direct naar inhoud van 5.8 Bomen
Plan: Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPFIETSBRUGOOGINAL-0601

5.8 Bomen

Plangebied
Binnen de werkgrenzen van het project Fietsbrug Oog in Al staan in het Victor Hugoplantsoen momenteel circa 150 bomen met een verscheidenheid aan soorten en condities (Bijlage 11 Kaart bomen inventarisatie). Slechts een klein aantal bomen is geschikt om te verplanten.

De groenstrook tussen tussen de Johan Wagenaarkade en het Amsterdam-Rijnkanaal is onderdeel van de gemeentelijke groenstructuur. Hier staan diverse grote bomen met een overwegend goede conditie. Uitgangspunt is dat deze bomen gehandhaafd blijven. Alleen daar waar de brug aanland zal ruimte gemaakt moeten worden. De verwachting is dat hiervoor één a twee goede bomen verwijderd moeten worden. De lindes in het trottoir hebben een redelijke conditie maar kunnen voor de toekomst behouden blijven als de ondergrondse groeiomstandigheden worden verbeterd.

Op het middenterrein staat een groep beeldbepalende eiken met een goede conditie. Door de aanlanding van de brug zullen er bomen verwijderd moeten worden. De opgave is om zoveel mogelijk bomen te behouden. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat diverse boomsoorten erg gevoelig zijn voor ophoging van het maaiveld.

De overige bomen binnen de werkgrenzen zijn verschillend van soort en conditie en zijn niet structurerend waardoor ze niet als bijzonder beeldbepalend te waarderen zijn.

Ten behoeve van de nieuwe inrichting van het terrein en de aanleg van de brug zullen naar verwachting circa 30-40 bomen verwijderd moeten worden. Hier en daar zullen bomen gesnoeid moeten worden, om ruimte te maken voor de bouwactiviteiten. Indien ten behoeve van de bouw bemaling van grondwater moet plaatsvinden, zullen de consequenties hiervan op de bomen in beeld gebracht moeten worden.

Bij de uitwerking van het buitenruimte-ontwerp van het Victor Hugoplantsoen wordt in samenspraak met omwonenden gedacht over de inrichting van het plantsoen en waar nieuwe bomen een plek kunnen krijgen.

Conclusie

Bij de ontwerpuitwerking dient zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met de bestaande bomen waarbij het aantal te verwijderen bomen tot een minimum moet worden beperkt.

Indien dit onvermijdelijk is dient te worden gemotiveerd waarom behoud niet mogelijk is. Het gaat dan in het bijzonder om de bomen in de groenstrook langs de Johan Wagenaarkade, de beeldbepalende eiken op het middenterrein met een goede conditie en de overige bomen met een goede conditie.

Uitgangspunt is echter dat het totale aantal bomen in het plangebied ongewijzigd blijft en dat eventueel te kappen bomen binnen het plangebied gecompenseerd zullen worden.