direct naar inhoud van Artikel 30 Wonen - uit te werken
Plan: Actualisering diverse gebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPACTUALISATIEDG-0402

Artikel 30 Wonen - uit te werken

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. de bij de bestemming behorende verkeer- (gebouwde) parkeer- en groenvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen,
  • c. verblijfsgebied.
30.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 30.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening en de volgende uitwerkingsregels:

  • a. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 en 9 meter;
  • b. hoofdgebouwen aan de zijde van de Stroomstraat mogen een maximale bouwhoogte hebben van 12 meter;
  • c. hoofdgebouwen aan de zijde van Oudenoord mogen een maximale bouwhoogte hebben van 15 meter;
  • d. bij de uitwerking dient te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen;
  • e. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, tot een maximum van 40 m²;
    • 2. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;
    • 3. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
    • 4. geen sprake is van detailhandel, horeca, afhaalzaken en/of belhuizen.
30.3 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in een zodanig plan bepaalde.

30.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.3 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken voordat de bestemming overeenkomstig artikel 30.1 is uitgewerkt en onherroepelijk is geworden, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de op te richten bebouwing in overeenstemming is met een reeds vastgestelde uitwerkingsplan of met een daarvoor gemaakt ontwerp, ofwel met een document zoals een concept-uitwerkingsplan, waaruit de inpasbaarheid in de integrale uitwerking redelijkerwijs overzienbaar is;
  • b. een ieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan dan wel het bouwplan mondeling en/of schriftelijk kenbaar te maken.