direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Haarzuilens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401

3.2 Ruimtelijke structuur

3.2.1 Historische ontwikkeling

Het plangebied beslaat het noordwestelijke deel van de stroomrug van de Oude Rijn, die vanaf circa 4000 v. Chr. is opgebouwd. Zeker al vanaf de Bronstijd (2000-800 v. Chr.) is de stroomrug bewoond geweest. Met name vanaf de IJzertijd (800-12 v. Chr.) is er in het plangebied sprake van een intensieve en vrijwel continue bewoning.

Binnen het archeologische bestand van de stroomrug van de Oude Rijn neemt het plangebied een bijzondere plaats in door de bijzondere dichtheid en conservering van nederzettingsterreinen uit de (Late) Ijzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen (ca. 250 v. Chr. – 1000 na Chr.). Dit geldt met name voor het gebied ten noorden van de Parklaan. Dat komt onder meer omdat dit deelgebied al vroeg door de Rijn gevormd is en vanaf de Romeinse tijd niet meer noemenswaardig door rivierverplaatsingen is 'omgewerkt'. De invloed van de jongste rivierloop (de tegenwoordige Heycop en Bijleveld) is op dit punt niet groot geweest. De Oude Rijn vormde in de Romeinse tijd de grens (de Limes) in het noordwestelijke deel van het Romeinse Rijk. Langs deze grens bevond zich destijds eeuwenlang een uitgebreide militaire infrastructuur (wegen, wachttorens, castella). Naast de militaire functie hadden de routes over land en water ook een handelsfunctie. Van die vroege periode is weinig bovengronds waarneembaar in het huidige landschap. Het zichtbare cultuurlandschap is vanaf de vroege middeleeuwen ontstaan. Vooral de middeleeuwse verkaveling is op de meeste plaatsen nog aanwezig. In het landschap zijn drie verkavelingstypen te zien:

  • blokvormige stroomrugontginningen Vroege Middeleeuwen (500-1000), vooral tussen de Parkweg en de Dorpeldijk (en voorheen ook ter plaatse van het kasteelpark van De Haar en het dorp Haarzuilens);
  • jongere, opstrekkende stroomrugontginningen vermoedelijk uit de 11e eeuw, met name tussen de Parkweg en Thematerweg en ten zuiden van de Dorpeldijk;
  • jonge, regelmatige veenontginningen uit de 11e-13e eeuw ten noorden van de Thematerweg en de Lagehaarse Dijk.


Bij de laatste twee verkavelingstypen is de middeleeuwse en jongere bewoning vrijwel steeds gelegen aan de kop van de kavels, aan de zijde waar de ontginning is aangevangen (de zogenaamde ontginningsbasis). Van deze ontginningen is veel in het huidige landschap nog zichtbaar, ondanks de latere aanleg van park De Haar en andere relatief grootschalige ingrepen.

Vanaf de 12e eeuw werden delen van de rivieren bedijkt, waarbij de Thematerdijk, de Bochtdijk en de Lagehaarsedijk als ontginningsbasis op de stroomrug dienden. Als achterkaden dienden de Nieuwkoopse Dijk (Nieuwkoopse Buurtweg) en de Oudenaarskade (tracé A2). De ontginningseenheden werden van elkaar gescheiden door zijkaden: de Haardijk, de Rijndijk, de Thematerkade-Ockhuizerweg. Aan de belangrijkste assen verscheen bebouwing in de vorm van boerderijen. In de late middeleeuwen bouwden aanzienlijke families kastelen in het gebied. Het belangrijkste is kasteel De Haar, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de late 13e eeuw. Den Ham verrijst in de 14e eeuw als woontoren. Een 15e eeuwse aanbouw is bewaard gebleven. Het naast De Haar gelegen Ter Mey en het huis Den Eyck echter zijn sinds de 18e respectievelijke de 19e eeuw verdwenen en alleen nog als archeologisch terrein van belang.

Met uitzondering van de bebouwing, met name de boerderijen, is de inrichting en het gebruik van het gebied eeuwenlang grotendeels ongewijzigd. Belangrijk is de aanleg van infrastructuur: in de 19e eeuw werden de spoorlijnen Utrecht-Woerden en Woerden-Breukelen aangelegd. Het bestaande landschap is daarmee doorsneden en door de ligging op spoordijken is de verandering goed zichtbaar.

Met uitzondering van het gebied ten noorden van de Heycop en Bijleveld werden grote delen van het land gebruikt voor de winning van klei ('afgevlet') ten behoeve van de baksteenindustrie. Het zijn juist de afgevlette delen van de stroomrug waar zich vanaf de vroege 20e eeuw de glastuinbouw heeft ontwikkeld; die ontwikkeling is aan het plangebied dus grotendeels voorbijgegaan. Een zeer bepalende ingreep is de transformatie vanaf 1892 van kasteel De Haar: de middeleeuwse ruïne wordt een luxueus, neogotisch slot. Het dorp Haarzuilens werd verplaatst, met uitzondering van de dorpskerk. Bij het kasteel werd een omvangrijk park aangelegd. Van de plannen van landschapsarchitect Henry Copijn is het westelijk deel overigens niet uitgevoerd. Het dorp werd in de naoorlogse periode aan de noordzijde uitgebouwd. Kasteel en park De Haar, in eigendom van Stichting Kasteel De Haar, wordt al vanaf 2000 gerestaureerd. Ten behoeve van de exploitatie richt de eigenaar zich meer dan voorheen op het aantrekken van bezoekers. Dit sluit goed aan op het ruimtelijk beleid.

3.2.2 Landschap

Het bestemmingsplangebied is een groot groen gebied waarin linten met bebouwing, het dorpje Haarzuilens en een groot park is gelegen. Het plangebied is omsloten door steeds grootschaliger infrastructuur: de aanleg van de snelweg A2 in de jaren zestig, later verbreed en deels verlegd en de verdubbeling van de spoorlijn Utrecht - Gouda, die bovendien volledig verhoogd is in de jaren 2005-2007. Het verkavelingspatroon en de linten vormen de basis van de ruimtelijke situatie van het gebied. Kasteel de Haar met tuin en park, het dorp Haarzuilens en de Hamtoren zijn bijzondere elementen in dit landschap.

De landschappelijke opbouw is bepaald door de rivieren, de (voormalige) Oude Rijn en de Vecht. Door het afzettingsmechanisme van deze rivieren is een kenmerkend patroon van hoger gelegen stroomruggen (grenzend aan de rivierbeddingen) en lager gelegen komgebieden (op grotere afstand van de rivierbeddingen) ontstaan.

Opgaande elementen in dit vlakke landschap bestaan uit bebouwing of beplanting. De bebouwing heeft een hoogte van één of twee lagen met kap. Het gebied is erg dun bebouwd. Er is een kleine concentratie van bebouwing in het dorp Haarzuilens. De overige bebouwing is geordend langs de linten. Het zijn geen gesloten linten, er is veel ruimte tussen of rondom de huizen, waardoor het landschap beleefbaar blijft.

Het kasteelpark vormt van buitenaf een robuust groen blok. Het zicht van buiten naar binnen is beperkt door de brede randen met bosschages en bomen.

Andere karakteristieke elementen zijn de lanen zoals bij voorbeeld de Joostenlaan en de Haarlaan. Zij geven maat en ritme aan het landschap. Incidenteel zijn in het gebied nog wat (restanten van) oude hoogstamboomgaarden te vinden. Deze restanten zijn vooral te vinden in de omgeving van de oudere boerderijen en geven een extra accent aan het ensemble van boerderij en daarbij behorende bijgebouwen.

Het dorpje Haarzuilens is een clustering van overwegend karakteristieke bebouwing rond een brink met pomp. Van oorsprong zijn er functionele verschillen tussen huizen met en huizen zonder bedrijvigheid. Er is bijna geen ambachtelijke bedrijvigheid meer in het dorp.

3.2.3 Structuurbepalende elementen

De structuur van het gebied wordt bepaald door linten met bebouwing, de spoorlijn Utrecht - Woerden, en de watergang Bijleveld. De meeste linten liggen voor een klein deel in het plangebied en lopen erbuiten verder. Er is ook een aantal korte weggetjes die doodlopend zijn. De belangrijkste linten zijn de Dorpsstraat/Parkweg, Thematerweg en de Rijndijk. De linten volgen in de meeste gevallen de structuur van het landschap en zijn hoofdzakelijk in oost-west richting gelegen.

De linten kunnen onderverdeeld worden in verbindingswegen, ontginningsassen, achterkaden en zijkaden. De Dorpsstraat, Parkweg en Dorpeldijk zijn verbindingswegen. Dit zijn de oudste wegen in het gebied, die lopen over de hoger gelegen stroomruggen. De ligging van deze wegen is in de loop van de jaren enigszins veranderd. Zo is de Dorpeldijk verplaatst om ruimte te maken voor de spoorlijn.

Ontginningsassen in het gebied zijn de Thematerweg, Bochtdijk, Lage Haarsedijk en Ockhuizen. Vanaf het moment dat de rivier bedijkt werd, werd het gebied rondom deze wegen in cultuur gebracht. De ontginningseenheden werden van elkaar gescheiden door achterkaden (Nieuwkoopse Buurtweg, Oudenaarskade) en zijkaden (Rijndijk, Thematerkade, Ockhuizerweg). De oorspronkelijke functie van deze wegen is nog steeds herkenbaar in het gebied door de hoeveelheid bebouwing die eraan ligt. Aan de verbindingswegen en ontginningsassen is (relatief) veel bebouwing gesitueerd, aan de achterkaden en zijkaden veel minder.

De Joostenlaan, Eikslaan, Haarlaan en het Kortjaksepad zijn mooie lanen. Het zijn smalle weggetjes die iets hoger zijn gelegen dan de omgeving, waardoor ze vensters op de omgeving vormen. Aan weerszijden worden de lanen begeleid door bomenrijen en sloten, met elkaar een mooi profiel. Behalve enkele boerderijen aan de Eikslaan en een aan de Joostenlaan is er geen bebouwing aan de lanen gelegen.

De Bijleveld is een belangrijk structurerend element in het gebied. De waterloop valt niet op in het landschap omdat er geen wegen zijn die de loop van de rivier volgen. Er zijn drie plaatsen waar hij te zien is; vanaf de Parkweg, de Dorpeldijk en de Bijleveldweg. Wel is de kronkelende loop en de wijze waarop deze in het verleden gemeanderd heeft terug te lezen in de slingerende wegen, de onregelmatige kavelvormen en het gevarieerde gebruik van het gebied met relatief veel fruitboomgaarden. Rondom de rivier is het landschap kleinschaliger en meer gesloten.

De spoorlijn Utrecht – Woerden is van grote invloed op het gebied. Er zijn verschillende wegen die dood lopen op het spoor en de hoge spoordijk is vanuit de omgeving duidelijk zichtbaar. Door de spoordijk worden de gebieden ten noorden en ten zuiden van het spoor visueel en functioneel van elkaar gescheiden. De spoorlijn Woerden – Breukelen vormt de westgrens van het plangebied. In het verlengde van de Nieuwkoopsedijk ligt een (gelijkvloerse) spoorwegovergang.

De A2 vormt de noordoostgrens van het plangebied en maakt als zodanig geen onderdeel uit van het plangebied, maar beïnvloedt het wel. De A2 vormt een barrière en is in het plangebied goed hoorbaar.

De Hamtoren ligt tussen de spoorlijn Utrecht-Woerden en de Parkweg. De toren ligt in een waterpartij die wordt omzoomd door groene randen, waardoor vanuit de omgeving alleen het bovenste deel zichtbaar is. De toren is door zijn hoogte en vorm een robuust en markant gebouw. Het monumentale bouwwerk is omgracht en heeft aan de oostzijde een historisch poortgebouw.

In het verlengde van de Brinkstraat-Ockhuizerweg ligt net onder de A2 verscholen tussen de weilanden een eendenkooi. Vanaf de late middeleeuwen werden deze kooien aangelegd voor zowel de jacht als voor consumptie. Deze eendenkooi nabij het 'Rhijneveldsche Bos' dateert van rond 1800.

Samenhang met de stad Utrecht

Haarzuilens ligt aan de westkant van de stad Utrecht, voorbij het dorp Vleuten en de Vinex-locatie Leidsche Rijn. Het is voor oude dorps- en nieuwe wijkbewoners het meest nabijgelegen groengebied.

3.2.4 Deelgebieden (typering, morfologie en beeldkwaliteit) (kaart)

Het bestemmingsplangebied is grofweg in te delen in vier delen: het polderlandschap, het kasteelpark, het dorp Haarzuilens en een strook grond in de woonwijk Vleuterweide. Deze deelgebieden hebben een eigen herkenbare structuur. De deelgebieden zijn weergegeven op Afbeelding 5.

 

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401_0003.png"

Het polderlandschap

Het polderlandschap is zeer open en groen. De openheid is met name in het noordelijk deel van het gebied goed beleefbaar. Dit gebied is op een zeer regelmatige wijze verkaveld door middel van lange smalle kavels en rechte wegen. De bebouwing is langs de linten gesitueerd. Het gebied kent een overwegend agrarisch gebruik.

Aan de zuidzijde van de Thematerweg is het landschap meer gevarieerd. Het slingeren van de waterloop Bijleveld is terug te lezen in de verkaveling van het landschap, de bochtige wegen en de situering van bebouwing. Hier zijn behalve boerderijen en woonhuizen ook boomkwekerijen en kassen gesitueerd.

Een deel van het gebied is in gebruik als akkerbouw. De bebouwing is in kleine concentraties gesitueerd. Dit zijn de oudste ontginningen in het gebied. In verband met eerdere landbouwkundige ingrepen en bewoning in het gebied zijn de oudste ontginningen niet goed meer te herkennen.

Het kasteelpark

Het kasteelpark is gelegen midden in het plangebied, aan weerszijden van de Bochtdijk. Het is circa twee kilometer lang en één kilometer breed. De structuur van het park wordt bepaald door het gebogen padenpatroon, losse boomgroepen, de zichtlijnen vanaf het kasteel en de waterpartijen met bochtige oevers. Het park is een beschermd rijksmonument.

Noordelijke deel van het park

Het noordelijk deel, waarin het kasteel zich bevindt, is in gebruik als park bij het kasteel. Het park is toegankelijk vanuit drie richtingen. Twee hiervan, de Zuylenlaan en de Haarlaan, zijn aangelegd als formele lanen met aan weerszijden grote bomen. De zuidelijke toegang aan de Bochtdijk wordt gebruikt als hoofdtoegang. Het heeft een besloten karakter, waardoor het kasteel slechts op een paar plekken te zien is. Het gebied direct rond het kasteel bestaat uit een aantal formeel aangelegde tuinen.

Zuidelijke deel van het park

Het zuidelijk deel van het park wordt gebruikt als golfbaan (met 9 holes). Het is verbonden met het noordelijk deel door een loopbrug, die onderdeel is van het padenpatroon. De waterpartij van het zuidelijk park is verbonden met de waterpartij in het noordelijk park. Ook het zuidelijk park heeft een besloten karakter.

Het dorp Haarzuilens

Het dorp Haarzuilens ligt ten noorden van de Thematerweg, ter hoogte van de kruising met de Eikslaan. Oorspronkelijk lag het dorp aan de voet van het kasteel. Door de grootse plannen voor een parkaanleg met vrij uitzicht vanaf het kasteel kwam het oude dorp in de weg te liggen. Het werd, met uitzondering van de kerkruïne, afgebroken en een kilometer verder (tussen 1896 en 1898) opnieuw opgebouwd. De centrale brink, een pomp en een raadhuis waren elementen van het oude dorp die ook in het ontwerp van het nieuwe dorp een plek kregen.

Het nieuwe dorp werd als een nieuwe nederzetting aangelegd in het verlengde van de Eikslaan. De vijfhoekige hoofdopzet van de omwalling met een grachtje is in het huidige dorp nog steeds aanwezig. Ook de symmetrische plattegrond is bijzonder.

Het dorp is erg ruim opgezet en heeft veel groen en grote bomen. Alle woningen zijn laag; één of twee bouwlagen met kap. Het oudste deel van het dorp vormt één geheel. De samenhang komt tot uiting in de vorm en het materiaalgebruik van de woningen en in de groene hagen. De Brinkstraat (verlengde van de Eikslaan) vormt de hoofdstraat van het dorp. Het centrum van het dorp bestaat uit een groene brink. Hieromheen zijn de belangrijkste functies gesitueerd. Het dorp telt circa 80 woningen. In de naoorlogse jaren is het dorp in enkele fasen uitgebreid in noordelijke richting. De bebouwing in het oudste deel van het dorp rondom de brink bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen. De uitbreiding van het dorp bestaat uit twee onder één kap woningen en rijenwoningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401_0004.jpg"

3.2.5 Monumenten, beeldbepalende elementen en cultuurhistorie

Bebouwing en architectuur

Het meest markante bouwwerk in het plangebied is het kasteel De Haar. De middeleeuwse ruïne is vanaf 1892 gecompleteerd en uitgebreid tot een bewoonbaar kasteel, met voor die tijd bijzonder luxe voorzieningen en met moderne (ijzer-)constructies. De toenmalige baron Etienne van Zuylen van Nijevelt gaf Pierre Cuypers de opdracht voor het ontwerpen van kasteel, châtelet, stalplein, duiventoren en andere bouwwerken in het park. Het park met daarin ook andere bijzondere elementen (bruggen, sierelementen) is een ontwerp van landschapsarchitect Henri Copijn. De kapel is het enige restant van het middeleeuwse dorp Haarzuilens en diende sinds de verplaatsing van het dorp als kapel van het kasteel.

Het dorp zelf is na de verplaatsing in oostelijk richting gebouwd naar de plannen van Cuypers. Rondom een brink is een aantal panden, met uiteenlopende functies, gebouwd in neogotische bouwstijl.

Het Stalplein van Kasteel de Haar is een van de onderdelen van het complex dat in de afgelopen jaren is gerestaureerd. Het Stalplein is tot de start van de restauratie in 2003 gebruikt voor rentmeesters activiteiten ten behoeve van het kasteel en het omliggende landgoed. Aan het Stalplein woonden de beheerders van het kasteel. Tevens bevonden zich in de gebouwen aan het Stalplein de stallen en koetshuizen, waar de paarden en auto's van het kasteel waren ondergebracht.

Het kasteel en het park zijn sinds 2000 in eigendom van de Stichting Kasteel De Haar, waarin de familie Van Zuylen van Nijevelt en de Vereniging Natuurmonumenten participeren. Het omliggende landgoed is sindsdien eigendom van Natuurmonumenten. Voor deze constructie is gekozen vanwege de kostbare restauratie van het kasteel. Hiervoor zijn ook aanzienlijke rijkssubsidies verleend, en voor de exploitatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401_0005.jpg"

Bijzondere gevelwanden of bouwblokken

Het dorp Haarzuilens is een opmerkelijk gaaf ensemble, dat sinds de bouwtijd (tussen 1896 en 1898) relatief weinig is gewijzigd. De panden, met diverse functies, zijn qua architectuur, materiaal en kleurgebruik in belangrijke mate uniform te noemen. De kleurtoepassing op het houtwerk en in het bijzonder van de luiken van de panden verwijst naar de relatie met kasteel De Haar. De toegepaste kleuren dateren in de meeste gevallen niet uit de tijd van Cuypers, maar zijn gekozen op initiatief van het in Haarzuilens gevestigde schildersbedrijf Hoogstraten. Afwijkend is de kleurstelling van het pand aan de Brink waar Cuypers (cq zoon Joseph Cuypers) verbleef ten tijde van de bouw van kasteel en dorp.

Monumenten

Bij het bestemmingsplan is een bijlage gevoegd met een overzicht van alle aanwezige beschermde monumenten en waardevolle panden, zowel rijks- als gemeentelijke en overige bijzondere bebouwing (objecten, structuren). Het gaat met name om kasteel De Haar met de bijgebouwen, waaronder de kapel en diverse kleine objecten in het park; het park dat als historische buitenplaats afzonderlijk beschermd is; de neogotische panden in het dorp Haarzuilens, de Hamtoren en diverse boerderijen langs de historische linten. Ook de archeologische monumenten en archeologisch waardevolle gebieden zijn vermeld.