direct naar inhoud van 4.2 WATER
Plan: Engelenweide
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0340.BPEngelenweide-OH01

4.2 WATER

De Watertoets is voortgekomen uit het Kabinetsstandpunt 'Anders omgaan met water', de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening is de Watertoets opgenomen als belangrijk instrument in de afstemming tussen het waterbeleid en het ruimtelijk beleid. Vanaf 14 februari 2001 is in de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw afgesproken om vanaf dat moment de Watertoets toe te passen. Sinds 1 november 2003 is de Watertoets ook wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Wet ruimtelijke ordening.

Het plangebied ligt in het werkgebied van het Waterschap Vallei & Eem. In die hoedanigheid heeft zij een algemeen wateradvies gegeven.

Riolering

Bij ruimtelijke ingrepen is het algemene uitgangspunt dat met de ingreep géén afwenteling plaatsvindt op de omgeving en in de tijd. Daartoe hanteert het Waterschap de tritsen “vasthouden - bergen - afvoeren” voor waterkwantiteit en “schoon houden - scheiden - schoonmaken” voor waterkwaliteit. Bij nieuwbouw en renovatie heeft het Waterschap in dat kader als eis dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd. Het afvalwaterriool wordt aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel en het hemelwater wordt geïnfiltreerd of op een andere wijze vertraagd afgevoerd. Gezien de bodemopbouw en grondwaterstanden ter plaatse is het infiltreren van hemelwater maar in beperkte mate mogelijk. Het omgaan met hemelwater vraagt daarom om aanvullende eisen.

Waterberging

In geval van een toename van verhard oppervlak wordt het hemelwater versneld afgevoerd naar de omringende greppels en sloten. In dat geval is het verstandig om extra waterberging te zoeken, bijvoorbeeld door het graven van een nieuwe watergang en/of greppel of het verbreden daarvan. Ook is het mogelijk om het hemelwater tijdelijk in een wadi, poel of vijver op te vangen en vervolgens vertraagd af te voeren.

In het Stedenbouwkundig plan Veeneind zijn droge greppels in de verschillende clusters opgenomen. Deze greppels worden gezien als instrument om voldoende waterberging te waarborgen.

Over het algemeen ligt de grondwaterstand in het plangebied vrij diep. Een groot deel van het hemelwater zal dan ook in de bodem infiltreren. Echter, uit onderzoek blijkt dat er periodes zijn dat het grondwater ver omhoog komt. Het betreft kwel onder invloed van de nabijgelegen Utrechtse Heuvelrug. Omdat in die periodes weinig tot geen infiltratie mogelijk is, is het aanleggen van ondergrondse infiltratievoorzieningen af te raden. De werking hiervan is niet gegarandeerd.

Grondwateroverlast

Door de mogelijk hoge grondwaterstanden is de bouw van kelders een belangrijk aandachtspunt. Advies is een kelderconstructie waterdicht uit te voeren om grondwateroverlast te voorkomen. Het permanent bemalen van kelders is niet toegestaan.

Duurzaam bouwen

In het verleden is gebleken dat koperen en zinken dakgoten een bron van vervuiling zijn voor het oppervlaktewater. Dergelijke goten zijn dan ook niet toegestaan. Naast het gebruik van koper en zink is ook het gebruik van lood en andere uitlogende bouwmaterialen ongewenst. Het advies van het Waterschap is om duurzame materialen te gebruiken in verband met emissies naar het hemelwater.

Uitwerking binnen plangebied

Het uitgangspunt van een gescheiden rioolstelsel wordt overgenomen. Het afvalwaterriool van de woningen zal aangesloten worden op het gemeentelijke rioolstelsel en het hemelwater, afkomstig van zowel de daken als de verharding van het openbare gebied, zal worden geïnfiltreerd en worden opgevangen in waterbergingen.

Binnen de oorspronkelijke opzet van Veeneind is binnen het cluster Parkzicht, gelegen naast Engelenweide, oppervlaktewater voorzien. Dit beoogde oppervlaktewater zal volgens de plannen in verbinding staan met oppervlaktewater in Veenendaal. Echter, het cluster Parkzicht is nog niet in ontwikkeling. Daardoor kan het hemelwater niet worden afgevoerd naar en/of via de locatie Parkzicht.

Ten behoeve van de opvang van het hemelwater is gezien vorenstaande gezocht naar een alternatief. Om het water toch te kunnen opvangen worden binnen het plangebied ondergrondse voorzieningen getroffen. In dat kader wordt het hemelwater via een ondergronds stelsel afgevoerd naar een infiltratievoorziening. Deze infiltratievoorziening dient in beginsel ook te volstaan bij overvloedige regenval. Niettemin wordt voor uitzonderingssituaties een aanvullende afvoer gerealiseerd. Daarbij wordt bij uitzonderlijke hoeveelheden hemelwater het overtollige water afgevoerd naar nabijgelegen oppervlaktewater in Veenendaal. Voor de exacte uitvoering van de bedoelde ondergrondse voorzieningen wordt verwezen naar het inrichtingsplan. Dit inrichtingsplan vormt een bijlage bij de exploitatieovereenkomst. De exploitatieovereenkomst wordt voorafgaand aan de terinzagelegging van beide ontwerpbestemmingsplannen ondertekend door de gemeente en de initiatiefnemer. Daarmee is de realisatie van voldoende wateropvang gewaarborgd.

De materialisering van de te bouwen woningen en de aan te leggen openbare ruimte zal nog worden uitgewerkt. Hierin wordt meegenomen zoveel mogelijk duurzame bouwmaterialen en geen koper, zink, lood of andere uitlogende bouwmaterialen te gebruiken, voor zover dat financieel gezien haalbaar is.