direct naar inhoud van 5.1 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling
Plan: Haarzuilens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401

5.1 Milieu-effectrapportage en Strategische Milieu Beoordeling

5.1.1 Inleiding

Het doel van een m.e.r. is om het milieubelang naast andere belangen een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming. Daarom moeten bij grootschalige projecten de milieugevolgen in beeld worden gebracht, voordat besluitvorming plaatsvindt. Een m.e.r. sluit qua abstractieniveau aan bij het bestemmingsplan. De milieu-informatie uit het MER wordt gebruikt bij de ruimtelijke onderbouwing. Tijdens de m.e.r.-procedure is er steeds interactie tussen m.e.r. en ruimtelijk spoor, zodat de milieu-informatie direct bij de planvorming wordt betrokken.

De MER kent een lijst C en een lijst D. Hierin worden activiteiten van verschillende grootte omschreven waarbij resp. een MER of een MER-beoordeling gemaakt dient te worden.

5.1.2 MER Groengebied Utrecht West.

De ontwikkeling van Haarzuilens als geheel is al in 2004/5 op effecten onderzocht in het MER Groengebied Utrecht West, waarin Haarzuilens één van de vier deelgebieden is. Het MER Groengebied Utrecht West beschrijft de effecten van de ontwikkeling tot recreatie- en natuurgebied van de gebieden Haarzuilens, Harmelen, Reijerscop en Hollandse IJssel die grotendeels nog m.n. een agrarische functie hebben. Voor landinrichtingsplan Haarzuilens werd uitgegaan van 423 ha nieuw te realiseren openbaar recreatie- bos- en natuurgebied t.b.v. 15.000 recreatieplaatsen. Hoofddoelstelling is de recreatieve functie.

Er zijn 5 uitgangspunten benoemd voor verdere optimale inrichting van het gebied:

  • intensieve recreatie bij voorkeur op de hoger gelegen droge gronden
  • optimaal benutten van potenties voor natuurontwikkeling, bij voorkeur in gebieden met kwel en in combinatie met extensieve recreatie.
  • Bestaande natuurwaarden bij voorkeur in stand houden en waar mogelijk versterken
  • Behouden van landschappelijke, archeologische en cultuurhistorische waarden, en waar mogelijk versterken
  • Intensieve recreatie bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de stad. (i.v.m. bereikbaarheid)


Ten behoeve van de MER zijn naast de autonome ontwikkeling twee alternatieven in beeld gebracht: het bosalternatief en het openlandschap alternatief. Bij de beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de autonome situatie bleken deze twee alternatieven beide op verschillende thema's goed of minder goed te scoren. Geen van beiden komt er als een Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA) uit. De keuze van MMA wordt bepaald door de keuze van welke milieu aspecten men het belangrijkst vindt. Conclusie van de MER is dat er een licht voorkeur voor de open landschap variant is. De informatie uit deze MER is toereikend om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen bij de besluitvorming over het bestemmingsplan Haarzuilens.

5.1.3 MER Golfbaan

Het hierboven beschreven MER Groengebied Utrecht West biedt onvoldoende basis voor de voorgenomen uitbreiding van de golfbaan. De effecten van de golfbaan uitbreiding zijn onvoldoende beschreven in het MER. Vandaar dat voor de golfbaan uitbreiding apart de m.e.r.-procedure wordt doorlopen. Uitbreiding en herinrichting van de golfbaan was op het moment van de start van de procedure m.e.r-beoordelingsplichtig conform het Besluit m.e.r. 1994 omdat het meer dan 10 ha. betreft gelegen in gevoelig gebied. Het uitbreidingsgebied is gevoelig vanwege de status als Belvédèregebied Nieuwkoop en Harmelen en voorgedragen beschermd dorpsgezicht, de bestaande golfbaan is gevoelig gebied vanwege de status als Ecologische Hoofdstructuur (EHS), Rijksmonument, Belvedèregebied en voorgedragen beschermd dorpsgezicht. De toetsing (EHS saldobenadering) vanwege de ingreep in de EHS is opgenomen in het MER.

Er wordt in het MER één alternatief onderzocht. Dit ontwerp is voor de initiatiefnemer het enige reële locatie- en inrichtingsalternatief om én een volwaardige goed te exploiteren 18 holes golfbaan te creëren en invulling te geven aan de diverse doelstellingen én rekening te houden met de diverse milieu aspecten als de ecologische, landschappelijke, cultuur-historische en archeologische waarden. Er bestaat geen alternatieve locatie (meer) voor de golfbaan. Het milieubelang is vroegtijdig en volwaardig in het ontwerp meegenomen. Dit heeft geleid tot een ontwerp dat rekening houdt met de (belangrijkste) milieu aspecten. Door milieu aspecten vroegtijdig in te brengen in het ontwerpproces is een "milieuvriendelijk" ontwerpproces bevorderd. Het ontwerp is dan ook tevens het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA). Het MMA in dit MER is dan ook geen apart alternatief, maar een set van (mogelijke) aanvullende maatregelen om negatieve effecten (verder) te voorkomen dan wel te mitigeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401_0016.png"

Hieruit blijkt dat van de aanleg van de golfbaan een aantal positieve en een aantal negatieve effecten verwacht worden.

Positieve effecten

Uitbreiding en herinrichting van de golfbaan draagt bij aan de invulling van provinciale, regionale en lokale beleidsdoelstellingen:

  • Het geeft invulling aan de recreatieve doelstellingen gesteld in het kader van het Groengebied Utrecht-West en het Landinrichtingsplan Haarzuilens: uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden in het gebied ten westen van Utrecht. Bij de herinrichting van de golfbaan wordt ruimte gecreëerd voor een openbaar toegankelijk wandelpad, waarmee de golfbaan, maar belangrijker nog het Zuiderpark, voor het eerst sinds 30 jaar weer toegankelijk en beleefbaar is voor wandelaars.
  • Het geeft ook invulling aan de recreatieve eis van het Landinrichtingsplan door de driving range openbaar toegankelijk te stellen. Daarnaast wordt door het verplaatsen van de entree en de parkeerruimte van de Haarlaan naar de Parkweg de mogelijkheid geboden de Haarlaan als oorspronkelijke entree van Kasteel de Haar in ere te herstellen en in te richten als langzaamverkeersroute.
  • De realisatie van waterpartijen in het westelijke uitbreidingsgebied geeft het Hoogheemraadschap ruimte voor waterberging bij extreme waterafvoeren.


Landschappelijk/cultuurhistorisch is een positief effect het herstel van het oorspronkelijk parkontwerp voor het Zuiderpark van Copijn en Cuijpers door de herinrichting van de golfbaan. Karakteristieke, verloren gegane, elementen worden weer teruggebracht: de zichtlijnen van uit Kasteel De Haar naar de omgeving, de open ruimtes in de bospercelen, het eiland in de waterpartij. De bodem- en waterkwaliteit wordt minder zwaar belast dan in de huidige situatie, wat bijdraagt aan het herstel van de waterkwaliteit en de ecologische potenties van watergangen en waterpartijen.

Negatieve effecten

Uitbreiding en herinrichting van de golfbaan heeft naast positieve ook negatieve effecten.

In het ontwerp is uitgebreid rekening gehouden met de diverse milieu aspecten en de hoge waarden in het gebied. Getracht is het effect van herinrichting en uitbreiding op de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Eén van de manieren om dit te doen is het minimaliseren van het benodigde oppervlak voor uitbreiding. In het ontwerp is maximaal de ruimte gezocht voor optimalisatie van de herinrichting van de bestaande golfbaan. Dit heeft ertoe geleid dat 5 van de 9 gewenste uitbreidingsholes binnen het bestaande park kunnen worden gerealiseerd. Eindresultaat is dat 17 ha. van het landinrichtingsgebied gebruikt wordt voor de golfbaan. De effecten van de herinrichting binnen het Zuiderpark zijn zoveel als mogelijk beperkt door rekening te houden met de huidige (en oorspronkelijke) landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van het gebied. Landschappelijk en cultuurhistorisch zijn de negatieve effecten beperkt: herstel van het oorspronkelijk parkontwerp van Copijn leidt tot een positief effect. Op een aantal locaties in het Zuiderpark wordt ten behoeve van de golfdoelstelling afgeweken van het oorspronkelijk ontwerp van Copijn, wat een negatief effect is. Het positief effect op landschap en cultuurhistorie van het parkherstel is groter dan het negatief effect.

Landschappelijk-cultuurhistorisch is er in het zuidoostelijke en zuidwestelijke uitbreidingsgebied sprake van een negatief effect door de aanleg van de holes, het groen en de aanleg van reliëf.

Herinrichting van het Zuiderpark heeft in de aanleg- en eerste gebruiksfase mogelijk negatieve gevolgen voor streng beschermde soorten (Tabel 2 en 3-soorten) als de grote keverorchis, watervleermuis, ruige dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, eekhoorn, kamsalamander, ijsvogel en rugstreeppad. Deze zijn het gevolg van het verdwijnen en aantasten van enkele hectares parkbos, voortplantingswater en een toename van verstoring. In het baanontwerp is getracht deze schade zoveel mogelijk te mitigeren en compenseren. Verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet worden echter niet overtreden door de herinrichting van golfbaan de Haar. De negatieve effecten worden vooraf gemitigeerd of gecompenseerd, waardoor de functionaliteit van de voortplantings- en/ of vaste rust- en verblijfplaatsen van de voorkomende beschermde soorten wordt gegarandeerd.

Een aanvraag om ontheffing te krijgen ex art. 75 van de Flora- en faunawet (Ffwet) voor de aanleg van de golfbaan is niet verleend door het toenmalige ministerie van LNV, omdat er geen sprake is van overtreding van verbodsbepalingen van de Ffwet. Het ministerie heeft geoordeeld dat er voldoende mitigerende en compenserende maatregelen zullen worden uitgevoerd ter begeleiding van de aanleg van de golfbaan (brief van 4 maart 2011). Wel moeten de populaties van de 5 aanwezige vleermuissoorten tot 5 jaar na uitvoering van de verstorende werkzaamheden worden gemonitord. Wanneer uit de resultaten blijkt dat er negatieve effecten op de beschermde soorten optreden, moeten er aanvullende maatregelen worden genomen.

De westelijke en noordelijke uitbreiding van de golfbaan heeft bijna alleen positieve gevolgen voor de natuur, met uitzondering van het aantasten van het leefgebied van de rugstreeppad. Door de werkzaamheden buiten de voortplantingsperiode uit te voeren en eerst de nieuwe watergang te graven worden geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden, en is een ontheffing niet noodzakelijk.

De uitbreiding van golfbaan De Haar heeft een behoorlijke impact op de huidige situatie. Een dergelijke ingreep in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vraagt een grondige toetsing. Voor de Nee, tenzij afweging heeft de provincie Utrecht vier hoofdaspecten aangewezen die bepalen welke waarden en kenmerken binnen de EHS als wezenlijk worden aangemerkt. De EHS wordt met de uitbreiding van golfbaan De Haar niet aangetast op deze vier hoofdaspecten, slechts één toetsaspect krijgt een significant negatieve beoordeling. De integrale (ecologische) toetsing op deze vier hoofdaspecten blijft echter buiten de significantie. Deze conclusie wordt ondersteund door de gekozen zorgvuldige inpassing, het ontwikkelen van nieuwe natuur en het nemen van mitigerende en compenserende maatregelen, waardoor de uitbreiding netto meer winst oplevert voor de natuur(waarden) op de toekomstige golfbaan. Het beheerplan wordt daarbij een essentieel document waarmee de bovengenoemde aspecten duurzaam worden gegarandeerd.

In het noordelijke uitbreidingsgebied (deelgebied A) zijn de negatieve effecten miniem. De driving range wordt landschappelijk ingepast aangelegd, dat wil zeggen: vlak, zonder netten of verlichting en met een afslaglocatie die ingepast wordt in de boomrand. In het zuidoostelijke gebied (deelgebied B) is de hoge archeologische waarde nadrukkelijk als ontwerp uitgangspunt meegenomen: conform de daarvoor geldende archeologische eisen wordt niet meer dan de bouw voor vergraven, niet meer dan 1,5 m opgebracht, geen waterpartijen gerealiseerd en groen en drainage alleen aangebracht in opgebrachte heuveltjes. Op deze manier wordt verstoring van archeologische waarden voorkomen en kan zelfs gesteld worden dat de golfbaan de archeologische waarden duurzaam beschermd. Doordat gekozen wordt een "willekeurige"ophoging is er wel sprake van een landschappelijke aantasting. Daarnaast wordt er een poel aangelegd.

In het westelijke gebied is sprake van effect op het landschap: de uitbreiding van de golfbaan zorgt hier voor een accidentatie. Echter dit perceel is al in de huidige situatie landschappelijk afgesneden van het ten westen van de Rijndijk gelegen oorspronkelijke ontginningenlandschap en heeft zijn landschappelijke waarde al deels verloren. De herinrichting en uitbreiding van de golfbaan heeft naar verwachting geen negatieve effecten op bodem en wateraspecten. Voor wat betreft water wordt deze conclusie gedeeld door de waterbeheerder (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden).

Ten aanzien van hinder kan het volgende worden geconcludeerd. Uitbreiding van de golfbaan leidt tot een toename van het aantal golfers en daarmee van het aantal verkeersbewegingen van en naar de golfbaan. Worst case verdubbeld het aantal verkeersbewegingen van en naar de golfbaan ten opzichte van de huidige situatie, maar in de praktijk zal de toename kleiner zijn: het ledental van de club groeit van 500 naar 900 en veel golfers zullen langere rondes gaan lopen. Het effect van het verkeer en de toename erin is het grootst op de entree en op de parkeerplaats. Door de entree van de golfbaan niet direct tegenover een woning te situeren en de parkeerplaats voor leden en niet-leden op de golfbaan te situeren wordt voor een groot deel de directe hinder op omliggende woningen voorkomen. Het effect van de verkeerstoename op de Parkweg is gering, zeker vergeleken met de toename als gevolg van Landinrichtingsplan Haarzuilens als geheel. De uitbreiding van de golfbaan leidt niet tot een wezenlijke toename van geluidhinder of luchtverontreiniging. Als al hinder wordt ervaren wordt dit naar verwachting vooral veroorzaakt door het beheer van groen op de golfbaan. Het gebruik van kettingzagen en klepelmaaiers leidt tijdelijk tot hoge geluid niveaus en reikt ver. Echter dit vindt, evenals in de huidige situatie, maar een beperkt aantal maal per jaar plaats. Uitbreiding en herinrichting van de golfbaan leidt niet tot lichthinder of aandachtspunten ten aanzien van externe veiligheid.

Ook sociaal bezien leidt de uitbreiding en herinrichting naar verwachting niet tot een wezenlijke toename van hinderbeleving. Het effect op uitzicht en privacy is beperkt. De toename van autoverkeer van en naar de golfbaan kan als hinderlijk worden ervaren, maar is absoluut gezien gering in vergelijking met de gevolgen van de Landinrichting Haarzuilens.

De effecten van de herinrichting en uitbreiding van de golfbaan staan niet op zichzelf, maar moeten beschouwd worden in de transformatie van het gehele gebied Haarzuilens, zoals vastgelegd is in het Landinrichtingsplan en dat nu uitgewerkt wordt in het bestemmingsplan.

5.1.3.1 Aanvullende notitie MER Golfbaan De Haar

Naar aanleiding van de behandeling van de MER zijn er nog nader vragen en opmerkingen gekomen en is er nog een aanvullende notitie opgesteld waarin ader is ingegaan op de afweging tussen diverse varianten. (Bijlage bij MER golfbaan de Haar naar aanleiding van commissiebehandeling 14 juni 2011)

In deze aanvulling zijn 6 varianten bekeken. De alternatieven zijn als eerste beoordeeld op een aantal uitgangspunten waaraan ze in ieder geval moeten voldoen. Vanuit de golfbaan gat het dan om o.a. uitbreiding naar 18 holes mogelijk, zo veel mogelijk behoud van bestaande holes, logische routering mogelijk en vanuit het perspectief van de historie van het Zuiderpark en landinrichtingplan om o.a. behoud en versterking van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarde zo min mogelijk verlies van ruimte voor openbare recreatie en versterking van de recreatieve waarde van het Zuiderpark. Alle alternatieven bleken (veel) slechter of gelijk te scoren ten opzichte van het voorkeursalternatief.

Daarop zijn de alternatieven vergeleken met de voorkeursvariant uit de MER op de aspecten: te kappen bomen, recreatief medegebruik van de golfbaan, parkeren en ecologische hoofdstructuur.

Op te kappen bomen zijn de alternatieven, die voldoen aan de geformuleerde uitgangspunten gelijkwaardig met het MER-alternatief of niet te beoordelen omdat de ontwerpen te weinig zijn uitgewerkt zodat niet duidelijk is welke en hoeveel bomen gekapt zullen moeten gaan worden.

De alternatieven, die voldoen aan de geformuleerde uitgangspunten blijken voor recreatief medegebruik ongeveer gelijk te scoren. Enkele alternatieven zijn golftechnisch niet aanvaardbaar en dan zal recreatief medegebruik helemaal niet mogelijk zijn. Enkele alternatieven onttrekken een groter gebied van Wielrevelt aan recreatief gebruik en scoren ook daarop negatief ten opzichte van het MER-alternatief.

De problematiek van het parkeren wordt bij enkele alternatieven anders opgelost maar blijkt dan ten opzichte van het MER-alternatief gelijkwaardig of slechter te zijn.

Als vierde aspect zijn de alternatieven beoordeeld op het effect op de EHS: De alternatieven scoren hier gelijk of beter op. Maar ook hier speelt het feit dat een exacte beoordeling niet goed mogelijk is omdat enkele ontwerpen niet voldoende zijn uitgewerkt.

5.1.3.2 Toetsingskader naar aanleiding van positief MER advies

Op 5 februari 2013 heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.) conform de wettelijke eisen zoals geformuleerd in de Wet Milieubeheer een toetsingsadvies uitgebracht voor het MER Golfbaan de Haar en de aanvulling hierop (zie paragraaf hiervoor en bijlage 17). Het toetsingsadvies is positief: De Commissie stelt dat "zij van oordeel is dat de informatie in het MER voor de golfbaan en de aanvulling op het MER tezamen voldoende is om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen bij de besluitvorming over het bestemmingsplan voor de golfbaan". Hiermee is de m.e.r.-procedure afgerond.

De Commissie stelt in haar toetsingsadvies dat zij een totaalvisie op de (cultuurhistorische) waarde van het parkontwerp en welke aspecten het zwaarst zouden moeten wegen bij herstel van het park mist. Hierdoor zijn in de optiek van de Commissie de effecten van aanleg en toekomstig beheer en onderhoud van de golfbaan moeilijk te duiden.

De commissie wil voorkomen dat bij toekomstige ingrepen (uitbreiding golfbaan) en bij het onderhoud en beheer van het park ad hoc afwegingen plaats zullen vinden die afbreuk doen aan de cultuurhistorische- en natuurwaarden van het park. In eerste instantie vormt de beschrijving van de waarden zoals opgenomen in de (voorgenomen) aanwijzing tot Beschermd Dorpsgezicht en de omschrijving van het Rijksmonument de basis voor de toetsing voor ingrepen in het parkgebied. Voor alle ingrepen in dit gebied is op grond van dit wettelijk kader, en het bestemmingsplan een omgevingsvergunning nodig. Hiermee is er een expliciet afwegingsmoment voor het college van B&W.

In aanvulling hierop is - ter uitvoering van de aanbeveling van de commissie voor de m.e.r. - een nader toetsingskader gemaakt van de belangrijkste cultuurhistorische en natuurwaarden die betrokken worden bij toekomstige ingrepen. Dit toetsingskader is ook van belang voor de fase van onderhoud en beheer. Het toetsingskader is gemaakt en wordt bij de beoordeling van de aanvragen om omgevingsvergunning op grond van de bestemming Waarde- Ecologie, Waarde-Cultuurhistorie en Waarde-Archeologie betrokken. Het toetskader is als bijlage bijgevoegd (Bijlage 2).