direct naar inhoud van 5.5 Luchtkwaliteit
Plan: Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPFIETSBRUGOOGINAL-0601

5.5 Luchtkwaliteit


Kader
Artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) geeft een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen, zoals bij bestemmingsplannen. Een bestemmingsplan kan worden vastgesteld indien:

  • 1. aannemelijk is gemaakt dat geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • 2. een project – al dan niet per saldo – niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • 3. aannemelijk is gemaakt dat de ontwikkelingen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie PM10 (fijn stof) en NO2 (stikstofdioxide) in de buitenlucht;
  • 4. het voorgenomen besluit is genoemd of is niet in strijd is met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Indien een gevoelige bestemming (geheel of gedeeltelijk) binnen deze zone voorzien wordt en op de voorziene locatie sprake is van een overschrijding of dreigende overschrijding van een grenswaarde voor zwevende deeltjes of voor stikstofdioxide, is realisering van die gevoelige bestemming alleen toegestaan indien dat niet leidt tot een toename van het aantal ter plaatse verblijvende personen. Indien het gaat om uitbreiding van een bestaande gevoelige bestemming mag die uitbreiding eenmalig ten hoogste 10% van het aantal daar reeds verblijvende personen betreffen].

Gelet op een goede ruimtelijke ordening is het van belang om kwetsbare groepen zoals kinderen en ouderen te beschermen. Het Besluit gevoelige bestemmingen kent voor een planlocatie als bij dit bestemmingsplan een onderzoeksplicht.

Plangebied
Een school wordt binnen de Wet luchtkwaliteit aangemerkt als een gevoelige bestemming.

De A2 is ter plaatse van het plangebied overkapt hetgeen een positief effect heeft op de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. De tunnelmond ligt op 350 meter van de in het plangebied geprojecteerde school.

Voor deze ontwikkeling is een onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd Bijlage 6 Beoordeling luchtkwaliteit. Er zijn berekeningen van de te verwachtte concentratie NOx en fijn stof uitgevoerd voor de jaren 2012, 2015 en 2020. Uit het onderzoek blijkt dat er voor stikstofdioxide en fijn stof geen (dreigende) overschrijdingen optreden van de (toekomstige) grenswaarden uit de Wet milieubeheer.

De maximaal berekende jaargemiddelde stikstofdioxide-concentratie is berekend aan de westzijde van de Johan Wagenaarkade en bedraagt in 2012 (worst-case met dubbeltelling van de bijdrage van het Amsterdam-Rijnkanaal) in 37,4 .g/m3. Op de gevel van de woningen aan de westzijde van het Victor Hugoplantsoen bedraagt de maximaal berekende jaargemiddelde stikstofdioxide-concentratie worst-case 35,1 .g/m3. In de jaren 2015 en 2020 zijn de jaargemiddelde concentraties op de rekenpunten respectievelijk ruim 2 .g/m3 (2015) en circa 8 .g/m3 lager dan in 2012. De bijdrage van het lokale verkeer aan de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide is gering (0,3 .g/m3) ten opzichte van de (worst-case) bepaalde bijdrage van het Amsterdam-Rijnkanaal.

Hoe verder gevoelige bestemmingen vanaf de rand van het kanaal worden gesitueerd, hoe lager de blootstelling aan luchtverontreiniging zal zijn.

Conclusie
De luchtkwaliteitsbeoordeling geeft inzicht hoe de luchtkwaliteit de komende jaren zich ontwikkelt en hoe deze zich verhoudt tot de mate van blootstelling en de grenswaarden. Middels CARII berekeningen is daartoe de luchtkwaliteit rondom de aanlanding van de Fietsbrug Oog in Al in het Victor Hugoplantsoen in kaart gebracht.

De luchtkwaliteit is beoordeeld op drie momenten (2012, 2015 en 2020) langs de wegen in het plangebied. In de beschouwde periode verbetert de luchtkwaliteit, als gevolg van de verschoning van het wagenpark en generiek beleid. Geconstateerd kan worden dat in alle onderzoeksjaren in het plangebied voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen).

In het Victor Hugoplantsoen (waar een gevoelige bestemming zal worden gerealiseerd) ligt de concentratie onder de 40 ìg/m³ (i.e. de waarde die het Besluit gevoelige bestemmingen) hanteert voor een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden. Deze locatie valt overigens buiten de onderzoekszone zoals genoemd in het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen).

Onder het kopje Kader hierboven is aangegeven op welke gronden (genoemd in artikel 5.16 van de Wet milieubeheer) bestuursorganen hun bevoegdheden (die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit) kunnen uitoefenen.

Op basis van de uitgevoerde berekeningen kan worden geconcludeerd dat realisatie van de Fietsbrug Oog in Al niet leidt tot overschrijding van de grenswaarden, waarmee voldaan wordt aan artikel 5.16, lid 1 onder a.

Uit oogpunt van luchtkwaliteit en in het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn er geen belemmeringen voor de vaststelling van het onderhavige IPvE.