook erg laag is. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bijlage Toetsing en verantwoording externe veiligheid.
Vuurwerk
Ingevolge het per 1 maart 2002 in werking getreden Vuurwerkbesluit en de wijzigingen daarop van 16 januari 2004 (Staatsblad nr. 26 van 2004) dient ook via het spoor van de ruimtelijke ordening expliciet aandacht te worden besteed aan de veiligheidsafstanden die gelden voor vuurwerkopslag. `
Kleine opslagplaatsen < 10.000 kg
In situaties waarbij niet meer dan 10.000 kg aan consumentenvuurwerk wordt opgeslagen hoeft in het kader van dit bestemmingsplan, wat betreft veiligheidsafstanden, geen extra aandacht te worden besteed. De hiervoor geldende veiligheidsafstand van 8 m van de deuropening van de opslagplaats tot kwetsbare of geprojecteerde kwetsbare objecten is dusdanig klein, dat hieraan in de meeste gevallen kan worden gedaan. In sommige gevallen dienen bouwkundige maatregelen te worden getroffen. Opslagplaatsen tot maximaal 10.000 kg aan consumentenvuurwerk ten behoeve van verkoop van vuurwerk tijdens de oudejaarsperiode, kunnen uitsluitend plaatsvinden in een bestemming waar Detailhandel is toegestaan.
Grote opslagplaatsen > 10.000 kg
Voor opslagplaatsen van meer dan 10.000 kg aan consumentenvuurwerk geldt op basis van het Vuurwerkbesluit, afhankelijk van de hoeveelheid aan opslag en de grootte van de deuropening, een veiligheidsafstand van 20 m of meer vanaf de deuropening van de opslagplaats tot kwetsbaar of geprojecteerde kwetsbare objecten.
Opslagplaatsen van meer dan 10.000 kg aan consumentenvuurwerk ten behoeve van verkoop van vuurwerk tijdens de oudejaarsperiode, kunnen mede vanwege de afstandseisen, niet plaatsvinden binnen de bestemming Detailhandel dan wel Bedrijf. Aan tuincentra en bouwmarkten kan voor de opslag en verkoop van meer dan 10.000 kg vrijstelling worden verleend. In dit bestemmingsplan is de mogelijkheid daartoe uitgesloten. In het bestemmingsplangebied bevindt zich overigens géén vuurwerkopslag c.q. vuurwerkverkoop.
Conclusie
Op het gebied van de externe veiligheid worden er vooralsnog geen belemmeringen geconstateerd. Wat
betreft bedrijven en de verkoop van vuurwerk zijn er geen bijzonderheden. Ook voor wat betreft routes
voor gevaarlijke stoffen, blijft het groepsrisico ruim onder de oriënterende waarde. Wat betreft de
LPG-tankstations worden er vooralsnog geen belemmeringen voorzien.