Plan: | Overvecht-Noordelijke stadsrand |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPOVERVECHTNSR-0601 |
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen ten eerste ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en ten tweede rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Hiertoe wordt het instrument van de 'milieuzonering' ingezet.
Milieuzonering
Er wordt naar gestreefd om in de stad wonen en werken op een goede manier te laten samenwerken. Beide functies zijn zeer belangrijk voor Utrecht, maar voorkomen moet worden dat milieuhinder van bedrijven een negatieve invloed heeft op de woonomgeving. Het streven is om werkfuncties in de woonomgeving te integreren om daarmee de levendigheid in de woonwijken te vergroten. Deze werkfuncties mogen geen overlast veroorzaken. Dus bedrijven die (te veel) geur- of geluidshinder veroorzaken, overlast geven of andere risico's voor de gezondheid en veiligheid met zich meebrengen, moeten ruimtelijk worden gescheiden van gevoelige bestemmingen als wonen.
In de bijlagen is de Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging opgenomen. Deze laat zien welke bedrijven tot welke categorie behoren en in een bepaald gebied van dit bestemmingsplan toelaatbaar zijn. Ook is in deze lijst de benodigde afstand opgenomen die tussen een bedrijf en een gevoelige bestemming moet worden aangehouden om overlast te voorkomen. Hierbij zijn bedrijven die vallen onder categorie A of B1 en 2 in principe passend binnen een woonomgeving. Categorie A en B1 kan in een woonwijk, categorie B2 kan in een functiemengingszone, aan de rand of een specifieke plaats in een woonwijk. Bedrijven die behoren tot categorie C moeten op enige afstand van woningen liggen, bij voorkeur op een bedrijventerrein.
Uitwerking milieuzonering
Voor de bestaande bedrijven is op grond van bovenstaande uitgangspunten de milieuzonering op de plankaart opgenomen. De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging. Afhankelijk van de locatie binnen het plangebied zijn bedrijven uit categorie A tot en met B2 toegestaan. Dit zijn lage milieucategorieën die over het algemeen goed inpasbaar zijn binnen een woongebied. Een uitzondering vormt de RWZI en de hulpwarmtecentrale, waarop in de navolgende paragraaf nader wordt ingegaan.
De verkooppunten voor motorbrandstof (met of zonder LPG) alsmede de waterzuiveringsinstallatie worden specifiek aangeduid en alleen daar toegestaan. Nutsdoeleinden worden specifiek bestemd als 'Bedrijf-Nutsvoorziening'.
RWZI en Hulpwarmtecentrale Nuon
Binnen het plangebied bevinden zich twee 'gezoneerde industrieterreinen': de Rioolwaterzuiveringsinstallatie Zandpad (RWZI) en de Hulpwarmtecentrale Overvecht (HWC) van Nuon. Dit zijn bedrijven die vallen onder onderdeel D van Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) waarmee zij zijn als zogeheten 'grote lawaaimaker'. Conform de regels van de Wet geluidhinder is er daarom rondom deze terreinen een zone vastgelegd. Bij vergunningverlening aan deze bedrijven wordt getoetst aan bepaalde grenswaarden buiten de zone en bij de binnen de zone gelegen bestaande en nieuwe woningen. De zone fungeert verder als aandachtsgebied voor ontwikkelingen met betrekking tot geluidsgevoelige bestemmingen. Deze moeten steeds worden getoetst aan de regels van de Wet geluidhinder.
De geluidzone van de RWZI wordt met dit bestemmingsplan verkleind, omdat is gebleken dat de vastgestelde geluidzone gezien de daadwerkelijke geluidsemissie op sommige locaties erg ruim was. Dit werkt onnodig beperkend voor bouwplannen binnen de omgeving, doordat hiervoor extra juridische procedures moeten worden gevoerd. Middels onderzoek (“Onderzoek industrielawaai, Aanpassing Geluidszone RWZI, Zandpad”, DSO Afdeling Milieu & Duurzaamheid, kenmerk IL09-276, 11 mei 2010) is bepaald wat de aangepaste geluidzone is.
In onderhavig bestemmingsplan zijn de geluidzones van de RWZI en HWC opgenomen.
Bedrijventerrein Overvecht
Aan de noordwestzijde grenst het plangebied aan bedrijventerrein Overvecht. Op dit bedrijventerrein zijn veel bedrijven aanwezig die zich richten op handel (o.m. autobedrijven). Dit zijn bedrijven met een lage milieucategorie. Over het geheel kan worden gesteld dat zich op het bedrijventerrein weinig bedrijven bevinden met een hoge milieucategorie. Er bevinden zich op het bedrijventerrein geen grote lawaaimakers. Om die reden is het bedrijventerrein niet geluidgezoneerd.
In het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein is rekening gehouden met de woonwijk Overvecht. Ten opzichte van onderhavig plangebied is in het bestemmingsplan een strook aangegeven met een toelaatbaarheid tot en met categorie 3.1. Op die manier liggen bedrijven uit categorie 3.1 op minstens 50 m en bedrijven uit categorie 3.2 op minstens 100 m van de woonwijk Overvecht (zonering ten opzichte van een rustige woonwijk). Hiermee wordt hinder op het plangebied voorkomen.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de
woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.