direct naar inhoud van Artikel 29 Water
Plan: Overvecht-Noordelijke stadsrand
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPOVERVECHTNSR-0601

Artikel 29 Water

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishouding;
  • b. waterbeheer en waterberging;
  • c. waterlopen met bijbehorende taluds;
  • d. bermen;
  • e. kruisingen met wegverkeer;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. recreatief gebruik;
  • h. kunstwerken en kademuren;
  • i. vlonders en steigers;
  • j. bruggen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug voor langzaam verkeer;
  • l. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': maximaal het bestaande aantal woonschepen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • m. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'raamprostitutie': raamprostitutie in het bestaande aantal woonschepen.
29.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

29.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegestaan.

29.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op of in de artikel 29.1 onder a. tot en met h. bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, zoals keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers;
  • b. de bouwhoogte van een brug bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de bouwhoogte van een brug ter plaatse van de aanduiding 'brug' als bedoeld in artikel 29.1, onder k, mag ten hoogste 10 m bedragen.
  • d. in afwijking van het bepaalde in artikel 29.1 onder i, zijn op of in de in artikel 29.1 onder l. en onder m. bedoelde gronden steigers en vlonders niet toegestaan.
29.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruik als ligplaats voor woonboten en bedrijfsvaartuigen niet is toegestaan, behoudens daar waar zulks specifiek is geregeld.
  • b. De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep in samenhang met een woonschip is uitsluitend toegestaan indien:
  • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van het woonschip tot een maximum van 40 m²;
  • 2. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de bij de regels behorende lijst van bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;
  • 3. in afwijking van het gestelde onder b. mag het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten van maximaal categorie B2 van de bij de regels behorende lijst van bedrijven functiemenging betreffen, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de lijst van bedrijven functiemenging;
  • 4. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.