direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Hoge Woerd, 1e Herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD1EHERZ-VA03

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In juli 2011 is het bestemmingsplan “Hoge Woerd” vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft tot doel om in het gebied Hoge Woerd in de wijk Leidsche Rijn een groen, cultureel/ archeologisch park te ontwikkelen. De gronden hebben een rijke geschiedenis en de plek zal plaats bieden aan verschillende publieke functies, zoals een archeologiepaviljoen, een museum, een centrum voor Natuur- en milieueducatie, een theater, zalenverhuur en horeca en het cultuurhuis. Deze functies krijgen een plek in het Castellum.

Het bestemmingsplan “Hoge Woerd” is op 12 juli 2012 onherroepelijk geworden. Hierin heeft het Castellum de bestemming 'Cultuur en Ontspanning – 1' gekregen. Op basis van deze bestemming zijn een educatief, cultureel en archeologisch park toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'castellumpaviljoen' zijn theater, museum, recreatieve en/of educatieve voorzieningen toegelaten. Binnen de bestemmingen Groen-2 zijn in zijn algemeenheid evenementen toegelaten.

De gemeente Utrecht heeft in overleg met exploitanten onderzocht hoe de uitwerking van het Castellum er uit komt te zien. Daarbij wordt zowel gekeken naar het belang van de exploitanten als naar het belang van de omwonenden. Om te voorkomen dat bewoners gedurende vele malen per jaar geconfronteerd worden met geluidsoverlast is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat er regels gesteld moeten gaan worden met betrekking tot hetgeen er aan evenementen aanvaardbaar is en welke geluidsniveaus geproduceerd mogen worden. In beginsel is geluid in de openlucht geregeld via een evenementenvergunning op basis van de APV. In beginsel zal per evenement een vergunning moeten worden aangevraagd. Echter om te komen tot een goede afweging voor de vergunningverlening APV is het gewenst om in beeld te hebben hoeveel evenementen per jaar in totaal gewenst zijn bij het Castellum. Besloten is om een dergelijke regeling ook in een bestemmingsplan te verankeren.

Tot slot bleek dat er een omissie in het bestemmingsplan "Hoge Woerd" staat met betrekking tot bouwwerken binnen de bestemming Groen-2.

1.2 Doelstelling

De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is om het bestemmingsplan "Hoge Woerd" aan te passen, zodat het aantal evenementen bij het Castellum gemaximeerd wordt evenals de bijbehorende productie van geluid.
Door het opnemen van een regeling ten aanzien van evenementen en geluidsplafonds wordt duidelijkheid gegeven aan zowel de exploitanten als de omwonenden.

Daarnaast is het doel om een omissie in de regels van de bestemming Groen te herstellen en evenementen binnen deze bestemming te schrappen.

Het bestemmingsplan sluit voor het overige zo veel mogelijk aan bij het moederplan "Hoge Woerd".

1.3 Ligging en begrenzing plangebied

1.3.1 Ligging

Het plangebied Hoge Woerd is de meest zuidoostelijke punt van het Maxima Park, in het hart van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn, gelegen aan de westkant van Utrecht. Het plangebied is exact gelijk aan het vigerende bestemmingsplan "Hoge Woerd".

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD1EHERZ-VA03_0001.png"

Afbeelding 1: ligging

1.3.2 Begrenzing

Het plangebied ligt ten noorden van de rivierloop Leidsche Rijn en woongebied De Woerd, ten zuiden van het spoor tussen Utrecht en Den Haag, ten westen van de woongebieden Parkwijk en Langerak en ten oosten van de wijk Vleuterweide en de kern De Meern.

1.4 Vigerende bestemmingsplannen

Binnen het gebied vigeert het volgende bestemmingsplan:

bestemmingsplan   Vastgesteld door raad   Onherroepelijk  
Hoge Woerd   28 juni 2011   12 juli 2012  

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat een verwijzing naar de relevante beleidskaders. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de bestaande en de nieuwe juridische situatie. Het uitgevoerde akoestisch onderzoek komt in hoofdstuk 4 aan bod. Hoofdstuk 5 gaat in op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 6 komt de juridische toelichting op de planregels aan bod.

Hoofdstuk 2 Relevante beleidskaders

In het vigerende bestemmingsplan "Hoge Woerd" zijn alle relevante beleidskaders uitvoerig beschreven. Aan het Rijksbeleid en provinciaal beleid is in 2012 de Ladder voor duurzame verstedelijking toegevoegd.

Onderhavig bestemmingsplan is opgesteld om het aantal evenementen per jaar te reguleren. Daarbij worden ook grenzen gesteld aan de maximaal toegestane geluidsproductie.

Gezien het bovenstaande wordt voor de beschrijving van de relevante beleidskaders verwezen naar het bestemingsplan "Hoge Woerd" (NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD-0601) met uitzondering van de hieronder opgenomen Ladder van duurzame verstedelijking.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking (Bro 3.1.6 tweede lid) (2012)

De 'ladder voor duurzame verstedelijking' is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en vastgelegd als procesvereiste in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro bepaalt dat voor onder meer bestemmingsplannen de treden van de ladder moet worden doorlopen. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking wordt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten nagestreefd.

De ladder bestaat uit het doorlopen en motiveren van de volgende stappen:

  • a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  • b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door be-nutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anders-zins, en;
  • c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

In de provinciale ruimtelijke structuurvisie heeft de provincie Utrecht de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen en uitgewerkt in de Utrechtse ladder voor duurzaam ruimtegebruik. Voor de toetsing van dit beleid wordt daarom verwezen naar paragraaf 2.2.1.2.

Dit bestemmingsplan voorziet in een planologische functieverbreding op een bestaand perceel. Voor dit initiatief is in de SVIR geen specifiek ruimtelijk beleid van toepassing. Het initiatief is niet in strijd met de uitganspunten uit de SVIR.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (2013)
2.2.1.1 Algemeen

De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) is opgesteld om te zorgen voor een blijvend aantrekkelijke provincie. Via haar ruimtelijk beleid draagt de provincie bij aan een kwalitatief hoogwaardige fysieke leefomgeving, waarin het ook in de toekomst plezierig wonen, werken en recreëren is.

De PRS geeft de ruimtelijke ambities weer van de provincie Utrecht. Hierin staat welke doelstellingen de provincie van provinciaal belang acht, welk beleid bij deze doelstellingen hoort én hoe dit beleid uitgevoerd wordt. Deels loopt deze uitvoering via de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV) die tegelijk met de PRS is opgesteld.

De PRS is een structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op grond van de Wro heeft de PRS alleen een zelfbindende werking. Het is bindend voor de provincie, niet voor andere partijen. De PRV zorgt voor doorwerking van het beleid en is bindend voor de gemeenten.

2.2.1.2 Verstedelijking (duurzame verstedelijkingsladder)

De provincie Utrecht richt zich in haar verstedelijkingsbeleid primair op de ontwikkelingsmogelijkheden in het bestaand stedelijk gebied: op die manier blijven steden, dorpen en kernen aantrekkelijk om te wonen, te werken en te ontmoeten en blijft het landelijk gebied gevrijwaard van onnodige ruimteclaims. Ten behoeve van de leefbaarheid en bereikbaarheid wordt verstedelijking zoveel mogelijk gekoppeld aan haltes en knopen van het openbaar vervoersnetwerk. Voor een aantrekkelijke provincie zijn vitale steden en dorpen belangrijk. De combinatie van historische bebouwing, de aanwezigheid van onder andere culturele voorzieningen, winkels, horeca en uitgaansmogelijkheden, diverse woningtypes, verschillende vormen van werkgelegenheid, sport- en ontspanningsmogelijkheden en groen in de nabijheid draagt bij aan deze vitaliteit.

De provincie geeft aan dat we in de kenniseconomie op een andere manier wonen en werken. De nabijheid van elkaar versterkende creatieve functies wordt steeds belangrijker. Dat heeft consequenties voor de ruimtelijke ontwikkeling van het land. De steden spelen hierin een steeds belangrijkere rol. In de provincie geldt dat vooral voor Utrecht en Amersfoort, maar ook voor de kleinere steden en dorpen. Functiemenging draagt bij aan de vitaliteit van het stedelijk gebied. Een groot accent bij verstedelijking ligt op de binnenstedelijke opgave.

Het beleid sluit aan bij de zogenaamde duurzame verstedelijkingsladder uit het Besluit ruimtelijke ordening zoals reeds beschreven in paragraaf 2.1.1. Concreet hanteert de provincie Utrecht de volgende voorkeursvolgorde voor stedelijke ontwikkelingen: eerst de mogelijkheden van herstructurering of transformatie, dan de mogelijkheden in de nabijheid van halten en knopen van het OV-netwerk, dan de overige mogelijkheden in het stedelijk gebied (binnen de rode contouren), en als laatste uitbreiding.

Voorliggende opgave betreft een ontwikkeling in stedelijk gebied, waarbij een bestaand gebouw en binnenterrein gebruikt wordt voor meer functies dan thans mogelijk is op grond van het geldende bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan ziet op een vergroting van de mogelijkheden voor evenementen op deze locatie voor cultuur, milieu-educatie en archeologie.

Bij elke stedelijke ontwikkeling dient op basis van artikel 3.1.6, tweede lid, Bro de ladder voor duurzame verstedelijking te worden doorlopen. Aangetoond moet worden dat er sprake is van een regionale behoefte en dat het plan geen zodanige leegstand tot gevolg heeft dat dit uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening tot een onaanvaardbare situatie in de betrokken regio leidt.

Uit recente jurisprudentie blijkt dat planologische gebruikswijzigingen zonder een toename van bouwmogelijkheden niet als Ladderplichtige stedelijke ontwikkelingen hoeven te worden gezien (zie bijvoorbeeld de uitspraak d.d. 21-01-2015 van de Raad van State met kenmerk ECLI:NL:RVS:2015:96) en de uitspraak d.d. 10-12-2014 van de Raad van State met kenmerk ECLI:NL:RVS:2014:4421). Voorliggend bestemmingsplan maakt wat betreft uitbreiding uitsluitend extra gebruik mogelijk.

Met voorliggend bestemmingsplan wordt voldaan aan de doelstellingen van de duurzame verstedelijkingsladder uit het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 3 Bestaande en nieuwe situatie

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de huidige en toekomstige situatie. Onderhavige herziening van het bestemmingsplan "Hoge Woerd" betreft slechts een aanpassing van de regels met betrekking tot het toestaan van evenementen en de aanpassing van de bouwregels in de bestemming Groen-2.

3.2 Bestaande situatie

Bestemming Cultuur en ontspanning

Het bestemmingsplan “Hoge Woerd” is 12 juli 2012 onherroepelijk geworden. In dit bestemmingsplan heeft het Castellum de bestemming 'Cultuur en Ontspanning – 1' gekregen. Op basis van deze bestemming zijn een educatief, cultureel en archeologisch park toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'castellumpaviljoen' zijn theater, museum, recreatieve en/of educatieve voorzieningen toegelaten. Binnen de bestemming Groen zijn in zijn algemeenheid evenementen toegelaten.

De mogelijkheid om evenementen toe te staan binnen de bestemming Groen is niet gekwanticeerd. In het bestemmingsplan is niet aangegeven hoeveel evenementen per jaar er georganiseerd mogen worden en van welke omvang. Tevens is niet bepaald welke hoeveelheid geluid mag worden geproduceerd. De beschreven wijze van bestemmen levert (rechts)onzekerheid op voor omwonenden en ondernemers. Een en ander zou kunnen leiden tot aanvragen om tegemoetkoming van planschade.

Doeleindenomschrijving 'Groen - 1' en bestemming 'Groen - 2'

Het huidige bestemmingsplan maakt onderscheid tussen Groen 1 en Groen 2. Het grootste verschil is dat binnen 'Groen - 1' functies gerelateerd aan verkeersdoeleinden zijn toegelaten, zoals ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen. Verder zijn in 'Groen - 2' evenementen toegelaten, die niet in 'Groen - 1' zijn toegelaten.

Bouwregels 'Groen - 1' en 'Groen - 2'

Ten aanzien van de bouwregels zit er in het bestemmingsplan "Hoge Woerd" een verschil in de regeling van de bestemmingen Groen-1 en Groen-2. Hieronder zijn beide regelingen weergegeven:

Bestemming Groen-1

6.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen.

Bestemming Groen-2
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

7.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 1.80 meter hoog mogen zijn.

In de regeling van van de bestemming 'Groen 2' kan bij een letterlijke lezing de conclusie worden getrokken dat binnen deze bestemming niet alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan, maar ook gebouwen, waarbij uitsluitend voor de categorie bouwwerken, geen gebouwen zijnde een maximale hoogte is vastgesteld.

3.3 Nieuwe situatie

Bestemming Cultuur en ontspanning - 1

Op de verbeelding zal de bestemming Groen-2 worden uitgebreid op de gronden waar thans de bestemming Cultuur- en ontspanning - 1 ligt ter plaatse van het castellum. Dit gebeurt aan de westzijde evenwijdig aan de Tyfoon en aan de zuidzijde evenwijdig aan de Vicuslaan. Door het opnemen van een groenbestemming wordt duidelijk aangegeven dat het castellum en hierbij behorende gronden tot het park behoren.

Op de verbeelding zal de aanduiding castellumwal worden opgenomen om de buitenkant van muren van het castellum. Het binnenterrein, de castellumwal en het paviljoen vallen binnen deze aanduiding. Het is de bedoeling dat binnen deze aanduiding alle activiteiten toegelaten zijn. De aanduiding horeca uit het vorige plan is komen te vervallen, want horeca valt nu ook binnen de aanduiding castellumwal. Buiten het castellum zijn de gronden bedoeld voor de aanleg van het park.

Gezien hetgene gesteld in paragraaf 3.2 is het gewenst om het bestemmingsplan “Hoge Woerd” aan te passen. Door het opnemen van een regeling t.a.v. evenementen en geluidsplafonds wordt duidelijkheid gegeven aan zowel exploitanten als omwonenden.

In de planregels zal worden aangegeven hoeveel evenementen er jaarlijks mogen worden georganiseerd. Daarbij zal een onderscheid worden gemaakt naar kleine en grote evenementen. Tevens wordt aangegeven wat de maximale geluidbelasting mag zijn op 15 meter van het podium en ter hoogte van de gevels van de omliggende woningen.

Maximaal 60 dagen per jaar zijn maximaal 1000 bezoekers per dag toegelaten. Dit zijn zowel bezoekers aan een evenement als aan het Castellum. De locatie is geschikt om circa 1000 bezoekers gelijktijdig op te vangen. Tot 1000 bezoekers, zijn er in de reguliere situatie voldoende parkeerplaatsen bij het Castellum aanwezig.

Daarnaast zijn maximaal 15 dagen per jaar evenementen toegelaten met maximaal 3500 bezoekers per dag.

Maximaal 2 dagen per jaar zijn maximaal 7000 bezoekers per dag toegelaten. Ook hierbij gaat het om bezoekers aan het Castellum en het evenement tezamen. Dit aantal is gebaseerd op de verwachting van de exploitanten tezamen tijdens een groot evenement. Verder is het doel van deze herziening de eventuele overlast van evenementen te beperken. Het is ook denkbaar dat er evenementen worden georganiseerd die geen geluid produceren, maar waar wel veel bezoekers aantrekken. Het is daarom gewenst om ook het maximum aantal bezoekers per dag en per jaar vast te leggen.

Bij wijkgebonden midden-grote en grote evenementen geldt dat er aanvullende maatregelen verkeer en parkeren in het gebied genomen zullen worden.

Verder is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om in plaats van 1000 bezoekers 1500 bezoekers toe te laten. Deze afwijkingsmogelijkheid is opgenomen, omdat niet alle evenementen evenveel parkerende auto's aan zullen trekken.

Daarnaast wordt de regeling met betrekking tot horeca aangepast. Er is een restaurant (categorie D1) toegelaten met een oppervlakte van maximaal 300m2. Daarnaast is in de torens zaalverhuur toegelaten (categorie A2). De totale oppervlakte van de zaalverhuur is maximaal 115 m2. Daarnaast is additionele horeca toegestaan, bijvoorbeeld in de vorm van drank schenken in de foyer ten behoeve van theaterbezoekers. Tot slot is een terras toegelaten op het binnenterrein met een maximale oppervlakte van 300m2.

Tot slot wordt maximaal 50m2 detailhandel toegelaten, zodat een museumwinkel o.i.d. mogelijk is.

Doeleindenomschrijving 'Groen - 2'

In de bestemming 'Groen - 2' worden evenementen geschrapt.

In de bestemming 'Groen - 2' worden ontsluitingswegen beperkt tot bestaande ontsluitingswegen.

Bouwregels 'Groen - 2'

Ten aanzien van de bouwregels in de bestemmingen Groen-1 en Groen-2 wordt dezelfde regeling gehanteerd. De bouwregels van Groen - 2 komen te luiden:

"Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen."

Lijst van horeca-activiteiten

In dit bestemmingsplan is de 'nieuwe' lijst van horeca-activiteiten opgenomen. Het voornaamste verschil ten opzicht van de 'oude' lijst is dat categorie A is gesplitst in A1 en A2. Onder categorie A2 valt uitsluitend zaalverhuur.

Hoofdstuk 4 Onderzoek en randvoorwaarden

4.1 Inleiding

In het kader van het bestemmingsplan Hoge Woerd zijn reeds de nodige onderzoeken uitgevoerd. In dit bestemmingsplan zijn aanvullende onderzoeken uitgevoerd: akoestisch onderzoek en een mobiliteitsonderzoek.

4.2 Het akoestisch onderzoek

In opdracht van de gemeente Utrecht is een onderzoek uitgevoerd naar het geluid in de (woon)omgeving ten gevolge van mogelijke evenementen die worden gehouden op het binnenterrein van het Castellum. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitgevoerde onderzoeken, de conclusies en de aanbevelingen. De onderzoeken zijn toegevoegd als bijlagen 1, 5 en 6 bij deze toelichting.

In het Castellum zullen voornamelijk kleinschalige evenementen gaan plaatsvinden. Enkele keren per jaar zal er een groter evenement plaatsvinden waarbij enkele duizenden (maximaal 7000) bezoekers aanwezig kunnen zijn. Voor de evenementen die op het binnenterrein van het Castellum gaan plaatsvinden dienen vergunningen in het kader van de Algemeen Plaatselijke Verordening te worden aangevraagd.

Bij een evenement kan sprake zijn van geluid ten gevolge van menselijk stemgeluid, bijvoorbeeld een braderie waarbij geen versterkt geluid is, maar wel stemgeluid. Uit het aangepaste akoestische onderzoek blijkt dat de geluidbelasting door het stemgeluid binnen acceptabele grenzen blijft.

In de akoestische onderzoeken is uitgegaan van versterkt geluid vanaf het binnenterrein met een ommuring van 5,5 meter hoog. Op het moment dat versterkt geluid wordt gemaakt vanaf de muur is de geluidbelasting op de gevels van de woningen in de buurt hoger dan wanneer geluid afkomstig is van het binnenterrein. Naast het geluid via een versterker kan er ook geluid komen van mensen die op de muur lopen. De muur heeft enige afscherming, maar als er veel mensen tegelijk op de omloop zijn kan er geluidhinder optreden. De bestemmingsregeling beoogt dergelijke hinder te voorkomen door de functies die zo'n situatie laten ontstaan, namelijk horeca, zaalverhuur en evenementen, niet op de muur toe te staan. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

Om te borgen dat er na 23.00 uur geen versterkt geluid ten gehore wordt gebracht, is een eindtijd opgenomen in de regels.

4.2.1 Aantal evenementen en bezoekersaantallen

Er zijn per jaar maximaal 77 dagen met evenementen toegelaten. Maximaal 60 dagen per jaar zijn maximaal 1000 bezoekers per dag toegelaten. Dit zijn zowel bezoekers aan een evenement als aan het Castellum. Wel is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om in plaats van 1000 bezoekers 1500 bezoekers toe te laten. Deze afwijkingsmogelijkheid is opgenomen, omdat niet alle evenementen evenveel parkerende auto's aan zullen trekken.

Daarnaast zijn maximaal 15 dagen per jaar evenementen toegelaten met maximaal 3500 bezoekers per dag. Tot slot zijn maximaal 2 dagen per jaar maximaal 7000 bezoekers per dag toegelaten. Ook hierbij gaat het om bezoekers aan het Castellum en het evenement tezamen.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is een inschatting gemaakt van het voor de exploitanten van het Castellum en voor derden benodigde aantal buitenevenementen. Daarbij is rekening gehouden met het gegeven dat Utrecht een van de belangrijkste Nederlandse evenementensteden is en dat een spreiding van het aantal evenementen over de stad noodzakelijk is.

4.2.2 Versterkt geluid

Het geluidniveau van evenementen mag in de periode tussen 09.00 uur en 23.00 uur gedurende maximaal 37 dagen per jaar meer dan 40 dB(A) bedragen. Gezien de reeds bestaande vaste evenementen in het Castellum (Romeinendag, Leidsche Rijn Festival, Uitfeest, Avondvierdaagse, Lazy Sunday Afternoon en Zomerse Zondagen) zijn wij van mening dat de toegestane 37 dagen per jaar aansluiten bij de behoefte aan het aantal evenementendagen in het Castellum. In overleg met de exploitanten van het Castellum is besloten het aantal evenementen met een toegelaten geluidbelasting van 45 dB(A) op de gevels van woningen rond het Castellum in de avondperiode (tussen 19.00 uur en 23.00 uur) te verminderen van maximaal 25 naar maximaal 15 avonden per jaar.

Bij de grote evenementen (95 dB(A) op 15 m afstand van het podium) bedraagt het immissieniveau ter hoogte van de woningen ten hoogste 67 dB(A) en 81 dB(C). Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de geluidgrenswaarden zoals deze zijn opgenomen “Beleidsregel Geluidsnormen bij buitenevenementen” van de gemeente Utrecht van 80 dB(A) en 95 dB(C). Ook wordt voldaan aan de maximale grenswaarde die volgt uit de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van 70 à 75 dB(A). Omdat reeds bij grote evenementen wordt voldaan aan de geluidgrenswaarden, wordt er automatisch voldaan aan de grenswaarden bij situaties van middelgrote en kleine evenementen. Indien uitsluitend de “Beleidsregel Geluidsnormen bij buitenevenementen” zou worden toegepast bij de beoordeling van de evenementen die op het binnenterrein van het Castellum geprojecteerd zijn, zou dat kunnen leiden tot een situatie dat wekelijks een groot en luidruchtig evenement zou plaatsvinden. Dit lijkt een voor de woonomgeving niet gewenste en voor de beoogde exploitatie niet benodigde situatie.

Daarom zijn in dit bestemmingsplan specifieke gebruiksregels opgenomen voor versterkt geluid.

Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Raad van State van 13 december 2017 is ervoor gekozen de volgende verdeling te hanteren waarbij meer dan 40dB op de gevel wordt verwacht:

Evenementen laag geluidsniveau
- maximaal 25 maal per jaar, maximaal 15 avonden per jaar
- maximaal geluidsniveau van 73 dB(A) en 79 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 45 dB(A) en 59 dB(C) ter hoogte van gevels van de woningen

Evenementen gemiddeld geluidsniveau
- maximaal 10 maal per jaar
- maximaal geluidsniveau van 85 dB(A) en 91 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 57 dB(A) en 71 dB(C) ter hoogte van de gevels van de woningen

Evenementen hoog geluidsniveau
- maximaal 2 maal per jaar
- maximaal geluidsniveau van 95 dB(A) en 101 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 67 dB(A) en 81 dB(C) ter hoogte van de gevels van de woningen

De akoestische impact voor de woonomgeving kan als volgt kort worden omschreven:

- Bij evenementen met een laag geluidsniveau treedt een geluidsniveau van maximaal 45 dB(A) op bij de gevels van woningen. Een dergelijke geluidsniveau sluit aan bij de waarden voor de avondperiode (tussen 19.00 uur en 23.00 uur) zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit betekent dat deze geluidbelasting in (de tuinen van) de woningen rond Castellum beperkt waarneembaar zal zijn. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat deze geluidbelasting is beperkt tot maximaal 25 dagen per jaar (maximaal 15 avonden per jaar), achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 45 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

- Bij een evenement met een gemiddeld geluidsniveau treedt buiten een geluidsniveau van maximaal 57 dB(A) op. Binnen in woningen zal het geluidsniveau maximaal 40 dB(A) bedragen. Daarbij is uitgegaan van een geluidwering van ten minste 20 dB(A) bij de modernere woningen in de omgeving van het Castellum en van een geluidwering van ten minste 15 dB(A) bij de oudere woningen. Bij geopende ramen of luchtroosters zal het geluidniveau binnen hoger zijn (maximaal gelijk aan het geluidniveau buiten). Gezien de hoogte van de te verwachten geluidbelasting en in aanmerking genomen dat het aantal evenementen in deze categorie is beperkt tot maximaal 10 dagen per jaar tussen 09.00 uur en 23.00 uur, achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 57 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

- Bij een evenement met een hoog geluidsniveau treedt buiten op de gevels een geluidsniveau op van maximaal 67 dB(A). Binnen in woningen zal het geluidsniveau ten hoogste 50 dB(A) bedragen. Ook daarbij is uitgegaan van een geluidwering van ten minste 20 dB(A) bij de modernere woningen in de omgeving van het Castellum en van een geluidwering van ten minste 15 dB(A) bij de oudere woningen. Bij geopende ramen of luchtroosters zal het geluidniveau binnen hoger zijn (maximaal gelijk aan het geluidniveau buiten). Gezien de hoogte van de te verwachten geluidbelasting en in aanmerking genomen dat het aantal evenementen in deze categorie is beperkt tot maximaal 2 dagen per jaar tussen 09.00 uur en 23.00 uur, achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 67 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

Bij het akoestisch onderzoek is uitgegaan van geluid vanaf het binnenterrein, met een geluidwerende werking van de castellummuur. Hierbij is geen rekening gehouden met geluid vanaf de open omloop van de castellummuur. Dit is ook niet gewenst. De functies evenementen, horeca en zaalverhuur zijn daarom niet toegestaan op de omloop van de castellummuur.

Tot slot wordt de eindtijd van een evenement met versterkt geluid via het bestemmingsplan nader beperkt. Op basis van de APV geldt een maximale eindtijd van 23.00 uur op een doordeweekse dag en een eindtijd van 1.00 uur op avonden voorafgaand aan een weekenddag. Bij het Castellum is een eindtijd van 23.00 uur meer passend.

4.3 Mobiliteitsonderzoek

Er is een mobiliteitsonderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de hoeveelheid te verwachten verkeer en de verschillende mogelijkheden om deze verkeersstromen te sturen en spreiden.

In het integraal mobiliteitsplan (Bijlage 2 van de toelichting) voor Castellum Hoge Woerd staat vanuit mobiliteit aangegeven op welke manier evenementen goed georganiseerd kunnen worden en bezoekersstromen in goede banen worden geleid. In dit mobiliteitsonderzoek worden maatregelen voorgesteld om overlast van parkeren in omliggende wijken te voorkomen. Daarnaast is aangegeven welke voorzieningen nodig zijn om bezoekersstromen in de dagelijkse situatie te faciliteren.

Hieronder staan de conclusies van het mobiliteitsonderzoek:

Er is onderzocht wat de parkeerbehoefte is in de reguliere situatie, zonder evenementen en wat de parkeerbehoefte is als sprake is van een combinatie van een drukke reguliere situatie en een evenement.

Het Castellum ligt in het hart van Leidsche Rijn. De locatie is goed bereikbaar via de A12 en de A2. De doorstroming op de hoofd- en gebiedsontsluitingswegen in Leidsche Rijn is goed. Alleen in de ochtend- en avondspits kan een file ontstaan rond de op- en afritten van de snelwegen. Bij evenementen vormt de verkeersdoorstroming geen probleem.

Ten behoeve van het Castellum zijn 126 parkeerplaatsen aangelegd. Daarnaast zijn in de directe omgeving van het Castellum 71 openbare parkeerplaatsen aanwezig. Deze 71 parkeerplaatsen worden onder meer gebruikt door een kinderdagverblijf. Het piekmoment voor deze functie ligt rond de spits, alleen op een doordeweekse dag. Verder zal het Islamitisch cultureel centrum gebruik maken van deze parkeerplaatsen. De piek van die functie ligt op vrijdagmiddag. Ook worden de parkeerplaatsen gebruikt door de Hindoetempel met een piekgebruik op zondagochtend.

Voor de reguliere situatie op het Castellum, zonder evenement is uitgegaan van maximaal 450 bezoekers per dag. Verkeersbewegingen bij dit aantal passen goed in de omgeving: er zijn voldoende parkeerplaatsen, er ontstaan geen files.


Bij evenementen hangt de hoeveelheid autoverkeer af van het soort evenement, maar ook bijvoorbeeld van het weer. Over het algemeen zullen bij wijkgerichte evenementen meer mensen met de fiets of te voet komen dan bij regionaal gerichte evenementen. Er is bij regionaal gerichte evenementen ook een andere verdeling van mobiliteitsvormen (openbaar vervoer, auto, fiets, voet), ook wel modal split genoemd.


Uit het mobiliteitsplan 2015 blijkt dat bij een wijkgericht evenement met 1000 bezoekers er voldoende parkeerplaatsen zijn.


Bij een regionaal evenement waarbij 1000 bezoekers verspreid over de dag komen zijn er ook voldoende parkeerplaatsen. In het geval van een regionaal evenement waar 1000 bezoekers gelijktijdig komen, is het aantal parkeerplaatsen niet voldoende. Bij een regionaal evenement waar 800 bezoekers gelijktijdig komen, is het aantal parkeerplaatsen wel voldoende.


Voor evenementen waar maximaal 3500 of 7000 bezoekers per dag komen zijn extra verkeersmaatregelen nodig en is het aantal parkeerplaatsen ontoereikend. Het autoverkeer zal dan aan de rand van Leidsche Rijn moeten worden afgevangen. De parkeercapaciteit bij het Castellum is beschikbaar voor verkeer uit Leidsche Rijn zelf. Het overige verkeer zal vanaf de snelwegen en omliggende wegen geleid moeten worden naar alternatieve parkeerplaatsen (bijvoorbeeld bij het AC-restaurant De Meern) eventueel met pendelvervoer.

Op basis van het mobiliteitsonderzoek is door de afdeling Verkeer nog apart een beoordeling gemaakt van de parkeerbehoefte bij een wijkgebonden evenement met maximaal 3500 bezoekers. De conclusie is dat ook bij een wijkgebonden evenement met maximaal 3500 bezoekers er niet voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving zijn en dat er extra maatregelen nodig zijn met aanvullende parkeergelegenheid. Dit wordt geregeld via de evenementenvergunning op basis van de APV.

4.4 Luchtkwaliteit


Het plangebied maakt onderdeel uit van het NSL-project IB-1310 (Ontwikkeling Leidsche Rijn Utrecht), zodat de luchtkwaliteit niet afzonderlijk in beschouwing behoefde te worden genomen.

Desondanks is inmiddels een luchtbeoordeling uitgevoerd op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan Hoge Woerd, 1e Herziening voldoet aan artikel 5.16 eerste lid 1, onder a, c en d, van de Wet milieubeheer. Er zijn dus vanuit de Wet milieubeheer geen belemmeringen om het bestemmingsplan vast te stellen. De luchtbeoordeling is opgenomen in Bijlage 3 van deze toelichting.

4.5 Milieu-effectrapportage

Bij onderdeel C van de Bijlage van het Besluit milieueffectrapportage staat aangeven voor welke activiteiten een milieueffectrapportage noodzakelijk zou kunnen zijn. Evenementen staan hier niet meer op. Voor recreatieve activiteiten zoals jachthavens, hotels, vakantiedorpen en dergelijke geldt een drempel van 250.000 bezoekers of meer per jaar. Deze bezoekersaantallen zullen niet gehaald worden bij evenementen in het Castellum. Een milieu-effectrapportage is niet verplicht en ook niet nodig, want de belangrijkste milieueffecten zijn onderzocht.


Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Onderhavig bestemmingsplan betreft een herziening van de planregels met betrekking tot het toelaten van evenementen. Dit heeft in beginsel geen financiële consequenties. Bovendien kunnen met de aangepaste regeling mogelijk claims ter tegemoetkoming van planschade worden voorkomen. Daarmee is onderhaving bestemmingsplan economisch uitvoerbaar.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.2.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Er zijn geen reacties ontvangen van de vooroverlegpartners, zoals het Waterschap of de provincie.

5.2.2 Advies wijkraad

Op 17 december 2014 is het voorontwerp per email verzonden aan de Wijkraad Vleuten De Meern. De wijkraad heeft geen gehoor gegeven aan de uitnodiging om advies uit te brengen over het bestemmingsplan,

5.2.3 Inspraakresultaten

Het voorontwerpbestemmingsplan is gepresenteerd tijdens een informatie-avond op 22 september 2014.

Hoofdstuk 6 Juridische planopzet

6.1 Inleiding

Het bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). De SVBP 2012 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker en draagt zo bij aan een effectiever en efficiëntere dienstverlening.

6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hierdoor vervallen diverse gebruikelijke termen voor vergunningen zoals bouwvergunning, sloopvergunning, aanlegvergunning, ontheffing et cetera.

Hieronder worden de meest voorkomende termen weergegeven:

  • De term bouwvergunning wordt omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen; hierna te noemen 'omgevingsvergunning bouwen'.
  • De term sloopvergunning wordt 'omgevingsvergunning voor de activiteit slopen' ;hierna te noemen 'omgevingsvergunning slopen'.
  • De term aanlegvergunning wordt 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'; hierna te noemen 'omgevingsvergunning aanleggen'.
  • De term 'ontheffing' of 'het verlenen van een ontheffing' wordt 'afwijking' of 'afwijken bij omgevingsvergunning'.

6.3 Planvorm


Dit bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van de verplichte standaarden. In het geval van deze gedeeltelijke herziening worden alleen de regels gewijzigd. Dat betekent dat de verbeelding (plankaart) ongewijzigd blijft.

De opbouw van de hoofdstukken en de bestemmingsregels is gelijk aan de opbouw van het bestemmingsplan Hoge Woerd. Ten opzichte van dit bestemmingsplan is aan de bestemming 'Cultuur- en ontspanning -1' een lid 4.4 toegevoegd dat specifieke gebruiksregels bevat. Deze specifieke gebruiksregels voorzien in een regeling die evenementen met een muziekgeluidemissie beperkt.

Daarnaast is in de bestemming 'Groen -2' artikel 7.2 bouwregels aangepast, zodat duidelijk is dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten binnen deze bestemming.

6.4 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. In de bijlagen bij de regels is een toelichting opgenomen op de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.

6.5 Lijst van Horeca-activiteiten

Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de Utrechtse standaardlijst voor horeca-inrichtingen.
Uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor het woon- en leefklimaat kunnen meebrengen, in een bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden in categorieën horecabedrijven.

In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in ‘harde’ tot ‘zachte’ typen van horecabedrijven opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type/de categorie horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogt de nadelige invloeden van de vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.

In de bijlagen bij de regels is een toelichting opgenomen op de Lijst van Horeca-activiteiten.

6.6 Handhaving

Door handhaving controleert de overheid of burgers, bedrijven en bijvoorbeeld overheidsorganen zich aan de wet- en regelgeving houden. Onder handhaving wordt verstaan het door controle (toezicht en opsporing) en het toepassen (of dreigen daarmee) van bestuursrechtelijke sancties, bereiken dat het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift wordt nageleefd. De handhaving van de van toepassing zijnde regeling binnen de gemeente Utrecht, wordt uitgevoerd door diverse diensten en afdelingen. Zo wordt namens het college onder andere gehandhaafd op de regels van voorliggend bestemmingsplan. Dit betekent dat de regels voor wat betreft het gebruik en de bebouwingsregels worden gehandhaafd. Dit gebeurt veelal door toetsing tijdens het behandelen van de aanvragen om omgevingsvergunning, maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uitvoering van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Indien er bijvoorbeeld sprake is van illegale ingebruikname van gemeentelijke grond, dan zal hiertegen worden opgetreden.

Doel handhavend optreden

Het doel van het handhavend optreden van de gemeente is niet direct gekoppeld aan de noodzaak van een actueel bestemmingplan. Voor de bewoners van het plangebied is duidelijk waar zij aan toe zijn (qua bouwen, zoals bijvoorbeeld uitbreiding van de woning, en qua gebruik), maar het niet handhaven haalt de effectiviteit van een actueel bestemmingsplan onderuit. De toegevoegde waarde van het verlenen van een omgevingsvergunning voor een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet groot, indien er op andere plaatsen - zonder vergunning - vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn geplaatst. Dit wordt nog eens problematischer zodra een omgevingsvergunning wordt geweigerd, terwijl diverse vergelijkbare bouwwerken reeds illegaal zijn geplaatst. In dit laatste geval is de roep om handhavend op te treden dan ook het grootst.


Wijze van handhaven

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten tot haar beschikking: bestuursdwang en dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk dan wel gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de overtreder. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente wordt afgebroken en de kosten van bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald. Het is tevens mogelijk om, indien er zonder omgevingsvergunning wordt gebouwd en de bouw wordt stilgelegd door middel van een bouwstop, de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan. Het opleggen van een last onder dwangsom betekent bijvoorbeeld dat het illegale gebruik moet worden gestaakt binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn, dan zal de dwangsom in rekening worden gebracht bij de overtreder. Doel van de dwangsom is het onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overtreding. De dwangsom zal dan ook in relatie moeten staan aan (en zal derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat de overtreder heeft bij het voortzetten van de illegaliteit. In het plangebied zal handhavend worden opgetreden tegen het illegale gebruik van bouwwerken en percelen. Bijvoorbeeld het verhuren van opslagruimte ten behoeve van de stalling van caravans, maar ook het gebruik van een winkel als café. Verder zal er bij de bouw worden gecontroleerd op de uitvoering van verleende omgevingsvergunningen. Uiteraard zal er ook gecontroleerd worden of, in het geval van een geweigerde omgevingsvergunning voor een woning, de betreffende woning niet alsnog wordt gebouwd. Voorts zal de gemeente toezien op - onder de Wet milieubeheer vallende - bedrijven. Dit vloeit voort uit de regels van het bestemmingsplan. Indien er immers ter plaatse een bedrijfsactiviteit plaats mag vinden, zal dit qua gebruik (intensiteit en hinder) gehandhaafd worden.

6.6.1 Handhaving evenementen

Het evenementenbeleid van Utrecht staat in de nota "…'t Bruis an alle kant, nota evenementen en festivals in Utrecht, beleid en actieplan 2009-2014". Hierin zijn toezicht en handhaving als aandachtspunten meegenomen. In deze nota staat hierover het volgende:

"De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor de organisatie van een goed en veilig evenement. De organisator is ook verantwoordelijk voor 'schoon, heel en veilig' op het evenemententerrein. Ieder evenement moet voldoen aan de gestelde regels en normen op het gebied van openbare orde en veiligheid, fysieke en sociale veiligheid en overlast voor derden. Het maakt hierbij niet uit welk (beleidsmatig) belang dit evenement voor Utrecht heeft. Uit de vergunning- aanvraag moet blijken op welke manier de organisator aan die verantwoordelijkheid invulling geeft. In de aanvraag staat de opzet van het evenement, de locatie, op te richten bouwwerken (b.v. podia), verwacht aantal bezoekers, voorzieningen voor service en veiligheid (zoals extra toiletten, hekwerk en de inzet van beveiliging). Bij de vergunningverlening (op grond van de APV) wordt op deze elementen getoetst.


Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden.

De organisator is verantwoordelijk voor de organisatie van het evenement, in overeenstemming met de vergunningsaanvraag en de verleende evenementenvergunning. Dit wordt nader toegelicht in de 'Toelichting aanvraagformulier Evenementen in Utrecht' uit 2008.


De gemeente ziet toe op de naleving van de vergunningsvoorwaarden door de organisator.

De politie richt zich bij evenementen op haar kerntaken: de handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten. Deze verantwoordelijkheden zijn de laatste jaren tot stand gekomen. Het is niet de bedoeling hier de komende jaren veranderingen in aan te brengen."


Geluidsoverlast is de belangrijkste aanleiding voor klachten bij evenementen. Handhaving van overlast bij evenementen heeft prioriteit binnen het gemeentelijk handhavingsbeleid. Hiermee is veel ervaring opgedaan de afgelopen jaren.


Zo nodig kunnen via de evenementenvergunning extra maatregelen worden vereist. Als exploitanten zich niet houden aan de regels van de evenementenvergunning, kunnen nieuwe vergunningen worden geweigerd.