Plan: | Dorpshart Renswoude |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0339.BpDorpshart-vg01 |
Synthegra heeft een archeologisch onderzoek (nr. S090132, d.d. 15 oktober 2009) uitgevoerd in het plangebied. Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een karterend booronderzoek.
Het doel van het archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Voor het plangebied gold op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd. Het doel van het inventariserend veldonderzoek was om deze verwachting te toetsen.
Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?
De ondergrond van het plangebied bestaat uit fluvioperiglaciale afzettingen (Formatie van Boxtel), die zijn bedekt met een laag dekzand (Laagpakket van Wierden, onderdeel van de Formatie van Boxtel). In boring 5, 11 en 14 is een deels intact podzolprofiel aangetroffen met resten van de B- en BChorizont, dat is bedekt met een plaggendek. In 9 andere boringen is een (deel van een) intact plaggendek aangetroffen zonder een onderliggend podzolprofiel. Hier ligt het plaggendek direct op de C-horizont.
In boring 5 en 6 is het plaggendek voldoende dik (dikker dan 50 cm) om de bodem te classificeren als een zwarte enkeerdgrond. In de overige boringen waarin een (deels) intact plaggendek is aangetroffen bedraagt de huidige dikte van dit dek 30 à 50 cm, waardoor de bodem geclassificeerd wordt als een laarpodzolgrond.
Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig?
In geen van de boringen zijn indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Het plangebied ligt echter geheel in een terrein van hoge archeologische waarde. De hoge waarde van dit gebied komt voort uit de ligging in de historische kern van Renswoude. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuw bebouwing binnen het plangebied aanwezig is en mogelijk al eerder.
Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische waarden?
De historische bebouwing bevindt zich naar verwachting met name langs de Dorpsstraat. Dit is de hoofdweg van Renswoude, waarlangs een bebouwingslint is ontstaan.
Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten?
Mogelijk bevinden zich langs de Dorpsstraat muur- en/of funderingsresten van de historische bebouwing die op historisch kaartmateriaal uit het begin van de 19e eeuw staat aangegeven. Ook voorlopers van deze bebouwing die teruggaan tot in de late middeleeuwen kunnen niet worden uitgesloten.
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied?
In het noordelijke deel van het plangebied is onder andere een supermarkt met parkeerkelder gepland. Indien er hier resten van oude bebouwing in de ondergrond aanwezig worden deze zeker door het uitgraven van de parkeerkelder bedreigd.
De hoge archeologische verwachting uit het bureauonderzoek voor vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum en mesolithicum als nederzettingssporen uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen kan op grond van de resultaten van het veldonderzoek naar laag worden bijgesteld. De hoge verwachting voor de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd blijft bestaan.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor het plangebied vervolgonderzoek geadviseerd. Geadviseerd wordt om in het noordelijke deel van het plangebied, waar het historische bewoningslint langs de Dorpsstraat ligt, een waarderend onderzoek door middel van proefsleuven uit te laten voeren om meer duidelijkheid te verkrijgen over de verbreiding, aard en datering van de verwachte archeologische resten in dit deel van het plangebied. De sloop van de huidige opstallen dient door middel van een archeologische begeleiding conform het protocol proefsleuven te worden uitgevoerd. Voorafgaand aan een dergelijk onderzoek dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, waarin de vraagstelling en methode van het onderzoek wordt vastgelegd. Voor aanvang van het waarderend onderzoek dient het PvE goedgekeurd te worden door het bevoegd gezag, de gemeente Renswoude.
De milieudienst Zuidoost-Utrecht onderschrijft het advies van Synthegra dat ter hoogte van de nieuwbouw een Inventariserend VeldOnderzoek door middel van proefsleuven dient te worden uitgevoerd. De sloop van de ondergrondse delen van de huidige opstallen dient door middel van Archeologische Begeleiding conform het protocol Proefsleuven te worden uitgevoerd.
De te volgen strategie bij deze onderzoeken dient te worden vastgelegd in een Programma van Eisen (PvE). Dit PvE dient voorafgaand aan het veldwerk door (de deskundige namens) het Bevoegd Gezag te worden beoordeeld.
Op basis van het bureau- en karterend booronderzoek (nr. S090132, d.d. 15 oktober 2009) van Synthegra is geconcludeerd dat zich in het noordelijke deel van het plangebied, waar het historische bebouwinglint langs de Dorpsstraat ligt, archeologische resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd kunnen worden verwacht. Voor deze zone is indertijd een proefsleuvenonderzoek geadviseerd vanwege de nieuwbouwplannen van een supermarkt met parkeerkelder in dit gedeelte.
Hoewel diepe bodemverstoring in de nieuwe plannen achterwege blijft, omdat geen parkeerkelder meer wordt aangelegd, en het plangebied sinds 2009 licht is aangepast, blijft een waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven noodzakelijk. De eventueel aanwezige archeologische resten worden namelijk vanaf het maaiveld verwacht. Dus ook het uitgraven van een bouwput voor de aanleg van de fundering, het leggen van kabels en leidingen en dergelijke kunnen eventueel aanwezige archeologische resten bedreigen.
In het rapport staat dat vervolgonderzoek nodig is in de zone ter plaatse van het bebouwingslint langs de Dorpsstraat. Op afbeelding 2.6 in het rapport (pagina 18) is dit bebouwingslint duidelijk te zien. In het algemeen kan historische bebouwing worden verwacht tot circa 50 m vanaf de Dorpsstraat. Op onderstaande afbeelding is aangegeven voor welke zone vervolgonderzoek noodzakelijk is. De oppervlakte van dit gedeelte is circa 2.177 m2.
Een aandachtspunt is de bestaande bebouwing. In het rapport staat dat de sloop van de huidige opstallen door middel van een archeologische begeleiding dient plaats te vinden. Als er voldoende, goed bereikbare, open ruimte is, dan kan het proefsleuvenonderzoek ook rond de bebouwing worden uitgevoerd, zodat kan worden vastgesteld of er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek kan dan gekeken worden hoe de sloop van de bebouwing moet worden aangepakt.
Omdat het nader archeologisch onderzoek nog niet is uitgevoerd, is vooralsnog een archeologische dubbelbestemming opgenomen om de eventuele archeologische waarden te beschermen.