direct naar inhoud van REGELS
Plan: Franseweg 95
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPFranseweg95-VA01

REGELS

behorende bij het bestemmingsplan Franseweg 95

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Franseweg 95 met identificatienummer NL.IMRO.0340.BPFranseweg95-VA01 van de gemeente Rhenen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0340.BPFranseweg95-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;

1.6 achtergevel

gevel aan de achterkant van een gebouw;

1.7 ambulante handel

de verkoop en het te koop aanbieden, alsmede de uitstalling daarvan, van waren aan consumenten buiten vestigingen. Onder ambulante handel wordt mede verstaan (week)markten en standplaatsen buiten de markten;

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.9 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de oppervlakte van het deel van een bestemmings- of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken;

1.10 bed and breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed and breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;

1.11 bedrijf

het bedrijfsmatig vervaardigen, repareren of opslaan van goederen, dan wel het verrichten van diensten;

1.12 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;

1.13 bedrijfswoning/dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.14 bedrijf aan huis

het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende bedrijfsactiviteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie;

1.15 beroep aan huis

de uitoefening van een beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede een beroep op het terrein van persoonlijke verzorging, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt;

1.16 bestaand
  • 1. ten aanzien van bebouwing:

bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

  • 2. ten aanzien van gebruik:

het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

1.17 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.20 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.24 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.25 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.26 bouwwerk, geen gebouw zijnde

bouwwerk, geen gebouw en overkapping zijnde;

1.27 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en aan de verkoop verbonden reparatie;

1.28 diepwortelende beplanting

beplanting met wortelstelsel dat meer dan 1 m onder het maaiveld reikt of dat naar verwachting in detoekomst zal doen;

1.29 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.30 hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.31 huishouden

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking;
  • 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal vier personen die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning;
1.32 inwoning

twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meer voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;

1.33 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie;

1.34 mantelzorg

langdurende zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens sociale omgeving, waarbij de zorgverlening de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt, op vrijwillige, niet afdwingbare basis;

1.35 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.36 opslag

het opslaan of opgeslagen hebben van goederen en materialen, niet zijnde puin, afvalstoffen en aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar-, vlieg-, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan;

1.37 overkapping

een bijbehorend bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en met maximaal één wand is omgeven;

1.38 peil
  • 1. voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:

de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

  • 2. voor een bouwwerk op een bouwperceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:

de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld ter hoogte van het hoofdgebouw en waar geen sprake is van een hoofdgebouw de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld ter hoogte van het bouwwerk;

1.39 tijdelijke woonunit

een mantelzorgwoning in de vorm van een tijdelijk op een perceel aanwezige unit die hetzij geheel hetzij in delen over de weg verplaatsbaar is;

1.40 voorgevel

de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.41 voorste bouwgrens

de aan een weg of openbaar gebied gelegen bouwgrens, met dien verstande dat indien een bouwvlak gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.42 waarden

de aan een bouwwerk, gebied of specifiek element in een gebied toegekende kenmerkende waarde op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, geografie, aardkunde, natuur en/of ecologie;

1.43 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, overstekende daken en reclameuitingen aan de gevel buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden, met daarbij inbegrepen, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, bushaltes en dergelijke;
  • b. terrassen ten behoeve van horeca;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • g. bruggen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. bouwwerken.
3.2 Bouwregels
  • a. Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de functies 'wegen' en 'parkeervoorzieningen' gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7,5 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van masten en verwijsborden niet meer mag bedragen dan 12 m.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de overige functies gelden de volgende regels:
    • 1. de bebouwing is beperkt tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande, dat de bouwhoogte van vlaggen- en lichtmasten niet meer mag bedragen dan 8 m en dat de bouwhoogte van publicatieborden ten dienste van overheids- en niet commerciële mededelingen niet meer mag bedragen dan 4 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 sub a voor het bouwen van gebouwen met een oppervlakte en een bouwhoogte van niet meer dan respectievelijk 30 m² en 5 m.

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep- en bedrijf aan huis;
  • c. bed and breakfast;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,
  • e. parkeren

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen en erven;
  • g. wegen en paden;
  • h. bouwwerken.

Het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. tussen twee niet aaneengebouwde woningen mag de afstand van elk van de woningen, uitgezonderd aan-en uitbouwen en bijgebouwen, tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder bedraagt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen uitsluitend aaneen gebouwde woningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. woningen worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling niet minder dan 20 graden mag bedragen;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. woningen worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling niet minder dan 20 graden mag bedragen;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak en het achtererfgebied;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,30 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,50 m;
  • d. het bebouwingspercentage van het achtererfgebied mag maximaal 25% van de bij de woning behorende kadastrale percelen bedragen, met dien verstande dat het maximale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken niet meer dan 150 m² mag bedragen;
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m voor (het verlengde van) de voorgevel en 2 m daarachter;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid,

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen in die zin dat bijbehorende bouwwerken 3 m achter de voorgevel van de woning moeten worden gebouwd;
  • b. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Beroep- en bedrijf aan huis

Voor de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis zijn de volgende regels van toepassing:

  • a. de omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis niet meer bedragen dan 50% van het grondoppervlak van de woning en de bijbehorende bouwwerken, mits op eigen terrein in extra parkeerplaatsen wordt voorzien zoals is weergegeven in de navolgende tabel:
    Omvang van de uitoefening van het beroep- en bedrijf aan huis   Aantal extra te realiseren parkeerplaatsen  
    26 - 50 m2   1  
    51 - 100 m2    2  
    101 - 150 m2   3  
    151 - 200 m²   4  
    201 m² of meer   5  
  • c. bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn ook toegestaan;
  • d. detailhandel en buitenopslag zijn niet toegestaan;
  • e. het beroep- en bedrijf aan huis wordt in ieder geval uitgeoefend door de bewoner.
4.4.2 Bed and breakfast

Voor het uitoefenen van een bed and breakfast mogen maximaal vijf kamers per bouwperceel worden gebruikt met een maximum van tien slaapplaatsen, met dien verstande dat:

  • f. het gebruik niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
  • g. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
  • h. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;
  • i. de bedrijfsvoering van de bed and breakfast uitsluitend door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
  • j. aanverwante voorzieningen zoals een speeltuin -met uitzondering van kleinschalige speelvoorzieningen-, stallingsruimte en detailhandel bij de bed & breakfast zijn niet toegestaan.
4.4.3 Voorwaardelijke verplichting bodemsanering

Bodemroerende werkzaamheden, onder andere sloop-, graaf- en bouwactiviteiten overeenkomstig de bestemming, mogen slechts plaatsvinden, indien de betreffende gronden ter plaatse van de voorgenomen bodemingreep door middel van een door de provincie goedgekeurd saneringsplan of bus-melding zijn gesaneerd.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Inwoning

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van inwoning.

4.5.2 Bedrijfsactiviteiten categorie 2 bij beroep- en bedrijf aan huis

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 4.4.1 sub c ten behoeve van het vestigen van bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten van Bijlage 1 die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemd in Bijlage 1.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn naast voor de overige aangewezen bestemmingen mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.

5.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
  • b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 5.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    • 1. of vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
    • 2. of een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 100 m²;
    • 3. of het bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;
    • 4. of een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of een vergunning met dezelfde strekking is verleend zoals bedoeld in artikel 5.3 of waarbij onomstotelijk door foto's of anderzins wordt aangetoond dat er sprake is van geroerde grond, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en geen diepere graafwerkzaamheden plaatsvinden.
5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 sub a met in acht neming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3, sub a. wordt verleend indien bij de aanvraag omgevingsvergunning een archeologisch rapport wordt overlegd waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
    • 1. de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. archeologische waarden door het uitvoeren van bouwactiviteiten niet of niet onevenredig worden geschaad, dan wel afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud van die waarden;
    • 3. er geen archeologische waarden aanwezig zijn.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3, sub a. kunnen burgemeester en wethouders in ieder geval de volgende regels verbinden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het laten doen van opgravingen door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
    • 3. de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden die leiden tot bodemverstoring te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ophogen en ontgraven (onder andere door saneren) van de bodem;
    • 2. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 4. het verlagen of het verhogen van het waterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap;
    • 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
    • 6. het bebossen van gronden die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bosgrond kunnen worden aangemerkt;
    • 7. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 8. het aanleggen van bos of boomgaard;
    • 9. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
    • 10. het scheuren van grasland;
    • 11. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe gerekend worden woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.
  • b. De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, waarvoor het verbod onder a. geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een, door het bevoegde gezag aan te wijzen, archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden gericht op:
    • 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. het doen van opgravingen;
    • 3. begeleiding van de werkzaamheden door een daartoe bevoegde instantie.
  • c. Het verbod, als bedoeld onder a, is niet van toepassing indien:
    • 1. de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden worden uitgevoerd op gronden waarbij de bodem tot maximaal 30 cm onder maaiveld wordt geroerd;
    • 2. de werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden een oppervlakte hebben tot ten hoogste 100 m²;
    • 3. de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning;
    • 4. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
    • 5. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
    • 6. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek en/of archeologische begeleiding is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 Milieuzone - aandachtsgebied bodem

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - aandachtsgebied bodem' is het pas na toestemming van het bevoegd gezag toegestaan om graafwerkzaamheden dieper dan 1 meter onder maaiveld te verrichten, grondwater te onttrekken of diepwortelende beplanting aan te brengen.

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Afwijkende maatvoering

Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in deze regels gegeven voorschriften ten aanzien van:

  • situering;
  • goot- en bouwhoogte;
  • oppervlakte;
  • inhoud;
  • afstanden;
  • afdekking van gebouwen,
  • zijn de bestaande maten, hellingen, situering, dan wel afstanden eveneens toegestaan.
8.2 Onderkeldering

Onderkeldering is niet toegestaan.

8.3 Nutsvoorzieningen

Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor nutsvoorzieningen mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze -indien het een gebouw betreft- geen grotere inhoud hebben dan 60 m³ en geen grotere goothoogte dan 4 m, en -indien het een bouwwerk, geen gebouw betreft- geen grotere oppervlakte hebben dan 10 m² en geen grotere bouwhoogte dan 4 m.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Onder een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van (zelfstandige) bewoning, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan;
  • b. het in enigerlei vorm buiten de bedrijfsgebouwen opslaan of opgeslagen hebben van goederen en materialen van welke soort dan ook, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van windturbines/windmolens en zendmasten/antennemasten, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan;
  • d. het gebruik van de gronden voor paardenbakken en/of tennisbanen.
9.2 Uitzondering strijdig gebruik

Onder een gebruik, strijdig met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van ambulante handel, weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horecaterrein, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift, vergunning, of ontheffing is verleend.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:

  • a. de in de bestemmingsregels gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen;
  • b. de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen ten behoeve van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate worden overschreden, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • c. de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, dit tot een maximum van 1 m;
  • d. de bestemmingsregels en toestaan dat paden, wegen, parkeerplaatsen en voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer worden aangelegd;
  • e. de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van het bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer bedraagt dan 30 m²;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
  • f. het bepaalde ten aanzien van het tijdelijk gebruik van bijbehorende bouwwerken bij woningen en bedrijfswoningen, en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk wordt verbouwd en gebruikt ten behoeve van bewoning, met dien verstande dat:
    • 1. het bewoning betreft in het kader van mantelzorg;
    • 2. de oppervlakte voor mantelzorg van het bijbehorend bouwwerk niet meer mag bedragen dan 80 m²;
    • 3. van het vervallen van de noodzaak van mantelzorg dient door of vanwege de gebruiker van het hoofdgebouw waaraan of waarbij de mantelzorg is verleend, aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling te worden gedaan;
    • 4. indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen gaat het bevoegd gezag over tot intrekking van de omgevingsvergunning;
  • g. het bepaalde ten aanzien van de bestemmingsregels bij woningen en bedrijfswoningen, en toestaan dat een tijdelijke woonunit wordt geplaatst en gebruikt, met dien verstande dat:
    • 1. het bewoning betreft in het kader van mantelzorg;
    • 2. de oppervlakte van de tijdelijke woonunit niet meer mag bedragen dan 80 m²;
    • 3. de bouwhoogte van de tijdelijke woonunit niet meer mag bedragen dan 4 m;
    • 4. de afstand van de tijdelijke woonunit tot aangrenzende percelen dient minimaal 2 m te bedragen;
    • 5. de maximale afstand van de tijdelijke woonunit tot de (bedrijfs)woning bedraagt niet meer dan 15 m;
    • 6. van het vervallen van de noodzaak van mantelzorg dient door of vanwege de gebruiker van het hoofdgebouw waaraan of waarbij de mantelzorg is verleend, aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling te worden gedaan;
    • 7. indien de noodzaak van mantelzorg is vervallen gaat het bevoegd gezag over tot intrekking van de omgevingsvergunning.
  • h. het bepaalde in 9.1 onder d en toestaan dat de gronden mogen worden gebruikt ten behoeve van paardenbakken en/of tennisbanen.
  • i. het bepaalde in in 8.2 en onderkeldering toestaan mits aangetoond wordt dat grond voldoende gesaneerd wordt en dan slechts onder (bedrijfs)woningen, bijbehorende bouwwerken en bedrijfsgebouwen en de onderkeldering maximaal één laag bedraagt waarvan de diepte niet meer dan 4 m mag bedragen.

Bij de toepassing van de bevoegdheid tot omgevingsvergunningverlening dienen de wettelijke bepalingen inzake natuurregelgeving, water en archeologie, in acht te worden genomen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • a. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Franseweg 95.

Bijlagen bij regels

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

SBI-1993     SBI-2008       OMSCHRIJVING     AFSTANDEN IN METERS     CATEGORIE                  
-     -     nummer           GEUR     STOF     GELUID                 GEVAAR           GROOTSTE      
                      AF- STAND        
01     01     -     LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW                
014     016     0     Dienstverlening t.b.v. de landbouw:                  
014     016     1     - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²     30     10     50         10       50     D     3.1    
014     016     3     - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²     30     10     50         10       50       3.1    
014     016     4     - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²     30     10     30         10       30       2    
02     02     -     BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW                
020     021, 022, 024     Bosbouwbedrijven     10     10     50         0       50       3.1      
15     10, 11     -     VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN                
151     101, 102     0     Slachterijen en overige vleesverwerking:                  
151     101, 102     7     - loonslachterijen     50     0     50         10       50       3.1    
151     108     8     - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²     50     0     50         10       50       3.1    
152     102     6     - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²     50     10     30         10       50       3.1    
1581     1071     0     Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:                
1581     1071     1     - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens     30     10     30     C       10       30       2    
1584     10821     6     - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²     30     10     30         10       30       2    
1585     1073       Deegwarenfabrieken     50     30     10         10       50       3.1    
1593 t/m 1595     1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.     10     0     30     C       0       30       2    
17     13     -     VERVAARDIGING VAN TEXTIEL                    
173     133       Textielveredelingsbedrijven     50     0     50         10       50       3.1    
174, 175     139       Vervaardiging van textielwaren     10     0     50         10       50       3.1    
176, 177     139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen     0     10     50         10       50       3.1      
18     14     -     VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT              
181     141       Vervaardiging kleding van leer     30     0     50         0       50       3.1    
182     141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)     10     10     30         10       30       2    
183     142, 151     Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont     50     10     10         10       50       3.1      
19     15     -     VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)              
192     151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)     50     10     30         10       50     D     3.1    
193     152       Schoenenfabrieken     50     10     50         10       50       3.1    
20     16     -     HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.            
2010.2     16102     0     Houtconserveringsbedrijven:                    
2010.2     16102     2     - met zoutoplossingen     10     30     50         10       50       3.1    
205     162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken     10     10     30         0       30       2      
21     17     -     VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN              
2112     1712     0     Papier- en kartonfabrieken:                    
2112     1712     1     - p.c. < 3 t/u     50     30     50     C       30     R     50       3.1    
22     58     -     UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA            
221     581       Uitgeverijen (kantoren)     0     0     10         0       10       1    
2222.6     18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen     10     0     30         0       30       2    
2223     1814     A     Grafische afwerking     0     0     10         0       10       1    
2223     1814     B     Binderijen     30     0     30         0       30       2    
2224     1813       Grafische reproduktie en zetten     30     0     10         10       30       2    
2225     1814       Overige grafische aktiviteiten     30     0     30         10       30     D     2    
223     182       Reproduktiebedrijven opgenomen media     0     0     10         0       10       1    
24     20     -     VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN                  
2442     2120     0     Farmaceutische produktenfabrieken:                  
2442     2120     1     - formulering en afvullen geneesmiddelen     50     10     50         50     R     50       3.1    
2442     2120     2     - verbandmiddelenfabrieken     10     10     30         10       30       2    
2462     2052     0     Lijm- en plakmiddelenfabrieken:                    
2466     205903     A     Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken     50     10     50         50     R     50       3.1    
25     22     -     VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF              
2512     221102     0     Loopvlakvernieuwingsbedrijven:                    
2512     221102     1     - vloeropp. < 100 m2     50     10     30         30       50       3.1    
26     23     -     VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN            
261     231     0     Glasfabrieken:                      
2615     231       Glasbewerkingsbedrijven     10     30     50         10       50       3.1    
262, 263     232, 234     0     Aardewerkfabrieken:                      
262, 263     232, 234     1     - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW     10     10     30         10       30       2    
267     237     0     Natuursteenbewerkingsbedrijven:                  
2681     2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken     10     30     50         10       50     D     3.1    
30     26, 28, 33     -     VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS              
30     26, 28, 33     A     Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie     30     10     30         10       30       2    
31     26, 27, 33     -     VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.            
316     293       Elektrotechnische industrie n.e.g.     30     10     30         10       30       2    
32     26, 33     -     VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.            
321 t/m 323     261, 263, 264, 331     Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie     30     0     50         30       50     D     3.1      
3210     2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading     50     10     50         30       50       3.1    
33     26, 32, 33     -     VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN            
33     26, 32, 33     A     Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie     30     0     30         0       30       2    
35     30     -     VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)            
351     301, 3315     0     Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:                  
351     301, 3315     1     - houten schepen     30     30     50         10       50       3.1    
36     31     -     VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.              
361     9524     2     Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2     0     10     10         0       10       1    
362     321       Fabricage van munten, sieraden e.d.     30     10     10         10       30       2    
363     322       Muziekinstrumentenfabrieken     30     10     30         10       30       2    
364     323       Sportartikelenfabrieken     30     10     50         30       50       3.1    
365     324       Speelgoedartikelenfabrieken     30     10     50         30       50       3.1    
3663.1     32991       Sociale werkvoorziening     0     30     30         0       30       2    
3663.2     32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.     30     10     50         30       50     D     3.1    
45     41, 42, 43     -     BOUWNIJVERHEID                      
45     41, 42, 43     1     - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²     10     30     50         10       50       3.1    
45     41, 42, 43     2     Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²     10     30     50         10       50       3.1    
45     41, 42, 43     3     - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²     0     10     30         10       30       2    
51     46     -     GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING                  
511     461       Handelsbemiddeling (kantoren)     0     0     10         0       10       1    
5121     4621     0     Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders     30     30     50         30     R     50       3.1    
5122     4622       Grth in bloemen en planten     10     10     30         0       30       2    
5124     4624       Grth in huiden, vellen en leder     50     0     30         0       50       3.1    
5125, 5131     46217, 4631     Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen     30     10     30         50     R     50       3.1      
5132, 5133     4632, 4633     Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën     10     0     30         50     R     50       3.1      
5134     4634       Grth in dranken     0     0     30         0       30       2    
5135     4635       Grth in tabaksprodukten     10     0     30         0       30       2    
5136     4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk     10     10     30         0       30       2    
5137     4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen     30     10     30         0       30       2    
5138, 5139     4638, 4639     Grth in overige voedings- en genotmiddelen     10     10     30         10       30       2      
514     464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen     10     10     30         10       30       2      
5153     4673     0     Grth in hout en bouwmaterialen:                    
5153.4     46735     6     - algemeen: b.o. <= 200 m²     0     10     30         0       30       2    
5154     4674     0     Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:              
5154     4674     2     - algemeen: b.o. < = 2.000 m²     0     0     30         0       30       2    
5156     4676       Grth in overige intermediaire goederen     10     10     30         10       30       2    
518     466     0     Grth in machines en apparaten:                    
518     466     2     - overige     0     10     50         0       50       3.1    
519     466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.     0     0     30         0       30       2      
60     49     -     VERVOER OVER LAND                      
6022     493       Taxibedrijven     0     0     30     C       0       30       2    
6024     494     1     - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²     0     0     50     C       30       50       3.1    
63     52     -     DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER                  
6312     52102, 52109     A     Distributiecentra, pak- en koelhuizen     30     10     50     C       50     R     50     D     3.1    
6312     52109     B     Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)     0     0     30     C       10       30           2    
64     53     -     POST EN TELECOMMUNICATIE                    
641     531, 532     Post- en koeriersdiensten     0     0     30     C       0       30       2      
642     61     A     Telecommunicatiebedrijven     0     0     10     C       0       10       1    
71     77     -     VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN            
711     7711       Personenautoverhuurbedrijven     10     0     30         10       30       2    
712     7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)     10     0     50         10       50     D     3.1    
713     773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen     10     0     50         10       50     D     3.1    
714     772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.     10     10     30         10       30     D     2    
72     62     -     COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE                
72     62     A     Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.     0     0     10         0       10       1    
73     72     -     SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK                    
731     721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk     30     10     30         30     R     30       2    
732     722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek     0     0     10         0       10       1    
74     63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82     -     OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING                  
747     812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen     50     10     30         30       50     D     3.1    
7481.3     74203       Foto- en filmontwikkelcentrales     10     0     30     C       10       30       2    
7484.4     82992       Veilingen voor huisraad, kunst e.d.     0     0     10         0       10       1    
75     84     -     OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN              
80     85     -     ONDERWIJS                      
90     37, 38, 39     -     MILIEUDIENSTVERLENING                    
9001     3700     A0     RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:              
9002.1     381     A     Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.     50     30     50         10       50       3.1    
9002.1     381     B     Gemeentewerven (afval-inzameldepots)     30     30     50         30     R     50       3.1    
9002.2     382     A0     Afvalverwerkingsbedrijven:                    
9002.2     382     A4     - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)     50     10     30         10       50       3.1    
9002.2     382     A7     - verwerking fotochemisch en galvano-afval     10     10     30         30     R     30       2    
93     96     -     OVERIGE DIENSTVERLENING                    
9301.1     96011     A     Wasserijen en strijkinrichtingen     30     0     50     C       30       50       3.1    
9301.1     96011     B     Tapijtreinigingsbedrijven     30     0     50         30       50       3.1    
9301.2     96012       Chemische wasserijen en ververijen     30     0     30         30     R     30       2    
9301.3     96013     A     Wasverzendinrichtingen     0     0     30         0       30       2    

Lijst van afkortingen:

- niet van toepassing of niet relevant

< kleiner dan

> groter dan

= gelijk aan

cat. categorie

e.d. en dergelijke

kl. klasse

n.e.g. niet elders genoemd

o.c. opslagcapaciteit

p.c. productiecapaciteit

p.o. productieoppervlak

b.o. bedrijfsoppervlak

v.c. verwerkingscapaciteit

u uur

d dag

w week

j jaar

B bodemverontreiniging, de activiteit geeft een verhoogde kans op bodemverontreiniging

C continu, bij de betreffende milieubelastende activiteiten zijn de voor geluid bepalende activiteiten meestal continu (dag en nacht) in bedrijf

D divers, de activiteit kan een grote variatie in milieubelasting vertonen, dit dient per geval nader te worden bezien

L luchtverontreiniging

Z zonering op basis Wet geluidhinder

R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)

V vuurwerkbesluit van toepassing

G goederenvervoer

P personenvervoer