direct naar inhoud van 7.4 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Duurstedelaan, Hoograven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPDUURSTEDLAANHOOG-0601

7.4 Artikelsgewijze toelichting

In deze paragraaf wordt per bestemming uitgelegd wat de achtergrond is van een bepaalde bestemming.

Artikel 3 Groen

De bestemming Groen is bedoeld voor groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen en andere bijbehorende voorzieningen.

Artikel 4 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk geeft ruimte aan diverse maatschappelijke voorzieningen. De begripsomschrijving in artikel 1 geeft aan welke voorzieningen dit zijn. Onder meer onderwijs valt hieronder. Het concept van een brede school past eveneens in de bestemming. In de bestemming is een maximaal bebouwingspercentage opgenomen. Door geen bouwvlak op te nemen is er een flexibele indeling van de ruimte mogelijk met mogelijkheden voor (schoolpleinen). Op de verbeelding is de maximale bouwhoogte aangegeven van de bebouwing. In de regels is een afwijking mogelijk gemaakt om op delen van de bebouwing een lessenaarskap mogelijk te maken.

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming Verkeer – Verblijfsgebied heeft betrekking op verblijfsgebied voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer met bijbehorende voorzieningen. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden en groen- en waterpartijen.

Artikel 6 Wonen

Het bestemmingsvlak Wonen is in bedoeld voor de woningen.. De met het wonen samenhangende doeleinden, het wonen zelf, aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven, de tuinen en de (achter)erven, zijn eveneens gecombineerd in deze bestemming.

In de regels zijn in samenhang met de verbeelding voorwaarden geformuleerd betreffende het hoofdgebouw van de woning, aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Ten aanzien van het hoofdgebouw is bepaald dat deze dienen te worden gebouwd in het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Het maximale aantal woningen van 23 is in de regels vastgelegd. In de regeling is rekening gehouden met een eventuele uitbreiding van de woning als hoofdgebouw op de begane grond en – op sommige plaatsen – op de verdieping. Dit geldt zowel voor de nieuwbouw als voor de bestaande Ariënsschool. Ook de maximaal toegelaten bouwhoogte is vastgelegd; voor de Ariënsschool is dit de bestaande hoogte.

Ten aanzien van aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken geldt dat een woning maximaal 2,5 meter aan de achterzijde kan worden uigebouwd, mits daardoor niet meer dan 50% van het buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelegen gronden wordt bebouwd, en tot een maximale oppervlakte van 45m2 (inclusief overkappingen).

De bestemming wonen kent ook een bepaling om onder voorwaarden een dakterras te realiseren. Hiervoor is een specifieke aanduiding op de verbeelding opgenomen. Een dakterras op een hoofdgebouw dient altijd minimaal twee meter terug te liggen ten opzichte van de openbare weg. Het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven uit categorie A en B1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten wordt direct mogelijk gemaakt, mits de woonfunctie blijft prevaleren. Om te garanderen dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, mag het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven niet groter zijn dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 40 m2, inclusief aan- en uitbouwen. De regeling maakt een combinatie van wonen en werken in het plangebied mogelijk.

Via een afwijkingsregel mag het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven worden verhoogd tot maximaal 60 m², inclusief aan- en uitbouwen. Binnen de afwijkingsregel bestaat ook de mogelijkheid om aan-huis-verbonden beroepen en andere bedrijven dan uit categorie 1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (LvB) toe te staan, indien en voor zover voor de activiteiten geen milieuvergunning is vereist.


Artikel 7 Waarde - Archeologie

De archeologische waarden en verwachtingen in het plangebied zijn door de dubbelbestemming Waarde-Archeologie en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg beschermd. Overtreding van het bestemmingsplan is een strafbaar feit. Op deze manier houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische waarden en verwachtingen conform de Monumentenwet.

Artikel 8 Antidubbeltelbepaling

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een omgevingsvergunning bouwen, bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.

Artikel 9 Algemene bouwregels

In de bouwverordening zijn ook voorschriften opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vóór deze bepalingen, maar in dit artikel is bepaald welke voorschriften uit de bouwverordening naast het bestemmingsplan van kracht blijven. Het gaat daarbij om voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals de bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer en brandblusvoorzieningen, bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, de ruimte tussen bouwwerken en parkeergelegenheid bij gebouwen. Daarnaast regelt dit artikel de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bebouwingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven.

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.

Artikel 11 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel regelt afwijkingsmogelijkheden voor het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een ontheffing verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

De overgangs- en slotbepalingen van dit hoofdstuk bevatten de onderstaande 2 bepalingen:

Artikel 13 Overgangsrecht

In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen.

Indien de in het plan opgenomen regels voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.

Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.

Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.

Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken.

Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.

Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten.

Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan. Dit laatste is uiteraard mede afhankelijk van andere aspecten, waaronder de vraag of het strijdige gebruik reeds zolang plaatsvindt dat de gemeente haar rechten heeft verwerkt.

Artikel 14 Slotregel

In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.