direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene aanduidingsregels
Plan: Ruimte voor de Rivier-Fabrieksweg ong. Elst (Ut.)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPFabriekswegong-oh01

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 vrijwaringszone - molenbiotoop
14.1.1 Zoneomschrijving

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regels:

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mogen tot een afstand van 100 m gemeten vanaf de molen, geen bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van meer dan 4,20 m.
  • b. Ter Binnen de zone zoals genoemd onder a mogen gemeten vanaf 100 m tot een afstand van 400 m gemeten vanaf de molen, geen hogere bouwwerken worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald:

H = X/n + c·z

Waarin:

H = de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen);

X = de afstand in meters vanaf het gebouw tot de wieken van de molen;

n = 50 (coëfficiënt voor het gesloten gebied)

c = 0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%);

z = askophoogte = 11,0 m.

14.1.2 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.1.1 onder a en b ten behoeve van het bouwen overeenkomstig het ten aanzien van de bestemmingen bepaalde, mits de windvangzone van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

14.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
  • a. Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden bepaalde, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. bebossen of anderszins beplanten met hoogopgaande houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het ophogen van gronden.
  • b. Het onder vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
    • 1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan.
  • c. Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element ontstaat of kan ontstaan.