direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Gerrit Rietveld College, Tuindorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGERRITRIETTUINDO-0601

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Participatie en wijzigingen SPvE

Dit traject is gestart met het uitnodigen van aanwonenden om deel te nemen in een klankbordgroep. Een ambtelijke projectgroep heeft samen met de klankbordgroep de locatie en de directe omgeving benaderd. Hierbij zijn aspecten als verkeer, parkeren, sociale veiligheid, groen etc. aan de orde geweest.
De groep is samengesteld uit vier direct omwonenden, twee bewoners van Tuindorp, en leden namens de wijkraad Noordoost, het Buurtcomité Tuindorp-Oost en buurtvereniging Tuindorps Belang. De betrokkenheid door de klankbordgroep vindt plaats op het niveau 'adviseren' over de uitwerking van de wensen en de uitgangspunten. Betrokkenen kunnen eveneens aandachtspunten en suggesties voor oplossingen aandragen.
De klankbordgroep is vanaf 4 maart 2009 aan de slag gegaan en heeft een advies opgesteld over het door de gemeente op te stellen Stedenbouwkundig Programma van Eisen.

Voorafgaand aan dit bestemmingsplan is in het kader van de participatie een concept Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) gepresenteerd tijdens een informatieavond op 3 februari 2010. Hierna heeft het concept SPvE drie weken ter inzage gelegen. Na de consultatieperiode zijn de reacties en het aangepaste SPvE door het college vastgesteld. Het SPvE is daarna met de bijbehorende grondexploitatie aangeboden aan de Raad.

Na vaststelling van het SPvE is gestart met de architectenselectie van de school. Op 22 september 2011 is tijdens een informatieavond het schetsontwerp aan omwonenden gepresenteerd. Tijdens die avond en in de uitnodiging van deze avond konden geïnteresseerde zich aanmelden voor de contactgroep. Hierbij zijn onderwerpen als het ontwerp van de school, verkeer, parkeren, inrichting openbare ruimte, groen etc. aan de orde geweest. Na aanleiding hiervan en het SPvE is dit bestemmingsplan opgesteld.

Om het participatietraject een verdere diepgang te geven wordt ook ingestoken op de onderwijspijlers van het Gerrit Rietveld College, namelijk Kunst & Cultuur en het Technasium. Vanuit deze twee pijlers worden de leerlingen ingezet om de aanwezige kennis te koppelen aan de ontwikkeling van het Gerrit Rietveld College. Hierbij kan gedacht worden aan projecten welke ingaan op duurzaamheid, bouw van maquettes en met een culturele/kunstzinnige insteek.

Naast het bovengenoemde traject heeft de school aangegeven een bijdrage te willen leveren aan de leefbaarheid in de wijk en wil waar mogelijk aansluiting zoeken in de wijk. Dit kan zijn door het 'gezamenlijk' gebruik van het schoolgebouw en de omgeving. Hierbij valt te denken aan het beschikbaar stellen of verhuren van de aularuimte voor theatervoorstellingen of doordat de 'Brede School' een rol gaat spelen in de wijk middels een (commercieel) maatschappelijke schil.

Ten opzichte van het SPvE zijn enkele kleine wijzigingen doorgevoerd:

  • de openbare ruimte in het zuidwesten van het plangebied krijgt een wat andere indeling. Er is gekozen om de prof. Jordanlaan als belangrijke structuurlijn te handhaven en te benadrukken alsmede het parkje meer te koppelen aan het te ontwikkelen gebied.
  • het SPvE vermeldt dat er een Stedenbouwkundig Plan (SP) zal worden opgesteld en legt specifiek de locatie van de maatschappelijke voorzieningen vast. Gelet op de veranderende tijden waarin voor toekomstige woongebied meer flexibiliteit wordt gevraagd en de tijdsdruk voor de ontwikkeling van de school is afgezien van een SP en gekozen voor meer flexibiliteit voor de maatschappelijke voorzieningen. Door de uitwerking van het ontwerp van de school en het functioneel ontwerp van het openbaar gebied is bij nader inzien uitwerking van het plan in een SP ook niet meer nodig.

6.2.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Het plan is getoetst aan de vraag of er met dit plan aspecten aan de orde zijn die relevant zijn voor de nationale belangen die de inspectie voor ruimtelijke ordening behartigt. In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Met dit bestemmingsplan zijn geen van de genoemde nationale belangen in het geding, in die zin dat geen van de nationale belangen aan de orde zijn. Deze herstructurering in de stad is niet in strijd met rijksbelangen. Er is daarom geen aanleiding om afzonderlijk vooroverleg te voeren.

Het plan is daarnaast getoetst aan de provinciale beleidslijn "Uitvoering beleidslijn nieuwe Wro" (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 11 november 2008). Op grond van de overleglijst van deze beleidslijn is geen vooroverleg met de provincie nodig.
Het plangebied bevindt zich namelijk binnen de rode contouren (stedelijk gebied) van het Streekplan. Ook ligt het plan niet binnen 200 meter van een transportas als bedoeld in paragraaf 8.1 van de beleidsneutrale omzetting van het streekplan naar de Structuurvisie Provinciaal Belang (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 september 2009).
Gelet op de beperkte omvang van het plan en omdat de wijkopzet en wijkontsluiting gelijk blijven, is er geen aanleiding om een mobiliteitstoets uit te voeren.
Daar waar bekende of te verwachten archeologische waarden in het geding zijn, wordt er de voorkeur aan gegeven om bij voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen op basis van nader contact te bezien in hoeverre het artikel 3.1.1-overleg noodzakelijk is. De gemeente heeft hiertoe het initiatief genomen. De provincie heeft bevestigd dat 3.1.1-overleg niet noodzakelijk is indien de archeologische waarden beschermd worden door middel van een dubbelbestemming Waarde Archeologie en de gemeentelijke archeologieverordening. In dit plan wordt de bescherming geregeld zodat geen nader vooroverleg nodig is.

Bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan is het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden betrokken geweest (HDSR). In overleg met de HDSR is de watertoets opgesteld en akkoord bevonden. Een van de afspraken is om de gedempte veensloot weer uit te graven en daarvoor een bestemming 'water' op te nemen. Indien conform de watertoets gehandeld wordt, vormt het plan geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. Voor de inhoudelijke aspecten wordt verwezen naar de watertoets in de bijlagen.

6.2.3 Advies wijkraad

De wijkraad Noordoost is betrokken geweest bij de inspraak over het SPvE. Voorafgaand aan de formele terinzagelegging is de wijkraad geïnformeerd over dit plan.

6.2.4 Inspraakresultaten

Het SPvE heeft 3 weken ter inzage gelegen. In totaal zijn 33 inspraakreacties ingediend. De consultatie heeft aanleiding gegeven enkele randvoorwaarden in het SPvE aan te passen dan wel te verduidelijken. Zo is bijvoorbeeld duidelijker aangegeven dat het uitgangspunt is de bomenrij aan de zuidrand (aan de noordzijde van de Winklerlaan) te behouden. Ook is duidelijker aangegeven waarom het schoolgebouw niet behouden kan worden. Daarnaast is, vanwege zorgen over het (weliswaar) intensieve ruimtegebruik van de schoolkavel, middels een nadere massastudie geconcludeerd dat de kavel toereikend is voor het beoogde programma. Tot slot voorziet het plan in de behoefte van omwonende om naast woningen ook voorzieningen voor en in de wijk toe te voegen. In de volgende fase van het planproces zal gekeken worden waar precies behoefte aan is en hoe de voorzieningen het beste tot hun recht kunnen komen.